Excellent onderwijs begint bij docent

Nieuws | de redactie
1 februari 2013 | Hogeschool Rotterdam geeft met de I-Labs sinds 2010 invulling aan honours onderwijs. HR-onderzoeker Josephine Lappia kijkt naar sterke en zwakke punten in het programma. “De leeromgeving in Innovation Labs heeft op de onderzochte excellente studenten een significante impact.”

De Innovation Labs startten in 2010 op de Hogeschool Rotterdam om excellente studenten extra uitdaging te bieden in een multidisciplinair programma onder leiding van een lector. De  programma’s hebben daarbij een maatschappelijke component.

Docent moet zelf onderwijs verbeteren

Lappia deed afgelopen jaren onderzoek bij de verschillende Labs om te zien in hoeverre deze benadering daadwerkelijk bijdraagt aan de ontwikkeling van studenten tot excellente professionals, zoals de HR excellentie heeft gedefinieerd.

Op een speciale studiedag voor docenten in het honoursprogramma van de Rotterdamse hogeschool lichtte Lappia haar onderzoek toe. Voor zowel de organisatie als de docenten zijn namelijk nog genoeg handvatten te vinden om de Innovation Labs naar een hoger plan te tillen.

Lappia stelt dat het “samenhang is gevonden tussen de competentieontwikkeling van excellente studenten en de mate waarin hun docenten zijn geprofessionaliseerd voor honoursonderwijs.” Met andere woorden, op het moment dat docenten zichzelf actief bekwamen in het lesgeven in de Labs, is het resultaat daarvan direct zichtbaar in de onderwijsprestaties.

Professionaliseren kan op vele manieren

Het belang daarvan werd onlangs al benadrukt door Hanze-lector Marca Wolfensberger die onlangs promoveerde op het onderzoek naar de professionalisering van docenten in het excellentieonderwijs. “Honours onderwijs kan alleen ontstaan waar het onderwijs op orde is,” stelde Wolfensberger in gesprek met ScienceGuide. Docenten zullen dus een slag moeten maken in hun onderwijsaanpak.

Hoe docenten dit doen, zo blijkt in de discussie op de bijeenkomst, verschilt nogal. Sommigen zijn nog bezig met extra onderwijs op WO-niveau, anderen volgen in hun eigen vakgebied de nodige bijscholingscursussen. De kwaliteit van het onderwijs gaat dus omhoog omdat “de docent het ontwikkelde professionaliseringaanbod heeft gevolgd, of doordat de docent zelf professionaliseringsactiviteiten heeft ondernomen.”

Rotterdam op de goede weg

Lappia concludeert dan ook dat het honoursonderwijs in Rotterdam op de goede weg is. “Het ontwikkelde aanbod voor docentprofessionalisering heeft naar alle waarschijnlijkheid de beoogde impact gehad op de door de studenten ontwikkelde competenties van excellente professional. Alle reden dus om door te gaan op de ingeslagen weg met de gekozen excellentiebenadering in de vorm van Innovation Labs en de daarop afgestemde professionaliseringspraktijk voor docenten.”

In de daaropvolgende discussie rijzen verschillende vragen bij de gekozen vorm van honoursonderwijs op de Hogeschool Rotterdam. Niet alleen de professionele ontwikkeling van docenten staat centraal. Door studenten wordt vooral de wens tot persoonlijke ontwikkeling en de betrokken docenten als keuze voor de I-Labs gegeven.

Lappia raadt docenten dan ook goed aan bij elkaar in de keuken te kijken om het onderwijspraktijk te verbeteren. “Het is misschien wel goed om een maatje te zoeken in het begeleiden van de I-labs. Iemand die er juist heel anders tegenaan kijkt. Op die manier houd je elkaar en het onderwijs scherp en fris.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK