Get in or get lost

Nieuws | de redactie
9 september 2010 | De impact van digitalisering op de leraar, het curriculum en op de organisatie van onderwijsinstellingen valt niet te onderschatten. Achterblijven is geen optie in ‘the war for talent’. Frans van der Reep (Inholland lector Digital World) schetst de contouren van een digitaliseringsaanpak en geeft leraren gratis consult. “De leraar overbodig en de klas uit? Ik geloof er niets van.”

Dit is een column van Inholland lector Digital World ensenior strategist bij Getronics Consulting, Frans van der Reep:”Voor de goede orde en als altijd: Het is mijn persoonlijke visieen, uiteraard, rebellious content.”

De leraar wordt belangrijker

‘De laatste échte docent is voor 2020 verdwenen’ was één van dedebatstellingen tijdens de jaaropening van Hogeschool INHolland diegeheel in het teken stond van digitalisering. Bijna niemand achttede stelling waarschijnlijk. Ik ook niet. Ik denk dat de ‘leraar’met het digitaliseren van het onderwijs alleen maar belangrijkerwordt. Wellicht dat de docent zich nu bedreigd voelt omdat destudent zich buiten hem of haar leraar om informeert. Dat zal ookwel zo blijven, de dokter heeft hier trouwens ook last van. Maar ikdenk dat dit een tijdelijk effect is.

Even een parallel. Toen SPSS uitkwam in de jaren ’80 voelden destatistici zich bedreigd omdat zij vreesden overbodig te worden.Het tegenovergestelde bleek waar. Uiteraard werden deroutineklussen overgenomen door het programma, maar door SPSS moestje wel beter worden in je vak. En voor degenen die die stap hebbengezet en zich verder hebben ontwikkeld is de baan alleen maarleuker en rijker geworden.

Voor het hoger onderwijs voorzie ik een soortgelijke beweging.De ‘toonladders’ van het vak kun je vaak zelf leren via e-learning.Maar voor het maken van eigen muziek heb je een coach nodig, deleraar 2.0, die je daarin leidt of begeleidt, al naar gelang. Zietu de parallel met competentie gericht onderwijs? De leraaroverbodig en de klas uit? Ik geloof er niets van. De besten zullenoverigens het web in de klas nooit gebruiken als didactischewerkvorm. Die hebben genoeg aan ‘de dialoog’ en ook dat zal nooitveranderen.

Achterlopen is funest

Met het digitaliseren van het onderwijs komen we denk ik steedsmeer in de wereld van John Lennon terecht: “Life is happening toyou while you are busy making other plans”. Voor mij betekent datconcreet: steeds minder grootse plannen maken met lange looptijdenen niet wachten tot je alles weet of begrijpt. Gewoon beginnen metkleine aanpassingen, goed luisteren of de resultaten de goede kantop gaan en direct stoppen als dit niet zo is. Dit bottom-upprototyping is inmiddels een werkelijkheid voor veelbedrijven. Voor het onderwijs komt het er ook aan.

De hoger onderwijsinstelling moeten goed opletten welke kennisde markt vraagt. Achterlopen betekent verlies aan studenten of datde student de kennis ‘buiten’ gaat halen. En dan wordt je alsonderwijsinstelling een accrediteringsmachine. Dat lijkt me niet debedoeling. Nu de contouren van het effect van internet op het hogeronderwijs zichtbaar worden, moeten we die elementen vanonderwijsdigitalisering waar we het al redelijk over eens zijn,gaan implementeren. Immers, wie wil glimmen moet poetsen. Ik noemtwee besluiten die we nu zouden kunnen nemen en uitvoeren.

Digital doing van de docent

We zouden ten eerste in de functiebeschrijving van docenten hun’digital doing’ capabilities kunnen expliciteren en er eenonderdeel van de planning- en beoordelingscyclus van kunnen maken.’Digital doing’: je moet met internet kunnen omgaan net als vroegermet de bieb. Het is ook wel handig als je weet wat begrippen alschatten, swarming entwitteren inhouden. Dit kan door middel van elektronisch toetsenvan de kennis, vaardigheden en houding van docenten. De scorelevert een knip op voor je salarisschaal.

Ten tweede, ik denk ook dat universiteiten en hogescholen zoudenmoeten stoppen om te proberen ICT-bedrijven te zijn. Ze hebbenallemaal hun eigen websites, studentvolgsystemen, blackboards,salarisadministraties en (e)-HRM-systemen. Waarom? Het brengt deaandacht op de verkeerde zaken en brengt de overhead aan de macht.Bovendien is het nodeloos duur en hindert het de samenwerkingtussen instellingen.

Ik zou zeggen: maak een startpagina met instellingen en maak eenICT-cloud onder regie van een club van verstandige mensen, stop metgeldverslindende ICT-implementaties en bundel deze acties op hetgebied van de organisatiekant. Aan de productiekant moet je vooroplopen. Laat je daarin vooral ook leiden door wat studenten nodighebben en in de praktijk gebruiken rond het thema elektronischeleeromgeving en digitaal leren.

Als bedrijfsjongen heb ik geleerd dat waar voor de hand liggendesamenwerking niet tot stand komt, mensen doorgaans te veel geldhebben. Uiteraard geen opvatting waar je vrienden mee maakt, maarik zou benieuwd zijn naar wat er gebeurt als je ICT-budgetten zouhalveren aan die organisatiekant van ICT en de focus op eengezamenlijk ‘smart grid’ zou richten.

Gelukkig lopen er in Nederland diverse initiatieven op ditmoment die deze kant opgaan. Dat is ook hard nodig als je denkt aande nog steeds bestaande Lissabon-ambities. Eén keer een Albanië inEuropa is genoeg. Het kan toch niet waar zijn dat Alexander RinnooyKan gelijk heeft in zijn ‘virtuele jaaropening van NEWS’ dat jevoor goed onderwijs naar het buitenland moet

Impact op curriculum

Ook is er de komende tijd veel aandacht nodig voor de impact vaninternet op de inhoud van het curriculum. Eén van de thema’s in ditverband, direct getriggered door het web, is het ontstaan vannieuwe ordeningen. Nieuwe combinaties ontstaan uit oude vakken.’Aardwetenschappen’ in Amsterdam is er een goed voorbeeld van, eencombinatie van aardrijkskunde, natuurkunde, biologie enongetwijfeld nog andere disciplines. ‘Presencing’ zal tot andereclassificaties leiden in wetenschap en onderwijs (voor meerhierover zie hier). Ook Business vakken als marketing zijn fors aan hetschuiven door de komst van Internet.

Ligt hier een taak voor accrediteringscommissies om dit ‘mee tenemen’ en zijn die hier voor toegerust? Hoe is bijvoorbeelde-Health opgenomen in het medisch curriculum? Blijven dat hobby’svan de voortrekkers binnen de school of kijken we hier systematischnaar? Hoe zijn deze zaken bestuurlijk belegd?

War for talent

Wat ik daarnaast beter zou willen begrijpen is hoe internet hetproces van identiteitsvorming van u, mij en onze kinderenbeïnvloedt. Uiteraard is al die kennis er, daar ben ik vanovertuigd, maar ik ken geen boekje waarin dat handzaam en met debeschrijving van praktische consequenties voor de inrichting,toonzetting van het onderwijs en van het pedagogisch proces staatbeschreven. Wellicht kan de VSNU of HBO-raad het initiatief nemenom deze kennis die nu over verschillende wetenschappelijkedisciplines versnipperd is, bij elkaar te brengen?

Bedrijven zijn druk bezig na te denken hoe ze de generatieY kunnen bereiken en in the war for talent aanzich binden. Uiteraard houden marketing & communicatieafdelingen van onderwijsinstellingen zich hier ook mee bezig.Maar ik denk dat ook het hart van het onderwijsbedrijf, de leraar,hier over moet nadenken en de docent ook gevoed moet worden.Niet als onderdeel van de PR en marktstrategie, maar als onderdeelvan een visie op het onderwijs.

Actie voor de leraar

Wat de leraar direct en concreet kan ondernemen? Plaats jedigitale literatuur, verplichte artikelen, websites endergelijke als bronnen gewoon in pdf’jes op het net,beschikbaar voor de online studenten van nu. En wijs die studentenop deze basis voor de stof die je in de ‘historische’ lessen zultbehandelen. Dat lijstje kan zelfs als het moet op Blackboard wordenopengezet. Voor voorbeelden zie onder aan artikel.

De digitale wereld: Get in or get lost. Het is nietanders.

Frans van der Reep

Hieronder vindt u een overzicht dat zou zo online geplaatstkan worden als door studenten te bestuderen bronnenlijstover het thema Social Media en Marketing &Communicatie. Net zoals vroeger in de bibliotheek al een lijstmet bronnen per onderwerp voor de studenten beschikbaar was om hunstudie mee te starten. De eerste vijf voorbeelden zijn ‘bestpractices’ met als case study het Amerikaanse Rode Kruis.

1 Rode Kruis en social media

2 Het handboek van het Rode Kruis

3 Presentatievan het handboek

4 Handboek in slides

5 Het monitoren van sociale media

6 Social Media in Nederland Goede doelen

7 Download The Definitive Guide to B2B Social Media

Ad 1: zie hier de twaalf stappen: 

  1. Get social media savvy: zorg dat je socialmedia begrijpt
  2. Learn our philosophy: houd onze missie voorogen bij de inzet van social media
  3. Listen: luister naar wat mensen op hetinternet zeggen over het Rode Kruis
  4. Engage with national: verbind u online metde thuisbasisen profiteer van de nationale aanwezigheid op Facebook, YouTube, Flickr, Twitter, Ammado, en ons eigen blog
  5. Learn from existing chapter social media:bekijk wat werkt voor andere afdelingen
  6. Evaluate organizational goals: bepaal eerst deorganisatiedoelstellingen van je afdeling, bedenk dan pas hoe jesocial media hiervoor kunt inzetten
  7. Create your social media strategy: leg allesvast: je doel, te nemen stappen, tools, uitvoerders, inhoud enupdates
  8. Choose your tools: maak een keuze uitmogelijke netwerken en blogs
  9. Let us know what you’re up to: informeer hethoofdkantoor over je plan
  10. Implement your plan: voer het plan uit, linkje activiteiten aan je website
  11. Measure your successes and challenges: leginvesteringen en verwachtingen (ROI) vast, bepaal je meetmethodenen meet je resultaten
  12. Send your links and measurement data: koppelje activiteiten en resultaten terug aan het hoofdkantoor.

«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK