Verkeerde instroom HBO-techniek?
Voor de zomervakantie bezocht ik een directeur van eentechniekopleiding aan een hogeschool. Het werd een leuk gesprekover de groei bij de techniekopleidingen binnen zijninstelling. De insteek was: hier worden geen ‘Twee voortwaalf’ studenten opgeleid en daarnaast distantiëren wijons graag van de zesjescultuur. Allemaal gedreven mensen enmet enthousiasme gebracht. Dat komt wel goed, denk je dan, en datverklaart de groei van deze opleidingen.
Nu zijn wij een paar maanden verder en sprak ik deze week eenpaar 1ste jaars studenten, vol goede moed begonnen aanhun opleiding. Zij hadden zojuist de eerste tentamenweek achter derug en een van de twee tentamens was wiskunde. De uitslag kwamgisteren binnen; van de 180 studenten scoorden 14 studenten een 6of hoger. Op mijn vraag naar de onvoldoendes bleek dat zo’n 90studenten, de helft dus, een 1 had gescoord.
Dat zet je aan het denken, hoe kan zoiets nou tochgebeuren? Het blijkt dat al deze studenten op de middelbare schoolgeen wiskunde B in hun pakket hadden gehad, maar wel warentoegelaten op een technische opleiding. Zo een waar je dan binneneen paar maanden een tentamen krijgt over wiskunde Bstof.
De vraag is ‘wie is hier nu laakbaar?’ De hogeschool dieblij is met de groei van het aantal nieuwe studenten? Devisitatiecommissie die toelaat dat studenten zonder juistvakkenpakket toch deze keuzes kunnen maken? Of de studentenzelf die zo naïef zijn ergens in te stappen waar hun animo bijdergelijke resultaten wel héél snel afneemt. Hier zijn toch alleenmaar verliezers te bespeuren?
Wanneer durven wij nu eens te zeggen, dat alleen goed hoort bijbeter? Studeren is geen ‘Twee voor twaalf’ activiteit, maarbovengenoemd voorbeeld geeft wel aan dat het 5 voor 12 is! Detheorie rond de toelating en begeleiding van deze studenten klinktmooi, maar zonder gedegen opvolging en invulling lijkt zijtoch een wassen neus.
De HBO-raad en het Platform Bèta Techniek meldenenthousiast dat de instroom in de technische opleidingen sterk isgestegen. Misschien is het eerlijker om hier ook de vraag naar deuitval voor de afronding van de studie aan te koppelen. Datgeeft een reëler beeld.
Ir. Piet Gilissen, directeur Koninklijk Instituut vanIngenieurs
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds