Hoger Onderwijs wil zelf weinig leren

Nieuws | de redactie
23 juni 2011 | Ferdinand Mertens is onstuitbaar. Na zware ziekte kwam hij terug als TU Delft hoogleraar en denker over toezicht, verantwoordelijkheid, hoger onderwijs en elke publieke sector die zich moet legitimeren. Met een groot congres zwaait hij nu af als professor, maar de oud-Inspecteur Generaal van het Onderwijs is niet klaar met denken. “Inholland is de Onur Air van het onderwijs geworden.”

“Ik bengelde met mijn beentjes wel een tijdje vlak boven deafgrond,” zegt Mertens over de jaren dat operaties, chemokuren enrevalidaties zijn lot waren. “Maar sinds maart ben ik weer aan hetwerk! Kijk eens buiten, de zon schijnt. We hebben hier een mooiecampus, ook nog. Daar kan ik van genieten. Vorige week keek ikgeamuseerd naar  de web-uitzending van de ‘ronde tafelhoorzitting’ over het HBO in de Tweede Kamer. Ik dacht – misschientoch weer te naïef – zou dit het begin zijn van een reflectieprocesof van snelle maatregelen?” 

U leest hier de indringende reactie vangasthoofdredacteur Jet Bussemaker, de rector van de Hogeschool vanAmsterdam, op Mertens’ analyse en metaforen voor de problemen inhet HBO, bij Inholand en het HO in den brede.

Stukje verder nadenken graag 

Mertens noemt de kritische doordenking en de oprispingen enopwinding over het HBO “een stukje zinvolle diagnostiek van hethoger onderwijs.” Dat Kamer, kabinet en koepels met elkaar enzichzelf worstelen over de ziektebeelden en diagnoses vindt hij danook helemaal niet zo erg.

“Maar de dag na die hoorzitting werd de oplossing algepresenteerd, een pakket ingrepen vanuit OCW. Toen dacht ik toch’zou een stukje verder nadenken niet productief zijn geweest?’Waarom zorgt de bewindsman niet voor een procesarchitectuur voor demanier waarop we met elkaar dit vraagstuk serieus gaan bespreken?En dat graag met een einddatum voor het scherp trekken vanconclusies.” 

Ferdinand Mertens neemt afscheid als hoogleraar na een loopbaanop allerlei terreinen en sectoren van bestuur en wetenschap. Op hetministerie van O&W was hij beleidsdenker en uitdieper voor de roemruchte HOAK-nota en WHW. Later werd hij erplaatsvervangend Secretaris Generaal en daarna als InspecteurGeneraal de chef van de onderwijsinspectie. Zijn toonaangevende rolals denker over én uitvoerder van toezichttaken leidde ertoe, dathij vervolgens inspectiechef werd in een totaal andere wereld: dievan luchtvaart, scheepvaart en andere mobiliteit bij Verkeer enWaterstaat. Zo kwam hij ook in de Ongevallenraad van Pieter vanVollenhoven. Geen crash ging meer aan Mertens voorbij,kortom. 

Zijn ervaringen met het toezicht op mammoettankers en cowboysvan het vliegwezen hebben zijn blik op autonomie, toezicht enpublieke verantwoording in het HO nieuwe kleur en scherpte gegeven.Voor het VSNU-café van 23 juni bieden zijn inzichten danook een veelheid van agendapunten en plaagstootjes.

“Ik las de presentaties die gehouden zijn bij het jubileum ’25jaar VSNU’.… tsjonge, wat liep dat over van tevredenheid metzichzelf. Kysia Hekster was daar een verademing tussendoor! Kon men niet beterdoordenken hoe men de komende 25 jaar verder veranderen moet? Nubegrijp ik zoiets beter dan 10 jaar geleden, dat geef ik ook weltoe, hoor.”

Mammoettankers naar veilige havens

Bij de ontwikkeling van het HO-bestel onder Deetman was Mertensal bezig met zeescheepvaart, met moeilijk beweegbare tankers op wegnaar veilige havens. Hij bepleitte een meer divers hoger onderwijsmet meer smaken dan enkele klassieke Humboldtiaanse universiteitennaast een paar TH’s en vele honderden beroepsscholen. “Ik was voorvariëteit en als je dat wilt dan moet je decentraliseren. Despanning tussen uniformiteit en verscheidenheid is een voortdurendverschijnsel.”

De grote winst van het HOAK-beleid moge voor een ieder danhelder zijn, Mertens wil ook een kritische blik op de onvoorzieneeffecten. Al was het maar omdat met ‘Veerman’ “de echtestrategische keuzen van de HO-instellingen tot uitdrukking zullenkomen in de vervlechtingen waarin zij zich het meest zullenontwikkelen en profileren. Welke koppelingen met je omgeving heb jeen waar zit je feitelijk echt in vervlochten? Dat zegt toch hetmeeste over welke profilering en welke kwalitatieve zwaartepuntenje hebt.”

Een onvoorzien nadeel van de grotere variëteit van het hogeronderwijs van vandaag noemt hij, dat “elk verschil in aanpak enuitkomsten wordt afgedaan met ‘zo doen wij dit nu eenmaal.’ Dat kanletterlijk een dooddoener blijken te zijn. In een meer centraalgestuurd systeem moet je daarentegen elke afwijking die jenastreeft wel eerst weten te bevechten. Die moet je als het wareveroveren! Dat biedt op zich al redenen tot debat in het bestel.Ook zonder centrale sturing moet strijd om de waarde van de’afwijking’ terugkomen, meen ik.”

De diversiteit in het HO zorgde voor nog iets, dat zowel leukals lastig werd. “Mannetjesputters gingen de nieuwe universitaireen HBO-organisaties trekken en die hebben weinig aanleg voordiscussie. Zij zeggen wel het nodige tegen elkaar, maardat is iets anders.”

Men wil niet weten wat speelt of werkt

Dit ging Mertens te meer opvallen toen hij in 2000 deonderwijssector verliet en elders inspectie en toezicht ginginrichten. “De onderwijswereld is weinig geïnteresseerd in wat jekunt leren uit andere terreinen. Dat vind ik een opvallend signaal.Men wil ten diepste niet weten wat elders speelt, of wat eldersgoed werkt. Het ontbreekt ook aan wat de Duitsers zo mooi ‘einekritische Öffentlichkeit” noemen. Iedereen zit in zijn eigenburcht, fijn gedecentraliseerd. De universitaire blaadjes warenvroeger interessant, maar zijn dat nauwelijks nog. Jullie doen bijScienceGuide op het web je best, maar de andere media zijnafwezig.”

“De zeescheepvaart is bij het toezicht bijvoorbeeld reuzeinteressant. Het is echt een wereldsector en men heeft zich overheel de aardbol aan elkaar verplicht met fundamentele afsprakenover ‘kwaliteit’ 20 à 30 jaar was het wildwest op de oceanen, metscheepsrampen als die bij Alaska en voor de Spaanse kust. Nu is ereen scherp inspectiesysteem, afgesproken is waar iedereen altijdnaar moet kijken. Dus als je het goed op orde hebt, is dat directzichtbaar en kost het toezicht ook niet veel, tijd én geld.Tegelijk is heel duidelijk afgesproken hoe en wanneer je hetsysteem van toezicht kunt wijzigen: alleen als deel van een vastebeleidscyclus, op de jaarlijkse conventie. Niet door tussentijds terommelen in de uitvoering van inspecties en afspraken over hettoezicht.”

Nog twee punten stipt Mertens als goede suggesties aan: men kanin de zeescheepvaart altijd een second opinion eisen vooreen inspectieonderzoek en er is een wereldwijd educatiestelselontwikkeld voor toezichthouders. “Het is echt een leuke sector, dieenorme tankers zijn net hogescholen. Ik behandelde zo’n kapiteinaltijd net als een collegevoorzitter. De eerste keer dachten ze’zo’n theoreticus zal hier wel weinig van snappen.’ Maar ik kwambinnen en dacht: ‘Die kapitein, dat is net Jan Karel Gevers, netJan Veldhuis!’ Ik was er meteen thuis…”

Onur Air

Op die schepen is de inspectie altijd “heel hands on. Als iksleutelfiguren aan boord wilde spreken om zaken te toetsen envergelijken, dan werden ze meteen opgeroepen. Ik wilde steeds demensen zien en bevragen die bij de systemen aan boord het verschilmoesten maken vanuit hun vak. Dus ook de chef-kokbijvoorbeeld!”

Mertens straalt als hij vertelt hoe leuk hij dit werk vond,juist vanuit theoretisch perspectief en de analytische opdrachtachter het uitvoeren van goed toezicht. “Zoiets is leerzaam voorandere sectoren. Organiseer het liefst zelf je kritische instantieen het debat dat je daaromtrent nodig zult blijven hebben.”

Ook de luchtvaart ziet hij hier als educatief exempel voor HBOen WO. “Je zult afspraken over toetsing en toezicht moeten makendie voor iedereen en ‘in elk land’ geldig zijn. Het moet daarommultilateraal gebeuren! Want ga maar na: als het ene land jou welwil laten landen en een buurland daarvan dat ineens weigert, danwordt vliegen heel riskant. Dan maken bepaalde landen ofluchthavens van jouw vliegtuig plotseling een zwart schaap, datnergens meer veilig terecht kan. In toezicht is daarommaatschappelijk vertrouwen een fundamenteel uitgangspunt.”

Al verhalend over een Turkse ‘pricefighter’ die in ons land nietmeer mocht landen, maar elders wel, komt er een ondeugende grijnsom zijn lippen. “In die casus zag je dat binnen de luchtvaart deonderlinge afspraken als zodanig in het geding kwamen. Onur Airwerd een zwart schaap gemaakt en toen moest de sector zelf oppakkenhoe men met de consequenties daarvan omging. Daar moet men zoietseen plek geven en concluderen wie er dan moet handelen. Inhollandis de Onur Air van het hoger onderwijs gemaakt. En nu moeten desector en OCW zich beraden wat dat voor henzelf betekent.”

Rijkdom van het onvoltooide

De ervaring en inzichten uit zo’n variëteit van sectoren enwereldwijde systemen van borging en afspraken over kwaliteit entoezicht maken Mertens’ afscheidscongres dan ook een moment vanrijke en ver reikende reflectie. Ook elders ziet men hoe wezenlijkdoordenking van toezicht en maatschappelijk vertrouwen is in eengeglobaliseerde, hightech samenleving. “Voortdurend komen hier nuziekenhuisdirecties langs om te leren van de veiligheidssystemendie in de luchtvaart zijn ontwikkeld. Dat is spannend werk, voorhen en voor ons.”

“Onze opdracht als wetenschap is het toch steeds het debat zo teorganiseren dat je via abstrahering van situaties en lessen daaruittot serieuze analyse en toepassing kunt komen. Dat moet je leren.Dat zal de kern van mijn rede aan het slot zijn, op 22 juni.”Diezelfde dag, gistteren, verscheen ook Mertens nieuwe boek,’Inspecteren – Toezicht door Inspecties’ bij SFU. Zoals gezegd, deman is onstuitbaar.

Wat Mertens al die jaren, ook bij het hoger onderwijsbeleid opO&W, het meest geleerd heeft? Hij kijkt weer even naar buiten,naar die zonnige campus en zegt dan “Het kunnen aanvaarden vanonvolmaaktheid. Die OESO-review van toen had zo’n mooie dichtregel alstitel: ‘Rijkdom van het onvoltooide’. Wat ik mezelf daarom maarvoorhoud, is die dialoog uit een stuk van Brecht, waarin de enefiguur vraagt: ‘Was machen sie?’ en de andere zegt: ‘Ich bereitemeinen nächsten Irrtum vor.'”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK