Herdenken en herrie

Nieuws | de redactie
4 mei 2010 | De manier waarop we op 4 mei herdenken en met wie we is al sinds de eerste keer, in 1946, controversieel. In 'Zestig jaar herrie om twee minuten stilte' analyseert de jonge historica Maud van de Reijt (winnaar van de Nationale Scriptieprijs) de rumoerige geschiedenis van deze beladen dag. Op de Dam zijn Duitsers even niet welkom, maar wist u dat in zeker 33 plaatsen samen met Duitse gasten wordt herdacht? En waarom?
(foto: Sjakkelien Vollebregt)

Op 4 mei herdenken we, op 5 mei vieren we de bevrijding. Nederland is het enige land dat hier twee dagen voor uittrekt. Dit kenmerkt de centrale rol die de Tweede Wereldoorlog in ons collectieve geheugen gekregen heeft, zo schrijft Maud van de Reijt in Zestig jaar herrie om twee minuten stilte. Hoe wij steeds meer doden gingen herdenken. In dit boek laat zij zien hoe ‘4 mei’ de afgelopen decennia -zelden zonder slag of stoot – is veranderd en hoe dit verschuivende opvattingen over ons nationaal verleden en de oorlog weerspiegelt. Ook herdenken zelf is een vorm van geschiedenis.

Een heikel punt

Wist u dat de Joodse slachtoffers pas vanaf de jaren ’60 worden herdacht op 4 mei? Tot die tijd ging de aandacht uit naar gesneuvelde militairen en verzetsstrijders. “Wat in 1946 begon als spontaan, lokaal eerbetoon aan de nationale gevallen ontwikkelde zich in zestig jaar tot een centraal gecoördineerde, brede herdenking van alle slachtoffers van oorlogshandelingen en vredesmissies die sinds 10 mei 1940 waar ook ter wereld zijn omgekomen.” Wie er precies worden herdacht en wie er op de gastenlijst van herdenkingsbijeenkomsten staan, het verandert nog altijd en verschilt per gemeente.

Duitsers en hun deelname aan het herdenken zijn een heikel punt. Tientallen jaren waren onze oosterburen zacht gezegd niet welkom op 4 en 5 mei. Ook Duitse symbolen moesten aan het zicht onttrokken worden. Soms letterlijk. Groningse kinderen ondervonden dit in 1960 toen hen het zwaaien met Nederlandse vlaggen werd ontzegd, omdat er ‘made in Germany’ op gedrukt stond. Was zoiets halverwege de jaren ’90 gebeurd, dan was de noordelijke jeugd een trauma bespaard gebleven. De Nederlandse houding ten opzichte van Duitsers is namelijk inmiddels zo zeer gewijzigd, dat er zelfs 33 plaatsen zijn waar sinds 1995 samen met Duitse gasten oorlogsslachtoffers worden herdacht.

Openheid in de provincie

Dit is niet het geval op de Dam. De aanwezigheid van Duitse hoogwaardigheidsbekleders staat er al jaren ter discussie. Onlangs laaide deze weer op toen de Duitse ambassadeur Thomas Laufer in de laatste aflevering van De Oorlog aangaf graag bij de landelijke herdenking in Amsterdam aanwezig te willen zijn. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei houdt dat nog altijd tegen.

Op lokaal niveau is men opener. Een opvallend aspect dat Van de Reijt onder de aandacht brengt, is dat de aanwezigheid van Duitse gasten tijdens herdenkingen in sommige plaatsen ook gepaard gaat met het herdenken van Duitse oorlogsslachtoffers. Ze voorspelt dat dit het volgende ‘grote hoofdstuk’ wordt in de discussie over de dodenherdenking en laat zien dat “dit taboedoorbrekende gegeven van aandacht voor Duits oorlogsleed op 4 mei past in een bredere omslag in Europa over de oorlog.”

De karakterwisselingen van 4 mei verklaart Van de Reijt vanuit het succes van de Europese integratie en het simpelweg ‘ouder worden’ van de oorlog. De geschiedenis leert immers dat “naarmate de oorlog verder weg kwam te liggen, we steeds meer doden gingen herdenken.” Dat de veranderende blik op het verleden tevens een grote rol speelt, legt ze uit aan de hand van de voorstelling van Duitsers als slachtoffers van de Nazi-dictatuur, een thema dat sinds de jaren ’90 veel aandacht krijgt in de serieuze wetenschap en literatuur.

Nationale Scriptieprijs

Zestig jaar herrie om twee minuten stilte is een bewerking van Van de Reijts scriptie waarmee ze cum laude afstudeerde in de Duitslandstudies aan de UvA en in 2009 de Nationale Scriptieprijs won. In het juryrapport viel destijds telezen dat daar niet lang over vergaderd was. “We waren het binnen de kortste keren eens over de winnaar. Het werd een scriptie overeen actueel onderwerp, geschreven met het oog op het lezend publiek. Een scriptie waar de voorzitter zijn cafévrienden langdurig mee lastig viel”, zo liet juryvoorzitter Bas Haring optekenen.

Het eerste exemplaar van het boek werd tijdens de boekpresentatie uitgereikt aan Ad van Liempt, het brein achterAndere Tijden en het eerdergenoemde De Oorlog.Hij prees de vernieuwende invalshoek van het onderzoek en de levendige toon van schrijven. “Ik hoop dat we nog veel van deze jonge historica zullen horen,” zei hij. Zijn wens werd niet lang daarna vervuld toen Van de Reijt de nieuwste publicatie van VanLiempt – Selma, de vrouw die Sobibor overleefde – op de radio recenseerde.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK