Lerarenopleidingen tegen selectie

Nieuws | de redactie
30 januari 2013 | De vier grote HBO-faculteiten voor docentenopleidingen zijn tegen selectie. Iemand met hoge examencijfers hoeft helemaal nog geen goede leraar te zijn, waarschuwen zij de voorstanders. De populaire vergelijkingen met Finland vinden ze oneigenlijk. “Dat is het Nederland van de jaren vijftig."

ScienceGuide sprak met de leidende figuren van de vier samenwerkende educatieve faculteiten, van de HvA, HU, en Windesheim en Inholland. Wat voor rol speelt de versterking van de docentkwaliteit in hun gezamenlijke aanpak, mede in het licht van de aankomende International Summit on Teaching Profession, waar dit het centrale thema zal zijn? En in het licht van het recente advies van de Onderwijsraad.

De vier faculteiten hebben de handen in een geslagen om hun rol veel beter te kunnen spelen in het hoger onderwijs. “De educatieve faculteit speelt op iedere hogeschool de belangrijkste rol, omdat het maatschappelijk belang van het opleiden van leraren enorm groot is. Wanneer het onderwijs faalt heeft dat grote maatschappelijke impact, omdat leerlingen dan niet goed ‘klaargestoomd’ worden voor de arbeidsmarkt. Wat ook nog eens veel negatieve maatschappelijke bijeffecten heeft”.

Het gaat er om de lerarenopleiding in Nederland nog beter te maken. Het doel is om met de vier gezamenlijk voor landelijke dekking te zorgen wat betreft het aanbod van de educatieve opleidingen. Deze samenwerking is daarmee ook bedoeld om kennis te delen tussen deze opleidingen en hogescholen. Dit wordt onder andere gedaan door gezamenlijke lectoraten. Zij kijken hoe wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek dienstbaar kan zijn aan de vormgeving van het onderwijs op deze faculteiten.

Internationale inspiratie

Veel inspiratie hebben de faculteiten opgedaan door de wijze waarop president Obama het onderwijs op de agenda heeft gezet “Obama heeft met zijn onderwijsagenda er voor gezorgd, dat Amerika ook over de grenzen is gaan kijken. Ook in het klaslokaal is dat veel te weinig gebeurd: hoe haal je de buitenwereld naar binnen, zodat je onderwijs weer aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Zo durft het onderwijs in de Verenigde Staten ook weer expertise vanuit het buitenland te halen”.

Windesheim heeft bijvoorbeeld contact met een aantal Highschools in New-York, om advies te geven over de vormgeving van het beroepsonderwijs. “Die ‘change’ die daar teweeg is gebracht ten aanzien van het leraarschap is inspirerend. Wel blijven we zien dat het onderwijs hier in Nederland vele malen beter is dan in Amerika.” 

Nederland heeft in dit opzicht weliswaar niet de faam van Finland, maar dat is ook een oneigenlijke vergelijking, zo stellen de betrokken mensen uit de vier hogescholen. “Als je naar Finland gaat, dan zie je al snel dat het een soort Nederland is van de jaren vijftig. Een land met weinig vraag naar hoogopgeleide mensen op de arbeidsmarkt. Dat is dan ook de reden dat er in Finland zoveel academisch geschoolden voor de klas staan. Nederland kent in dat opzicht een heel andere dynamiek. Zo hebben wij hier een grote dienstensector waar ontzettend veel hoogopgeleide mensen werken”.

‘The best of both worlds’

Over het advies van de Onderwijsraad over het leraarschap in deze tijd stellen de vier faculteiten dat dit eigenlijk weinig nieuws heeft gebracht. Unaniem zijn zij tegen het voorstel van selectie. Ze pleiten veel eerder voor goede matching. “Met hoge cijfers ben je nog niet per definitie pedagogisch en didactisch bekwaam om het vak als leraar goed te kunnen uitoefenen. Je hebt daarom veel meer aan een goede intakeprocedure, in plaats van selectie aan de poort. De ervaring leert dat de cruciale factor of een student succesvol zal zijn tijdens de studie en in zijn latere loopbaan is terug te voeren tot de intrinsieke motivatie”.

Voor de rest wijzen de vier op hun zorg dat met deze voorstellen er te weinig aandacht gaat bestaan voor de zittende groep docenten. “Er moet juist ook aandacht komen voor die grote groep mensen en professionals. Zij moeten veel meer mogelijkheden krijgen om zich bij te scholen. Door alleen te focussen op de initiële lerarenopleiding, ga je voorbij aan wat er nog aan kwaliteitsslagen te maken valt met de docenten die al jaren voor de klas staan”.

Daarbij komt dat de onderwijspraktijk gediend is met een goede en diverse samenstelling van mensen in de scholen. “Alleen maar academisch geschoolde pabo-docenten zou niet goed zijn. We moeten er voor blijven zorgen dat het onderwijs een goede mix is van verschillende type docenten. Het gaat er om ‘the best of both worlds’ te bereiken daarin.”

Daarnaast wordt er aandacht gevraagd voor de begeleiding van jonge docenten. “Begin twintigers zijn niet meteen een seniordocent, dat wordt nog wel eens vergeten”. Het is zaak dat de nieuwe generaties docenten goed begeleid worden, om te voorkomen dat ze teleurgesteld na een aantal jaar het onderwijs weer verlaten. Omdat ze teveel opgesloten hebben gezeten in het eigen klaslokaal en niet met collega’s over specifieke problemen hebben kunnen spreken”.

De Summit

Tijdens de Summit over het leraarschap in maart in Amsterdam is het centrale thema de kwaliteit van de docent. Wezenlijk thema zal daar zijn: wie bepaalt die kwaliteit, de overheid of de samenleving? Volgens deze faculteiten is het de overheid die definieert wat kwaliteit is. Het is vervolgens aan de ouders, samen met de kinderen, om te bepalen wat voor hen goed onderwijs is. “Kinderen kunnen perfect beoordelen wat een goede of een slechte docent is. En laten dat oordeel helemaal niet afhangen van hoe populair een docent is. Ze kijken allereerst hoe goed iemand les kan geven”.

Een ander belangrijk thema van deze Summit is hoe de kwaliteit van docenten wordt gemeten. “Dat is eigenlijk een 360 graden evaluatie. Voorop staat dat docenten zichzelf beoordelen, daarna komt de leidinggevende en vervolgens de leerling. Ook peer-reviewing maakt een cruciaal onderdeel uit van lerarenevaluaties. Deze aanpak wordt op de educatieve hogescholen veelvuldig gebruikt”.

Waar ons land voor moet waken als gastheer van de Summit, is dat het een “feestje wordt van de bobo’s. Want op het gebied van onderwijs zijn er in dit land ontzettend veel mooie initiatieven. Het is alleen jammer dat scholen en docenten dat niet altijd naar buiten durven brengen”. Input van zulke initiatieven, lerarenopleidingen en docenten zelf kan het internationaal samenwerken en vergelijken van ‘wat werkt’ extra impulsen geven. Dat is een ervaring die de vier ook zelf hebben opgedaan. Onder andere in de inspiratie door Obama, die de Summit initieerde, met “die ‘change’ die daar teweeg is gebracht ten aanzien van het leraarschap.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK