Haagse revolutie bij geld HBO en WO

Nieuws | de redactie
8 november 2011 | Het kabinet wil de financiering van hogeschool en universiteit omwentelen. Zijlstra wil verder gaan dan Veerman durfde dromen. HBO en WO schrikken zich achter de schermen al wild. Waar loopt dit op uit?

OCW is een verborgen campagne aan het voeren om deHO-bekostiging fors te herzien. Het succes van de StrategischeAgenda van Halbe Zijlstra  zal daar mee staan of vallen, heelpolitiek Den haag en de HO-wereld beseft dat. En dat is ookmerkbaar bij de eerste wederzijdse beschietingen. De eersteopenlijke fusillade was de voorzet van VVD-woordvoerder Anne-WilLucas in haar artikel op ScienceGuide over ‘meerkwaliteit in de HO-bekostiging’.

Voorzet vanuit VVD

Lucas pleitte voor meer publiek zichtbare criteria voor deverdeling van de investeringen vanuit de belastingen in HBO en WO.”Prestatieafspraken zijn niet hetzelfde als kwaliteitsbekostiging.De prestatiebekostiging is een bonus voor goed gedrag van deColleges van Bestuur, maar niet per definitie voor meer kwaliteit.Bovendien komen deze prestatieafspraken waarschijnlijk niet verderdan de kamer van het College van Bestuur. Wat de VVD betreftleggen we de prikkel voor meer kwaliteit waar hij hoort: bij deopleidingen en niet alleen bij de Colleges van Bestuur.”

Concreet voorbeeld; een hogeschool en universiteit ontvangt meerdan haar collega’s per opleiding die een excellentiekeurmerk van deNVAO heeft ontvangen. En dat zou tevens inhouden: zij verliest dieextra’s als dat keurmerk bij een volgende accreditatierondeverloren zou gaan. Binnen het macrobudget voor het hoger onderwijszou dus meer geld toevloeien naar de uitnemende aanbieders tenkoste van het relatieve aandeel van de overige.

Zijlstra gaat nog verder

De voorliggende voorstellen van OCW gaan nog veel verder in dezelijn. Daarin zou een reeks van indicatoren voor kwaliteit wordenopgenomen, waarmee HBO en WO hun inkomsten vanuit de rijksoverheidin relatieve zin kunnen verhogen ten opzichte vancollega-instellingen.

Er wordt gedacht aan feitelijke benchmarks ten aanzien vanmeetbare uitkomsten op gebieden als studiesucces, uitval vanstudenten, de opleidingsgraad van docenten (% masters en PhD in hetHBO) en e hoeveelheid overhead in verhouding tot deonderwijskosten.

Zijlstra’s ambtenaren botsen hiermee op de HO-koepels diebevreesd zijn voor een overdaad aan steeds verdere detaillering vanindicatoren, ook op het disciplineniveau bijvoorbeeld bij thema’sals de impulsen voor toestroom naar bèta en lerarenopleidingen ofspecifieke details ten aanzien van de inhoudelijke kwaliteit, zoalsbleek bij de ‘taal- en rekentoets’ voor de pabo.

Een dergelijke detaillering zou namelijk leiden tot de bekende’perverse effecten’ binnen de bekostiging. De instellingenherinneren zich nog te goed hoe de Kamer en de media over hen heenvielen bij de vorige ronde van de invoering van zulkebenchmarks.

“Je weet wat er gaat gebeuren”

Toen in de bekostiging het aantal behaalde diploma’s een zwareindicator was – om inzet tegen uitval en voor meer studiesucces aante moedigen – werden de instellingen verdacht van de inzet vanmechanismen om het afstuderen soepel te maken.

Via methodes als ‘Theo-routes’ zouden zij hun inkomsten als hetware manipuleren. Dat de bekostigende overheid dit implicietaanmoedigde was vergeten, zoals AHK-voorzitter en voormaligNVAO-bestuurder Olchert Brouwer niet zo lang geleden nog fijnzinnigschilderde.

“Gelukkig is de mate waarin diploma’s de bekostiging beïnvloedenmet name in het HBO flink gedaald. Daar was die mate van impactbuitengewoon hoog. Maar deze financiële prikkel blijft wel bestaanen hij blijft ook primair gericht op de hogescholen als instelling.En dat terwijl de prestatie die moet worden geleverd – ondanks alleaandacht voor ‘studeerbaarheid’ – toch grotendeels er een van destudent is.”

Zouden de indicatoren nog meer detaillering krijgen vanuit OCWdan kunnen de ‘perverse effecten’ nog ongrijpbaarder worden, zovrezen kenners van de bekostigingswetgeving bij koepels eninstellingen. Bestuurskundige en HO-kenner bij uitstek Roel in’t Veld zei op Prinsjesdag al: “Er is eenversterking aangebracht van de beleidsprikkels door de bekostiging.Dat is erg verkeerd. Het is ook verbazingwekkend, want dat zulkeprikkels verkeerd uitwerken is toch al zo’n 25 jaar bekend uit dewetenschappelijke literatuur op dit gebied…”

Roel in’t Veld onderstreepte “de perverse consequenties vanzulke onderdelen van de Strategische Agenda. Die zijn allangbekend. In 2001/2002 hadden we om dezelfde reden de zogehetenHBO-fraude. Deze voorstellen zijn gewoon de aankondiging van devolgende grote fraude. Je weet wat er gaat gebeuren. Men gaatprecies die dingen doen of inrichten die via zo´n prikkel extrageld opleveren. Aangemoedigd door de regels van OCW. Wat dat methogere kwaliteit van onderwijs te maken heeft is mij eenraadsel.”

Sturingsdrukte

De instellingen pogen nu het kabinet te overtuigen, dat eendergelijke sturing op detail-criteria niet gaat werken. Het zouzelfs de bonus/malus-regeling van Zijlstra gaan ondermijnen. Inplaats van stevige financiële plussen – en minnen – bijkwaliteitsprestaties zou de voorgestelde opzet een baaierd vanbureaucratische cijferexercities opleveren.

Deze zouden veel kosten en uiteindelijk slechts in kleinebedragen in de plus of min per benchmark uitmonden. Want debewindsman voorziet voorlopig dat de bonus/malus zo’n 7% van hetmacrobudget kan omvatten en een veelheid van kleine detailcriteriazal dan weinig impact kunnen vertonen.

Veel sturingsdrukte voor weinig sturingseffect dreigt dan, zovrezen experts vanuit de koepels. Liever zouden zij de vloed aandetails in criteria ordenen in hapklare brokken, maar OCW vreestdan te veel greep te verliezen op de bekostigingsopzet die hetministerie voorstaat. Daarmee staat het kabinet voor eendilemma.

Robespierre of Visconti?

Met zijn filosofie van minder bureaucratielasten bij eenhelderder normstelling voor publieke investeringen moet eenovermaat aan nieuwe ‘perverse prikkels’ wel op gespannen voetstaan. Laat men de visie van ‘bekostiging op kwaliteit’ als die vanLucas afbladderen naar ‘bekostiging op detailpunten’ ofconcentreert men de financiële sturing op stevige, maar wel bredethema’s van studievoortgang en kwaliteitsverbeteringen?

Nadeel van die tweede benadering is voor de bewindslieden dat deKamer van verschillende kanten regelmatig laat merken, dat menjuist graag zou willen sturen op aansprekende details of via anderecentraliserende middelen.

De PVV wil elk jaar 5% van de docenten doenontslaan om hun kwaliteit te verhogen en andere fracties houdenvast aan centrale toetsing van vakgebieden in het HBO. Dit zijnonderdelen waar vanuit de Kamer zeer wel aanvullende indicatoren encriteria in een nieuwe HO-bekostiging ingebouwd kunnen worden,bovenop de criteria die OCW al kon bedenken.

Zou Zijlstra hiervoor moeten zwichten, dan loopt hij vervolgensvast met zijn bonus/malus-regeling. Deze zou dan verspinteren inkleine financiële bijstellingen in plaats van dat deze een majeurefactor wordt voor het beleid binnen opleidingen eninstellingen.

Zo zouden twee klassieke wetten uit revoluties weer opgeld gaandoen. Allereerst eet een revolutie altijd haar eigen kinderenop,  zoals het lot van Robespierre ons leert. En ten tweede iser de Siciliaanse vorst Don Fabrizio die in de roman enVisconti-film ‘Il Gattopardo’ over revoluties zei: “Je moet alleslaten veranderen opdat het blijft zoals het is.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK