Werkgevers willen beter hbo

Nieuws | de redactie
18 december 2009 | OCW en HBO-raad "tonen afnemende aandacht voor de relatie tussen hoger (beroeps)onderwijs en het bedrijfsleven. Juist nu is een goede afstemming tussen hoger (beroeps)onderwijs en bedrijfsleven van levensbelang." VNO/NCW en MKB Nederland luiden noodklok bij de Commissie-Veerman.

De Commissie Hoger Onderwijs van VNO-NCW en MKB-Nederland heeftdaarom een beleidsnota opgesteld, waarin het thema versterken vande samenwerking tussen het hbo en het bedrijfsleven centraal staat.Er is een groeiende behoefte aan hoger opgeleiden in onze economie.De huidige terugval in de vraag naar hoger opgeleiden is slechtstijdelijk. De lange termijn trend laat duidelijk een groei zien.Daarom melden de werkgevers de volgende kritische kanttekeningenbij het huidige HO-beleid en het beleid van dehbo-branche aan:
 

  • Het streven van het kabinet om via het onderwijs te komen naar50% hoger opgeleiden in de beroepsbevolking heeft onze waardering.Dit streven is prima maar mag uiteraard niet leiden tot hetinleveren op de kwaliteit van het hoger onderwijs om diedoelstelling te halen. Naast een kwalitatief prima hoger onderwijsmet meer studenten blijven tegelijkertijd aandacht en waarderingvoor een kwalitatief goed lager en middelbaar beroepsonderwijsbelangrijk. Want niet vergeten mag worden dat in veel branches devmbo/mbo opgeleiden nog steeds verreweg het grootste deel uitmakenvan de beroepsbevolking. MBO-ers zijn en blijven zeer welkom op dearbeidsmarkt. Voor mbo-afgestudeerden moeten de opties open blijvenom desgewenst later via duale opleidingen alsnog het Associatedegree diploma (tweejarige hbo-opleiding) en/of hbobachelordiplomate halen.
     
  • Het onderscheid tussen het HBO en het WO moet wordengehandhaafd. Het profiel van HBO is meer toepassingsgericht engebruik makend van beschikbare kennis; dat van het WO is meeranalytisch en onderzoekend. Aan beide onderwijsprofielen hebbenbedrijven en andere afnemers in de praktijk behoefte. Handhavingvan het onderscheid is daarnaast belangrijk om verwatering vankwaliteit te voorkomen wat dreigt wanneer alles op één hoop wordtgegooid.

    Deze boodschap (vasthouden aan het onderscheid HBO en WO) willen wemeegeven aan de commissie Veerman die op verzoek van OCW optiesmoet aangeven voor de ontwikkeling van het hoger onderwijs. Vanwegede grotere verscheidenheid en groei in de studentenpopulatie is hetwel gewenst dat binnen beide stromen een meer gedifferentieerdaanbod van hoger onderwijs komt: qua duur van de opleiding,gerichtheid op top-onderzoek, en specialisatie of verbreding na dehbo-bachelor. Ook Stelselmatig samenwerken VNO-NCW/MKB-Nederlandqua mogelijkheden voor ‘Colleges’ waar studenten nog niet directeen specifieke studie hoeven te kiezen (liberal arts andsciences model).
     
  • Er is vanuit zowel het bedrijfsleven als scholen behoefte aanversterking van het praktijkgerichte onderzoek in het HBO. Dat moetgebeuren door, voortbouwend op het lectoraat in het hbo en hethuidige RAAK-programma voor innovatieondersteunende projecten, inhet HBO meer systematisch een tweede geldstroom voorpraktijkgericht onderzoek aan hogescholen in te voeren. Detoekenning van de gelden (van OCW) daarvoor aan hogescholen moetwel op basis van competitie en samenwerking met het bedrijfslevengebeuren. Dit om zowel relevantie als kwaliteit teverzekeren.
     
  • Hogescholen moeten meer inspelen op de doelgroep van werkendendoor een grotere rol te spelen in het aanbieden van scholing voordie werkenden. De huidige deelname van werkenden aandeeltijdstudies aan hogescholen daalt. De aanpak van het privateHBO daarentegen is vaak door het bieden van maatwerk beterafgestemd op werkenden en daardoor meer geschikt dan het aanbod vande publieke hogescholen.

    Bepleit wordt dat de overheid voor werkenden die HBO-opleidingenaan een private instelling volgen een gelijke subsidie aan dieinstelling toekent als bij een publieke bekostigde hogeschool(level playing field).
     
  • Om een betere aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven tekrijgen moeten het huidige overleg en de samenwerking tussenhogescholen en bedrijfsleven (als geheel en qua branches) over deinhoud van het onderwijs beter worden. Dat overleg en diesamenwerking zijn nu in de praktijk veel te fragmentarisch en teversnipperd, omdat die zich nu vrijwel alleen afspelen op lokaal ofregionaal niveau.
  • Wat daar gebeurt, is zeker waardevol en moet doorgaan. Maar eris veel te winnen door het overleg en de samenwerking metbedrijfsleven en branches ook een landelijke dimensie te geven, eendimensie die nu ontbreekt in het HBO. Want branches overzien deontwikkelingen op langere termijn in hun sector en kunnen daardoorkwalitatief en kwantitatief aangeven wat de behoeftes zullen zijnop hbo-niveau. Daarom wordt bepleit pilots te starten voorstructureel overleg op landelijk niveau tussen hogescholen dieeenzelfde opleiding verzorgen (bijv. bouwkunde) en de brancheswaarvoor deze opleiding relevant is.

    Naast verbetering van overlegstructuren om tot betere samenwerkingen aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs te komen isnatuurlijk ook de wijze van financiering van hogescholen (meerprestatiegericht) van belang.

«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK