HBO-docent meer dan master

Nieuws | de redactie
6 september 2012 | Elke meester een master? Willem Eikelenboom (onderwijsadviseur Twynstra Gudde) maant dat dit “niet ten koste mag gaan van wat in het hbo net aan het groeien was: het besef dat goed lesgeven en toetsen een vak apart is.” Pas dus op voor “de wasstraat-aanpak van cursus A naar B.”

“In de eerste week van september wordt in menige HBO-instellinghet hogeschooljaar feestelijk geopend. Een enkele opening zal watbeschouwend van aard zijn, de meeste zullen vooruitblikken op deforse ambities die de hogeschool heeft. Een van die ambitiesbetreft het opkrikken van het kwalificatieniveau van de hbo-docent.Met als gevolg dat met dit nieuwe hogeschooljaar er in ons landhonderden hbo-docenten beginnen aan een masteropleiding. Een mooieontwikkeling, maar wel eentje met een gevaarlijke keerzijde.

Master goed voor kennisfunctie hogescholen

Ongeveer tien jaar geleden bestond het docentenkorps voor 55%uit bachelors, voor 40% uit  masters en voor 5% uitgepromoveerden. Vanuit het oogpunt dat het logisch is dat de docentzelf hoger opgeleid is dan het niveau waartoe hij opleidt, is ervanuit de sector meer gestuurd op het opscholen van docenten en hetaannemen van docenten met ten minste een masterkwalificatie.

Onderzoek naar kwalitatief goed onderwijs toont aan dat dit eenlovenswaardig streven is. Er is een duidelijk positief verbandtussen opleidingsniveau van de docent en onderwijskwaliteit.Bovendien leert men in een masteropleiding praktijkgerichtonderzoek te verrichten, en dat komt de kennisfunctie van dehogescholen weer ten goede.

Nu is ongeveer een op de drie docenten in het hogerberoepsonderwijs maximaal bachelor gekwalificeerd; er is dus eenflinke winst geboekt Maar het streven van OCW is gericht op 80% vande docenten op masterniveau of gepromoveerd. In hethoofdlijnenakkoord tussen HBO en OCW zijn daarover eind vorig jaarafspraken gemaakt. Aangezien dit streefbeeld al in 2016 moet zijngerealiseerd, is het nu alle hens aan dek.

Forse aanslag op nascholingsbudget

Een masteropleiding vraagt namelijk nogal wat van docent enhogeschool. Het is een forse aanslag op zowel nascholingsbudgettenvan de hogeschool als op de tijd van de docent. Vaak moetencollega’s een tandje bijzetten om lesuitval vanwege studie op tevangen.

Natuurlijke vervanging van uitstromende docenten met eenbachelor door instromers met een mastergraad zorgt voor enigeverlichting van deze scholingsdruk, vooral in opleidingen metvacatures. Maar aangezien de grote groei-jaren van het hbo voorbijzijn en de leeftijdsgerelateerde uitstroom pas na 2020 flink omhoogzal schieten, heeft het hbo een forse uitdaging in’opscholing’.

Het betreft hier een volume van bijna tweeduizend hbo-docentendie de komende vier jaar een masteropleiding moeten halen. Dekosten hiervan zijn lastig te berekenen, die zijn mede afhankelijkvan of het een bekostigde masteropleiding betreft of eencommerciële, en hoeveel studietijd wordt verleend en voor welkeomvang vervanging wordt geregeld.

Enorme kostenpost

Eén docent die een masteropleiding volgt kan een hogeschool dieervoor kiest om hem twee jaar lang een dag studieverlof te verlenenen zijn college- of inschrijfgeld en zijn studiekosten te vergoedenin totaal al gauw €25.000 kosten. In totaal kan deze’opscholingsoperatie’ dus oplopen tot boven de 50 miljoen, en nogveel hoger als vaak gekozen wordt voor commerciële masters.Natuurlijk wordt een flink deel vergoed via de Lerarenbeurs, maarhet blijft een enorme kostenpost.

Is allemaal niet erg natuurlijk, het dient een goed doel:verbetering van de onderwijskwaliteit. Vanuit mijn ervaring binnenhogescholen zie ik echter ook een gevaarlijke kant. Door dezemega-investering dreigen andere vormen en terreinen vanprofessionalisering te weinig aandacht te krijgen. Afgelopen jarenis er vanuit diverse hoeken kritiek geuit op de didactischevaardigheden van de docent en op de kwaliteit van toetsing enexaminering.

Het betreft hier een diepgeworteld aandachtspunt van het hogerberoepsonderwijs. De talloze bedrijfsopleidingen van vroeger zijnnu gebundeld in zo’n veertig bekostigde hogescholen en enkelecommerciële instellingen. Als docent werd vooral kennis van deberoepspraktijk gevraagd; kunnen lesgeven was mooi meegenomen.

Geen scherpe eisen aan nieuwe docent

Zo’n vijftien jaar geleden is er steeds meer aandacht gekomenvoor didactische scholing, vaak via een cursus van pakweg 300 uurmet daarbinnen hooguit twaalf lesdagen. Die cursus zou een hardevoorwaarde moeten zijn voor een vaste aanstelling, maar dat wordtlang niet overal waargemaakt. Weinig hogescholen hebben ook scherpwelke eisen ze nou precies stellen aan een nieuwe docent of aan eensenior-docent of hogeschooldocent.

Vaak komt men niet verder dan zeer algemenefunctiebeschrijvingen. In goed bedoelde pogingen binnen enkelehogescholen om een soort basiskwalificatie te beschrijvingen blijfthet zoeken naar concrete vereiste vaardigheden en kennis.Voorbeeldje: is het niet logisch om van een docent in eendeeltijdopleiding te verwachten dat hij kennis heeft van hoevolwassenen leren en dat hij zijn onderwijsaanpak daaropafstemt?

Zoiets wezenlijks is in weinig hogescholen uitgewerkt. Met alsgevolg dat professionalisering in generieke vaardigheden te weinigaandacht krijgt. Ik kom ook niet veel docenten en managers tegendie daarop zitten te wachten. Dat is misschien nog wel het meestzorgwekkend in een sector waar hooguit drie van de tien docenteneen leraarsbevoegdheid heeft en een flink deel van de overigedocenten zelfs de zeer basale didactische cursus nooit heeftgedaan, laat staan een verdiepende follow-up. Niet raar dus dat dewaardering van de studenten voor hun docenten landelijk niet hooguitvalt: een zeven voor hun kennis en net iets meer dan een vijfvoor ‘andere aspecten’.

Kwaliteit van toetsing is achilleshiel

Wellicht dat de adviezen door de commissie Bruijn de sectorwakker schudden. Deze commissie heeft onlangs op verzoek van desector onderzoek gedaan naar de kwaliteit van toetsing enexaminering en komt onder meer tot de aanbeveling meer teinvesteren in de toetsvaardigheden van docenten.

De commissie wijst de sector op de achilleshiel: de kwaliteitvan de docenten wat betreft het maken van valide toetsen. Dit isniet een-twee-drie te repareren aangezien het maken van een validetoets complex is en omdat de sector hierin niet veel deskundigenheeft rondlopen. Het gevaarlijke aan deze constatering is datsceptici al snel gaan roepen om centraal schriftelijke examens. Endat zou helemaal de dood in de pot zijn, toont ook de commissieovertuigend aan.

Als professionaliteit niet wordt geconcretiseerd, is het ooklastig om invulling te geven aan professionele ruimte. Vanuit OCWwordt daarom ook voor het hbo gepleit voor een register en eenbekwaamheidsprofiel; ook al valt deze sector buiten de Wet Beroepenin het Onderwijs. Het onderwijs gaat hiermee de richting uit vanregistrering en aantoonbare professionaliteit die voor steeds meerberoepen opgeld doet, onder meer in de zorg en de zakelijkedienstverlening.

Goed toetsen is vak apart

Gebrekkige didactische vaardigheden en toetsvaardigheden; hetlijkt kommer en kwel in het hbo, maar dat is overdreven. In diversehogescholen wordt nadrukkelijker ingezet op levenlang leren van heteigen docentencorps en worden ‘generieke docentvaardigheden’explicieter aan de orde gesteld. Toetsbeleid en toetskwaliteitkrijgen de laatste jaren veel meer aandacht, al blijft dat vaakteveel beperkt tot aanscherping van protocollen in plaats van eisenaan professionaliteit.

Het antwoord zal ook zeker niet moeten komen vanuit de’wasstraat-aanpak’: alle docenten door cursus A en daarna doorcursus B. Het is beter aan te sluiten bij de impliciete kennis dieveel docenten al hebben, en maatwerk aan te bieden naasthogeschoolbrede leertrajecten.

Deze maand beginnen veel hbo-docenten dus aan eenmasteropleiding, de meeste ter verdieping van een bepaaldvakgebied. Deze goede ontwikkeling mag echter niet ten koste gaanvan wat in het hbo net aan het groeien was: het besef dat goedlesgeven en toetsen ook een vak apart is. En dat vooral hierin opkorte termijn forse investeringen nodig zijn.”

Drs. Willem Eikelenboom is in het hbo docent geweest,manager en directielid. Sinds enkele jaren is hij adviseurOnderwijs bij Twynstra Gudde adviseurs en managers


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK