De roffel in de Kamer en de tijdgeest

Nieuws | de redactie
26 mei 2009 | De debatten in de Tweede Kamer zijn een stuk lawaaiiger geworden. De parlementsleden hebben het roffelen ontdekt. Masterstudent parlementaire geschiedenis Quirijn Visscher (Radboud Universiteit) bestudeerde de handelingen van de Tweede Kamer en vroeg fractiesecretarissen naar het roffelgedrag van de fractie.

Tot ver in de jaren negentig was theatraal roffelen nog not done. Debatten moesten iets plechtigs hebben, vonden de parlementsleden zelf.

Roffelen – met de vlakke hand op de tafelrand trommelen – deden de parlementsleden alleen bij heuglijke feiten: de geboorte van een prins of prinsesje, de overhandiging van de Miljoenennota. Zo is ook de nieuwe Tweede Kamerzaal met geroffel in gebruik genomen.

De afgelopen jaren zijn echter heel wat Kamerleden ‘ververst’ en zijn ook geheel nieuwe fracties in de kamer ontstaan. Deze kenden – of apprecieerden zelfs – de zeden en gewoonten van de politiek uit de verzuilingstijd niet meer. Visscher rekent uit dat sinds begin deze eeuw al zo’n zestig nieuwe leden het parlement zijn binnengekomen. “Het collectieve geheugen over de regels verdwijnt op die manier.” Ook speelt een rol dat nieuwe partijen zich nadrukkelijk willen profileren met hun lak aan ‘Den Haag’.

De ongeschreven Kamerregel dat roffelen niet zo netjes is, is in elk geval overboord. Kamerleden tonen vaker hun emoties en daar hoort ook geroffel bij. Sinds 2002 wordt er meer dan ooit geroffeld in de Kamer, zegt Visscher op Voxlog. Ook omdat steeds meer debatten worden uitgezonden via televisie en internet. Alle partijen doen eraan mee. “Men anticipeert op het publiek. Als je ernaar vraagt, zeggen de fractiesecretarissen ook dat ze roffelen om het publiek te laten zien wat hun standpunt is.”




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK