Den Haag op tweesprong bij HO

Nieuws | de redactie
6 mei 2011 | De stellingen worden in de Tweede Kamer betrokken: hoe moet en hoe kan politiek worden ingegrepen in de kwaliteit en aansturing van het hoger onderwijs? Er is geen natuurlijke meerderheid voor een politieke lijn, zo blijkt. Opleggen of stimuleren of sanctioneren? De sleutel is in handen van de PvdA.

De coalitie van VVD en CDA kan niet rekenen op gedoogpartnerPVV, als het gaat om een beleid waarin het HO – en het HBO afortiori – conform de HOAK-nota en de WHW wordt aangesprokenop de eigen verantwoordelijkheid. De partij van voorzitter Wildersvaart een vaste koers waarin ingrepen van bovenaf in het onderwijs,sanctionering van ‘managers’ en ontmanteling van niet welgevalligeHO-instellingen voorop staan. Bij verschillende instellingen heeftmen de voorbije jaren zelfs geëist dat de bekostiging zou wordenbeëindigd.

De bewindslieden van OCW moeten daarom hun steun elders zien teverwerven, willen zij tot effectief HO-beleid kunnen overgaan. Ditbeleidsterrein is daarom een van de interessantste om de werkelijkekrachtsverhoudingen en  ‘sfeer’ in Den Haag in de gaten tekrijgen en te houden.

Aanval op molochs en managers

Tot nu toe werd onder aanvoering van SP’er Jasper van Dijkgepoogd de gezamenlijke lijn van de socialisten en de PVV tegen’molochs’ en hun ‘managers’ aan een meerderheid te helpen. Daarbij was vooralde hogeschool Inholland de kop van jut. Na het actieplan vanhet interim-CvB en de positieve recensie door de inspectie daarvanlijkt dit mes inmiddels wat bot. Daarbij komt dat een eerderepoging om vanuit het parlement aan te dringen op een opsplitsingvan deze hogeschool bakzeil haalde.

Het duo PVV-SP gaf namelijk aan de aanpak van staatssecretarisZijlstra de facto niet langer te willen gedogen. Een motie die opkorte termijn wilde overgaan tot ‘defusering’ van Inhollandwerd daarom ingediend. Tot veler verrassing was de PvdAbereid die motie mede te ondertekenen. In de motie werduitgesproken dat Inholland door haar omvang en complexe regionalestructuur bestuurlijk niet meer houdbaar is gebleken. Debewindslieden zouden met de meest betrokkenen moeten overgaan toteen beleid van opsplitsing in separate, zelfstandigehogescholen.

Toen de motie in stemming werd gebracht, bleek dat alleen deindieners deze steunden. Vergelijkbaar met het debat over eenpolitiemissie naar Afghanistan kreeg de coalitie van VVD en CDA netvoldoende steun van fracties als GroenLinks, D66 en de ChristenUnieom de alliantie van de PvdA met SP en PVV af te stoppen.Hiermee bereikten deze drie fracties het omgekeerde van wat zijbeoogden en met de inspectiebeoordeling van de aanpak binnenInholland lijkt hun doel eerder verder weg geraakt.

Een populistisch ommetje

De bredere steekproef van de inspectie naar afstudeertrajectenin het HBO geeft SP en PVV echter weer moed. Want nu de focusverlegd wordt van een instelling naar een hele sector, kondenpartijen als GroenLinks en D66 de verleiding weleens niet weerstaanmee te doen in een pleidooi à la ‘something must be done!’Lastigste punt is daarbij dat de Kamer in brede meerderheid deopzet van het rapport-Veerman heeft omarmd. Die opzet gaat echternadrukkelijk uit van een primair eigen verantwoordelijkheid van deinstellingen voor hun profilering en de differentiatie van hunonderwijs. Het ontstaan van (nieuwe) verbanden en samenwerking ronddie profielen zou ook vooral ‘van onderop’ moeten komen.

De argwaan ten opzichte van de instellingen en hun managementkon nu wel eens zo groot blijken, dat die benadering ernstigingeperkt gaat worden. Sleutel voor een dergelijke bijstelling vanhet HO-beleid is in handen van de PvdA. Deze fractie kreeg niet zoheel veel handen op elkaar, toen zij met PVV en SP de opsplitsingvan Inholland bij motie dacht te kunnen verordonneren. Want dat isde facto, op basis van de wet, simpelweg niet mogelijk.

Immers, alle instellingen in het HO zijn bijzondere instellingen-rijkshogescholen en rijksuniversiteiten in de oude zin bestaan aldecennia niet meer- en kunnen bovendien bogen op de academischevrijheid en beleidsautonomie die in de WHW zijn gegrondvest.Bovendien laat de wet alleen maar toe dat er minderHO-instellingen komen. Nieuwe, meer instellingen staat volgensOCW de WHW helemaal niet toe. Opsplitsing kan dus alleen alsandere hogescholen bereid zouden zijn die losgewrikte delen vanInholland via fusieprocesen op te slokken. Het is danook de vraag hoe de PvdA na het populistische ommetje bijInholland zich meer fundamenteel gaat opstellen als heel hetHO-bestel in het geding komt.

Omgekeerde trend in het WO

Want een benadering van defusering en schaalverkleining opbestuurlijk vlak zou vergaande consequenties hebben. Als Inhollandte groot is, waarom dan Fontys niet? Dat heeft meer studenten enkent ook een wijde range vestigingsplaatsen door heelZuid-Nederland, inclusief Venlo. En hoe kunnen de universiteitenbuiten spel blijven, als een kleinschalige opzet de norm wordt?

De UU is echt een zeer grote instelling met een wereldwijdereputatie en de UvA is ook al geen kleintje. Zou de Kamer de UMC’sals deel van het academisch aanbod meetellen – en terecht – zijn de omvang en complexiteit van de WO-instellingen nogmeer die van molochs dan die van het merendeel van dehogescholen.

Dit maakt bovendien nog pikanter, dat de trend binnen het WOprecies de omgekeerde is van de denklijn bij de linksemeerderheid in de Kamer. Men streeft naar grotere en nog meergedifferentieerde eenheden, in lijn met de voorzet die Joop Sistermans in december2010 op ScienceGuide gaf. In de Randstad is zelfs eensoort academisch Inholland in de maak: een intensieve afstemmingvan aanbod en zwaartepunten in een nauw bestuurlijk verband van deEUR, TUD en Leiden. De strategische alliantie tussen de UU en deTU/e is evenmin een aanzet tot schaalverkleining en defusering.

Bestuurlijke drukte

Zou de Kamer in meerderheid toch een van boven opgelegde encentraal aangestuurde ontvlechting en verkleining van instellingendoorzeten, heeft dat nog een tweede consequentie. De Nederlandseinstellingen zouden bij de wereldwijde rankings van de kwaliteitverdwijnen uit (de kop van) het peloton. Terwijl men zegt de kwaliteit enexcellentie te bevorderen, loopt men dus het risico bestuurlijkedrukte en internationale déconfiture te vergroten.

Overigens, bij een reeks veel kleinere instellingen zal vooralhet aantal managers en infobrochures moeten toenemen. EenHBO-raad met zo’n 80 leden en een VSNU met zo’n 25 zouden bovendiende coördinerende rol van die koepels eerder versterken dan doenverminderen. Die kleine hogescholen en universiteiten zullen immerswel geleid moeten worden en nog veel meer hun best moeten doenenigszins zichtbaar te zijn in de relevante maatschappelijke enwetenschappelijke omgeving.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK