Kabinet houdt grote zorg om HBO

Nieuws | de redactie
25 januari 2012 | “De zwaarte van de vastgestelde tekortkomingen” in het HBO “is dermate groot,” dat het kabinet negatief oordeelt over hoe daar de kwaliteitsborging functioneert. Zijlstra biedt voor het eerst een volledig overzicht, meldt zijn diepe zorg en trekt harde conclusies. Inholland ziet hij nu echter positief.

“Het vertrouwen van de samenleving in de borging van dekwaliteit van afgestudeerden en de examinering en toetsing in hethbo is essentieel. De afgelopen periode is vastgesteld dat sommigeopleidingen dit vertrouwen niet waarmaken.” Met die ingetogen,harde zin begint staatssecretaris Zijlstra zijn eerste, generiekebeschouwingaan de Kamer over de staat van het HBO.  

Scherper borgen tussen accreditaties door

“Ik heb het afgelopen jaar over de kwaliteit van diploma’s inhet hbo dan ook zeer regelmatig (negen maal) overleg gehad met uwKamer. Ik acht het mijn verantwoordelijkheid om niet alleenconcrete misstanden te bestrijden als die vastgesteld worden, maarjuist ook maatregelen te nemen die de kwaliteit van het hogeronderwijs structureel verbeteren.”

Dit leidt tot een verscherping van de aanpak van de borging,juist ook tussen de momenten van de accreditatieprocedures door “Deonderzoeksbevindingen van Inspectie en NVAO laten zien dat debestaande borgingsmechanismen niet toereikend zijn om de problementijdig te detecteren en aan te pakken.

Als zich kwaliteitsproblemen voordoen en de internekwaliteitszorg van de instelling faalt in de periode tussen tweeaccreditaties in, komen die niet snel genoeg aan het licht. Dit gatzal gedicht worden door de Inspectie hierbij een grotere rol tegeven. Het nieuwe toezicht van de Inspectie zal sterker gerichtzijn op factoren die een risico opleveren voor de kwaliteit van hetonderwijs in de periode tussen twee accreditaties in.”

Cultuuromslag, zoals bij Inholland

Het kabinet wil naast concrete ingrepen vooral ook eencultuuromslag bewerkstelligen die leidt tot een veel krachtigerkwaliteitsborging. “Een dergelijke cultuuromslag acht ik minstenszo belangrijk als het aanpassen van formele wet enregelgeving.”

Zijlstra schrijft daarover: “De lat wordt dus hoger gelegd endat kan ook betekenen dat niet alle opleidingen zomaar over die latheen komen. Dat dit geen theorie is, blijkt wel uit de recentecasussen. Dit zijn voorbeelden waarbij docenten, management ofexterne beoordelaars kritisch zijn over aspecten van de kwaliteitvan een opleiding. Ik betreur dat, maar ik beschouw dit wel als eenlogische consequentie van het ingezette beleid. Het is ten slottejuist de bedoeling van de maatregelen dat alle betrokkenen kritischzijn of worden.”

Hij wijst er op dat in verschillende instelliingen nu op zo’nmanier gewerkt en gedacht wordt. Hij noemt daarbij Inholland alseen instelling waar dit voor hem het meest krachtig voelbaar isgeworden. “Recentelijk heb ik bijvoorbeeld kunnen vaststellen datHogeschool Inholland met volle kracht bezig is met hetverbeterproces en het implementeren van de noodzakelijkeverbetermaatregelen.”

Het ultimum remedium

Zou deze wending in de omgang met kwaliteitsproblemen nietadequaat zijn binnen een instelling, dan gaat het kabinet harder endirecter ingrijpen. Een wetsvoorstel komt dit voorjaar naar deKamer om dit mogelijk te maken. “Het kan voorkomen dat eeninstellingsbestuur niet in staat of niet bereid is omgeconstateerde tekortkomingen weg te werken. Handhaving kan in datgeval thans alleen door middel van bekostigingssancties.”

“In de huidige wetgeving ontbreekt een sluitstuk in hetverticale toezicht; daarin kan worden voorzien door in navolgingvan het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs – als ultimumremedium – een bevoegdheid aan de minister te geven om te kunneningrijpen en een “aanwijzing” te geven aan de internetoezichthouder indien er sprake is van ernstigetekortkomingen.”

Gedegen basis

In de hoofdlijnenakkoorden en prestatieafspraken zullen dehogescholen bovendien concreet moeten maken hoe zij hunexaminering, toetsing en toekomstige inhoud en profiel aanzienlijkverbeteren en aanscherpen.

Een belangrijke rol daarbij speelt de commissie onder leidingvan prof. Jan Anthonie Bruijn, die de opdracht heeft “om per sectoreen breed spectrum van mogelijkheden van externe validering inkaart te brengen. Dit kan door het betrekken van externe peers, deinzet van externe deskundigen en/of gecertificeerde examinatoren,gezamenlijke toetsing of landelijke examens.”

Zijlstra formuleert naar de kamer de centrale eis die hij in ditverband aan heel het HBO stel: “Een gemeenschappelijke kennisbasisis van betekenis voor de opleidingen, als oriëntatiepunt bijaccreditatie en voor de dialoog met het beroepenveld.

Elke bachelor opleiding zal zorg dragen voor een gedegentheoretische basis, voor voldoende onderzoekend vermogen, voorprofessioneel  vakmanschap en voor beroepsethiek enmaatschappelijke oriëntatie. Deze elementen van de hbo standaardzijn richtpunt voor de ontwikkeling van landelijkeopleidingsprofielen.”

Dat men in zijn ogen zo ver nog niet is binnen de hogescholen ende sectoren van het HBO blijkt uit het lapidaire zinnetje na dezepassage: “In de voortgangsrapportage zal de HBO-raad aangeven opwelke wijze hieraan gestalte wordt gegeven.”

Zorgen over specifieke hogescholen

De bewindsman meldt de Kamer tevens hoe de stand van zaken isbij de verschillende extra zware trajecten van onderzoek bijhogescholen die al langer onder vuur liggen. Daarbij is voor degoede verstaander duidelijk, dat hij grote zorgen heeft overkomende rapportages bij onder andere Codarts. “Ik zal u naontvangst van de rapportage over de eventuele consequenties op zokort mogelijke termijn informeren,” meldt hij de Kamer over dezecasus.

Ten aanzien van Windesheim houdt Zijlstra expliciet rekening metde meest vergaande consequenties uit de signalen overkwaliteitsproblemen.  Ernstige tekortkomingen zijngeconstateerd, “ook in het kader van de reguliereaccreditatieprocedure bij deze opleiding[journalistiek]“.

Hij meldt de Kamer daar reeds nu over: “Op grond hiervan heeftde hogeschool verschillende verbetermaatregelen aangekondigd. Hetis nu aan de NVAO om hierover haar oordeel uit te spreken. De NVAOzal hierover nog deze maand een besluit nemen. Indien er geenvertrouwen is in de verbeterpotentie, dan kan de NVAO besluiten datde opleiding haar accreditatie verliest.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK