Goed maar niet eenduidig

Nieuws | de redactie
20 juni 2014 | Nederland heeft een zeer goed onderwijssysteem, maar stappen vooruit moet men wel gaan zetten. Het ontbreekt aan één gezamenlijke visie. De nieuwe review van de OECD pleit voor meer focus op ‘21st century skills’ en excellentie en voor een verdere ontwikkeling in de professionalisering van docenten.

Het valt de OECD op dat de Nederlandse overheid geen duidelijk document heeft waarin de prioriteiten voor onderwijsbeleid in zijn vastgelegd. “Dit zorgt voor problemen bij het opzetten van een solide basis waarop het evaluatie- en toetsingssysteem kan worden gebouwd en een set benchmarks waarmee de resultaten van dat systeem kunnen worden vergeleken.”

De OECD pleit er voor om een breder aantal indicatoren te gaan monitoren om de coherentie tussen vooropleiding, registratie, waardering en professionele ontwikkeling beter in beeld te krijgen. Daarbij kan gedacht worden aan leerlingprestaties als redeneren, probleem-oplossing en mondelinge vaardigheden.

Consensus over leerdoelen

Uit interviews met betrokkenen uit het veld concludeert de OECD, dat er ruimte voor verbetering is op het gebied van excellentie in het onderwijs en differentiatie in het onderwijs in den brede. “Het onderwijsbeleid moet beter inspelen op de leerbehoeften van verschillende groepen leerlingen; of aandacht geven aan ‘21st century skills’ als creativiteit, samenwerken en ICT vaardigheid.”

Belangrijk daarbij is dat het systeem van evaluatie en toetsing in lijn wordt gebracht met de leerdoelen van leerlingen. “Het is daarom essentieel om zo spoedig mogelijk te beginnen met een breed consultatief proces om consensus te vinden over een set langetermijn leerdoelen voor Nederlandse studenten die hen zal voorbereiden voor de 21e eeuw.”

Docent meer centraal

Een nieuw raamwerk voor evaluatie en toetsing biedt ook ruimte om de docent meer centraal te stellen. “Het leraarschap kan profiteren van een herzien en verfijnde set onderwijsstandaarden; versterkte ‘school-based’ waarderingssystemen die gekoppeld zijn aan professionele leermogelijkheden, met name voor beginnende docenten.” De OECD pleit daarbij voor een registratiesysteem om docentontwikkeling in te monitoren.

Zo’n systeem is er overigens wel, sinds de Onderwijscoöperatie na het advies ‘Leerkracht’ uit 2007 is begonnen met het opzetten van een lerarenregister. De OECD ziet dit ook, maar stelt dat dit register nog altijd in de kinderschoenen staat. “Hoewel het register de potentie heeft een kernpunt te worden in het verbeteren van de docentprofessionalisering, is het nog in de beginfase van ontwikkeling en de rol in de lerarencarrière is nog niet volledig uitgekristalliseerd. Registratie en vernieuwing van registratie biedt leraren geen toegang tot een vervolgstap in de carrière bijvoorbeeld.”

Volgens de OECD kan een verdere ontwikkeling van een effectief lerarenregister “waardevolle kansen bieden om de carrière van docenten in Nederland verder te ontwikkelen en kan het tevens helpen een verbinding te leggen tussen docentwaardering en docentontwikkeling.”

In een brief aan de Tweede Kamer gat OCW-staatssecretaris Sander Dekker nader in op de evaluatie door de OECD. “Er valt, zoals de OESO ook aangeeft, nog wel vooruitgang te boeken, onder andere via de weg van de verdere professionalisering van leraren. Deze ontwikkelingen spelen zich af tegen de achtergrond dat de OESO de Nederlandse toetspraktijk vanuit internationaal perspectief als evenwichtig typeert. Ik deel deze constatering en vind ook dat er sprake is van een goede balans tussen schoolverbetering en verantwoording.”


De review van OECD en de reactie van OCW daarop vindt u hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK