Onderzoek moet tot actie leiden

Nieuws | de redactie
7 juni 2010 | De kloof tussen wetenschap en praktijk kan alleen opgelost worden als onderzoek ingezet wordt om actie in een organisatie te bewerkstelligen en medewerkers daarbij als medeonderzoekers worden ingezet. Dat betoogt Suzanne Verdonschot (UT) in haar nieuwe boek Praktijkonderzoek: motor voor verandering in organisaties.

Er is een kloof tussen wetenschap en praktijk. Dat wordt vaakgezegd. Maar, waar gaat die kloof dan precies over? Over eenverschil in zienswijze tussen wetenschap en praktijk: “Onderzoekricht zich erop te weten te komen hoe iets werkt. Dus op analyse,het begrijpen van, en ook wel het verklaren van. Terwijl depraktijk vooral is geïnteresseerd in interventie en rendement”,aldus een promovendus. Of over de lange moeizame weg dieonderzoeksresultaten afleggen op weg naar toepassing in depraktijk. Hierover zegt een opleidingskundige uit de praktijk:”Managers gebruiken vooral hun gezond verstand en baseren zich langniet altijd op wetenschappelijke inzichten. Anderzijds is depresentatie van onderzoeksinzichten vaak ontoegankelijk en moeilijkof ronduit saai”.

Het overbruggen van de kloof gaat nietwerken

Over die kloof wordt al jaren gesproken. En er zijn allerleiinterventies bedacht om hem te overbruggen. Wetenschappers die hetvoor elkaar krijgen om hun onderzoek toegankelijk te maken voor hetgrote publiek kunnen hiermee mooie prijzen winnen. Voororganisaties zijn er financiële regelingen – beschikbaar gestelddoor de overheid – die activiteiten bekostigen die bijdragen aanbetere toepassing van wetenschappelijke inzichten. Het probleem isechter: het denken in termen van een kloof, kan de kloof in hetbeste geval wat verkleinen. Bij de meeste van deze interventiesworden kennisinstellingen gezien als ontwikkelaars van nieuwekennis en het bedrijfsleven als toepasser van deze kennis. Om toteen doorbraak te komen, zouden we afscheid moeten nemen van dezeaanname.

Onderzoek en verandering gaan samen

Als het denken vanuit een kloof en het overbruggen ervan nietwerkt, wat zetten we er dan voor in de plaats? Ik denk een anderperspectief op onderzoek. Niet naar onderzoek kijken in termen van’éérst onderzoeksresultaten genereren, en dán toepassen’. Maarkijken naar onderzoek als iets dat beide bewegingen kan combineren:nieuwe inzichten opdoen én verandering teweeg brengen. Dat vraagtdat medewerkers in organisaties niet alleen actieve deelnemers inhet onderzoek zijn, maar dat ze ook de rol van medeonderzoeker opzich nemen.

En het vraagt van onderzoekers dat ze niet enkel bezig zijn metantwoord vinden op hun eigen vragen, maar ook de verbinding makenmet vragen die leven in de praktijk. Het beeld van de kloofverdwijnt omdat onderzoek en actie dan juist samengaan. Mooievoorbeelden van deze manier van werken zijn te vinden in diversekenniskringen op hogescholen die onder leiding van lectorenonderzoek (zelf iets te weten komen) en actie (bijdragen aan eenbeweging in de praktijk) weten te combineren. En bijvoorbeeld demanier waarop docenten soms deelnemen aan actieonderzoek waarin zeexperimenten doen, hierop reflecteren en gaandeweg deklassenpraktijk veranderen.

De uitdaging voor onderzoekers en mensen in depraktijk

Doordenkend op deze lijn ligt er een uitdaging voor onderzoekersen voor mensen in de praktijk. Voor wetenschappers en onderzoekerswordt het steeds belangrijker om onderzoeksmethodes te ontwikkelendie het leren in de praktijk en de ontwikkeling van de werkplek ingang zet. Wetenschappelijke methoden richten zich vaak eenzijdig opde nieuwsgierigheid van de onderzoeker. Terwijl je deelnemers ineen onderzoek in plaats van als respondenten ook kunt zien alsdeelnemers in een gezamenlijk leerproces.

Een vragenlijst bijvoorbeeld kun je met enkele aanpassingen heelgoed inzetten als reflectie-instrument voor mensen op de werkplek.Niet alleen de onderzoeker krijgt feedback, maar ook de invuller.En als je de bevindingen hieruit samen bespreekt en plannen maaktvoor nieuwe acties, stimuleer je direct het leren in de praktijk.Voor mensen in de praktijk en praktijkonderzoekers is hetinteressant om systematisch de inzichten uit experimenten engesprekken vast te leggen. Zo kun je op den duur uitspraken doendie een enkele praktijk overstijgen. Dat kan het leren tussenorganisaties en praktijken bevorderen.

 

Suzanne Verdonschot werkt als onderzoeker en adviseur bijKessels & Smit, The Learning Company. Daarnaast is zijverbonden aan de Universiteit Twente als docent en begeleider vanHRD-masterstudenten.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK