Het verdorven genie wordt 200

Nieuws | de redactie
18 december 2012 | 2013 viert de kunstwereld een van de slechtste mensen waarvan het genie boven elke twijfel verheven is. 200 jaar Richard Wagner. Hij was en blijft een groot muzikaal revolutionair en meer. Waarom komen we nooit los van hem?

Een megalomaan. Een oplichter. Een uitvreter. Een bedrieger, salonsocialist, antisemiet, semi-filosoof, proto-fascist, leugenaar en echtbreker. Het klopt allemaal bij Wagner. Zoals ook klopt dat de Westerse muziek uit twee tijdperken bestaat: voor Richard Wagner en na Richard Wagner. 

Er is weinig reden de mens Wagner uitbundig te vieren en huldigen als bron van inspiratie, ook twee eeuwen niet na zijn geboorte in Leipzig. Het egomane gelieg begint al rond die geboorte. Zo beweerde Wagner dat hij ter wereld kwam terwijl zijn stad trilde van de kanonnades van Napoleons fatale “Völkerschlacht” tegen Rusland, Pruisen en Oostenrijk voor de poorten. Iemand als hij kon immers alleen tijdens een groots historisch moment geboren worden? Die veldslag vond in werkelijkheid een half jaar later plaats.

Poéte maudit

Die hang naar mythologiesering van zichzelf was zijn tijd niet vreemd. De romantiek was de tijd van de opkomst van de ‘poéte maudit’, de kunstenaar als afwijkende, gedoemde persoonlijkheid. De anti-burger. Richard Wagner heeft zich als romantisch artiest, als sublieme bohémien, dan ook vol uitgeleefd tussen 1813 en zijn dood in een Venetiaans paleis in 1883. Dat laatste is natuurlijk op zich al een über-romantisch slotakkoord van een kunstenaarsleven…

Dat hij een zeldzaam genie was, zoals zijn claque al tijdens zijn leven volhield, klopt niet. Zijn zus Rosalie was een bewonderde actrice, die al jong de eerste ‘Gretchen’  speelde die in Leipzig in Goethe’s Faust op het toneel werd gebracht. Zijn broer Albert was zanger en regisseur aan onder meer de Hofopera in Berlijn. Diens dochter Johanna was een gevierde operazangers in Berlijn en ook als actrice aan het fameuze Schauspielhaus van Schinkel aan de Gendarmenmarkt actief. Johanna Wagner zong zelfs mee als ‘Walküre’  en ‘Norne’  in de eerste Ringcyclus die haar oom in 1876 bij zijn eerste Bayreuther Festspeiel ensceneerde.

Het eerdere genie van de familie Wagner was Richards oom Adolf. Hij was een dichter, vertaler en filosoof van rang. In zijn jeugd had hij grote dichters als Tieck en Schiller gekend en ook de filosoof Fichte. Als vertaler van Byron, Benjamin  Franklin en Robert Burns bracht hij zijn neef Richard de verering van Shakespeare bij. En hij maakte hem een radicaal-liberaal en revolutionair. Net als oom Adolf, met zijn theoretische geschrift ‘Theater und Publikum’, zou neef Richard vele kunsttheoretische betogen publiceren.

Eng rechts?

Wat trouwens ook niet klopt, is het vooroordeel dat Wagner een extreemrechtse Nazi avant la lettre was. Zijn weduwe Cosima – een Franse gravin! – en zijn kinderen waren wel bijna allemaal fanatieke rechtsnationalisten en antisemieten in het Duitsland na zijn dood. Schoondochter Winifred – een Engelse nouveau riche! – zorgde bijvoorbeeld dat een opgesloten Putsch-pleger in Beieren veel schrijfpapier van de familie Wagner in zijn cel kreeg in de jaren twintig van de vorige eeuw. Zo kon Adolf Hitler zijn boek Mein Kampf schrijven.

Richard Wagner zelf was allesbehalve rechts. Hij was een revolutionair en vriend van de anarchistische leider en theoreticus Bakunin. Beide waren zo actief in een poging tot een linkse staatsgreep en volksopstand in Dresden in mei 1849, dat zij ter dood veroordeeld werden. Wagner ontsnapte, Bakunin werd aan de tsaar uitgeleverd, die hem in Siberië opborg. Inderdaad, het heeft maar een haar gescheeld of de grootste componist van de negentiende eeuw was een voetnoot in de muziekgeschiedenis geweest.

Maar was hij niet ook een enge jodenhater en nationalistische ophitser? Natuurlijk was Wagner dat. Het virulent antikapitalisme heeft in Europa altijd een antisemitische vleugel gekend, uit de diepe middeleeuwen voortkomend. Het nationalisme was – vooral in het Duitsland van zijn jaren – een liberale, revolutionaire kracht die de vele vorstendommen en oude Habsburgse heerschappij wilde omverwerpen en vervangen door een nieuwe, democratische natie. ‘Einigkeit und Recht und Freiheit’ zong hun hymne. Dat is precies wat in 1848-49 revolutionairen als Bakunin en Wagner niet wilde lukken.

Napalm in the morning

Heeft dat allemaal nou veel te maken met de geniale muziek en kunstrevoluties die deze componist produceerde? Wel degelijk. Zoals hij van de opera een zingevingsproject, een ‘Gesamtkunswerk’ wilde maken, en zoals hij politiek omverwerping van heel het bestaande voorop zette, zo was ook heel zijn leven zo’n project. Alles werd ondergeschikt gemaakt aan ‘das Werk’, de kunst. Die radicaliteit verklaart Wagners gewetenloosheid naar zijn medemens, vooral zijn mecenassen, zijn dirigent Hans von Bülow en zijn verdere omgeving.

‘Das Werk’ is van een tijdloze kracht en betekenis. Ook de grootste Wagner-hater – juist deze vanwege de grote emotie die hij oproept wellicht – moet erkennen dat de componist geen gelijke kent. Eigenlijk zijn alle klassieke musici na hem bezig zich aan hem te ontworstelen, te meten en voor hem te buigen. Mahlers symfonieën, Bruckners enorme muziekbouwwerken, alles van Richard Strauss en Shostakovich staat in relatie tot Wagners voorbeeld en radicaliteit. Philip Glass schrijft opera’s als een Wagner, over Einstein, over Gandhi, over mythische personen en concepten. Stockhausen schreef opera’s over ‘de tijd’ om heel het universum te vangen in klanken, net als John Cage in zijn werken wilde.

De hele filmmuziek van het klassieke Hollywood –en alles daarna in televisie, games en virtual realties- is Wagneriaans. Het moet een totaalervaring, een ‘Erlösung’ suggereren en de toeschouwer letterlijk meesleuren in een andere wereld waarin de ‘normale wetten’ niet meer gelden. Coppola’s eerbewijs aan Wagner in ‘Apocalypse Now’ is wellicht de eerlijkste verwerking van de betekenis van diens werk voor de wereld van de film en vooral van de radicaliteit van het mythische geweld dat Wagner weet op te roepen. “I love the smell of napalm in the morning.” 

Oersoep en verlossing

Hoe kwam Hollywood aan Wagner? Ten eerste werden de grote studio’s gestart door briljante, joodse ondernemers uit Duitsland en Oost-Europa, voor wie het muzikale genie van Wagner en zijn navolgers niet ter discussie stond. Veel van die navolgers vertrokken na 1918, en vooral na 1933, naar California en componeert en dirigeerden er op los voor MetroGoldwynMayer, Warner Bros en Harry Cohn van Columbia Pictures.

Richard Wagner is niet alleen de grondlegger van de multimediale muziek, hij is ook de ‘uitvinder’ van het idee van de muziek als post-christelijke verlossingsdaad. Nietzsche schreef al: “Seine Oper ist eine Oper de Erlösung”. Het ging om niets minder dan het vertolken van de geboorteweeën van de nieuwe tijd, de nieuwe wereld en de nieuwe mens.

Zo begint zijn Ring des Nibelungen met een oneindige zoemtoon uit het orkest die de eerste momenten van het ontstaan van het leven en de eerste zonnestralen op de ‘oersoep’ moet suggereren. De Ring eindigt na vier opera’s en een uur of 16 later met de totale ondergang van de wereld en de ‘oude goden’ in hun Walhalla, om in de slotmaten een soort boeddhistische reïncarnatie van het leven ten gehore te brengen. Je moet maar durven, inderdaad.

Wagner durfde. Zijn opera’s zorgden voor een complete transformatie van de westerse muziek. Een schijnbaar simpel voorbeeld: hij schafte aria’s, duetten en ‘zangnummers’ af, die voordien het publiek aanleiding gaven tot het geven van bijval gedurende de uitvoering van een stuk. Dat te stoppen was onderdeel van de ‘mythische onderdompeling’ waar zijn muziek zich volledig op richtte. Het concert- en operabezoek is erdoor ook in een tijdperk voor en na Wagner in te delen. Nog los van de muziek an sich.

Grieks ideaal

De klank en opbouw van de muziek heeft Wagner fundamenteel vernieuwd. Hij benutte de ‘chromatiek’ van de klanken om de harmonie van de muziek open te breken. ‘Tristan und Isolde’ geldt als de grote doorbraak naar wat nu ‘atonale’ muziek wordt genoemd. Het openingsakkoord van de ouverture van deze opera is een bewuste breuk met wat sinds Bach en Beethoven als ‘mooi’ en ‘harmonisch’ was gaan gelden. Op dat ‘Tristan-akkoord’ begon het nieuwe tijdperk van de westerse harmonie en muziekperceptie.

De muziek en de tekst waren voor Wagner aspecten van het muziektheater die niet langer gescheiden konden zijn. Dat gold vervolgens ook voor de regie, de belichting, de aankleding en zelfs de plek waar het orkest hoorde te zitten bij een uitvoering. Alles moest in een geheel op gaan, zoals in het Griekse ideaal van de tragedie als godsdienstige en politieke katharsis-handeling. Wat hij hiermee beoogde was niets minder dan “das Gesamtkunstwerk der Zukunft”.

Eigenlijk was Wagner daarmee dus tegelijk de oprichter van zowel Pink Floyd, U2 als de openingsceremonies van ‘over the top’ sportfestijnen. Ook het permanente faillissement van Olympiades is Wagneriaans te noemen: hij was heel zijn leven min of meer bankroet en gaf het geld van zijn financiers schaamteloos en met bakken tegelijk uit.

Halbe Zijlstra en Justin Bieber?

Met zijn Bayreuther Festspeile vond Wagner het ‘kunstfestival’ uit,  als een eigen soort evenement voor geconcentreerde artistieke ervaring en ontmoeting in ‘de vrije tijd’. Hij bepaalde daarin alles: alleen zijn eigen opera’s worden er opgevoerd en alleen die werken uit zijn oeuvre die hij op latere leeftijd nog wilden laten gelden als ‘Gesamtkunswerk’.

Het festival als society-event is ook de vondst van ‘Bayreuth’. Bij de eerste Festspiele kwam iedereen. Van de keizer van Brazilië en keizer Wilhelm I tot jonge musici uit heel Europa, onder wie Peter Tsjaikovski, en veel adellijke dames met kunstzinnige aspiraties. Ook Karl Marx zou gaan, maar hij kon nergens nog een hotelkamer boeken en moest weg blijven.

Het deficit was voor de tijd gigantisch: 150.000 Mark. Een Beierse kunstbewindsman Halbe Zijlstra zou gesidderd hebben, want het gat werd achteraf gevuld door koning Ludwig II van Beieren.

Het leidde wel tot – bijvoorbeeld – de compositie van de beste Russische opera ooit: Jevgeni Onegin van Tsjaikovski. In feite komt de westerse kunst nooit meer los van Richard Wagner. Hij heeft op elk aspect van onze kijk op de kunst en het ‘kunstbedrijf’ een blijvende en controversiële invloed uitgeoefend. Behalve op één ding. De hysterische verering in de popcultuur van sterren als Justin Bieber of Michael Jackson is nu eens niet de schuld van Richard Wagner.

Maar ook dit fenomeen zit niettemin aan de familie Wagner vast. De eerste echte popster van de westerse muziek was de Hongaarse pianist, componist en lekenpriester Franz Liszt. Die werd Wagners schoonvader dankzij diens veel beroddelde huwelijk met zijn onechte dochter Cosima. Liszt woonde vaak bij zijn kinderen in Bayreuth en schreef een aangrijpend pianostuk, als hommage, bij de dood van Richard Wagner in 1883. In 1886 stierf hij zelf, tijdens de Bayreuther Festspiele uiteraard.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK