All the People

Nieuws | de redactie
26 april 2013 | “Het imago van The Beatles berustte op een illusie.” Door innovatief te zijn werd de band toch de allergrootste, stelt oud-AWT-voorzitter Jan Anthonie Bruijn bij de diesrede in Eindhoven. Ook het Nederlands HO moet de keuze maken voor innovatie en kennis in de gezondheidszorg.

U leest de volledige diesrede van Jan Anthonie Bruijn hieronder 

 

 

“Leden van het College van Bestuur, studenten, promovendi, hoogleraren en docenten, dames en heren, 

‘Imagine’. Dit lied van John Lennon is hier vanmiddag al vaker aangehaald. Door zijn eenvoud is het prachtig. Het is historisch innovatief. Het roept ons op tot verbeelding. Het wijst ons op de innovatieve en creatieve kracht ervan. 

Als compositie stelt het lied Imagine eigenlijk niet veel voor. Eigenlijk is het vreselijk saai. Een harmonische analyse leert, voor de liefhebbers, dat we vertrekken van de grondtoon om vandaar te springen naar de vierde trap. Om dat helemaal duidelijk te maken, herhaalt zich dat drie keer. Om van de schrik te bekomen mogen we dan de trap af van vijf naar een. Dan mogen we twee volle maten uithijgen op vijf, en dan nog een salvo van vier keer vier-vijf, met een zachte landing op een. Simpeler kan het bijna niet. Modulaties ontbreken, evenals contrapunt.

Het imago was een illusie 

Ook de tekst mondt uit in eenvoud en eendimensionale poëzie. 

Choreografie was er niet: de Beatles en John Lennon zelf hebben tijdens hun honderden optredens op het podium niet één stap verzet. 

Zuiver zingen konden ze ook al niet. Werkelijk iedere noot was vals. Er zijn in de wereld miljoenen zangers maar ook pianisten, gitaristen en drummers die technisch veel beter zijn dan de Beatles. En het imago van The Beatles berustte op een illusie. 

Maar in één ding waren The Beatles onverslaanbaar. Hun totale en grensverleggende innovatie. Die zat hem in de combinatie van factoren. De ingrediënten waren stuk voor stuk bekend en eenvoudig. Maar het was de combinatie van die ingrediënten. Die was uniek. Die was nieuw. Die resoneerde grenzeloos op die plaats in die tijd in die culturele en politieke constellatie. John Lennon was zestien jaar oud toen hij voor het eerst optrad met de band die later The Beatles heette.

Gedurfde vernieuwing 

En net zoals Bach de in zijn tijd al bekende dimensies harmonie en contrapunt tot iets geheel nieuws combineerde, in een vaak religieuze context, zo was de muziek van Lennon en zijn vrienden een mix van folk, blues en dixieland-achtige jazz, later aangevuld met invloeden uit de vroege soul, motown en rhytm and blues. En dat alles in een romantische en sociaal-politieke constellatie. 

Dat was een heel nieuwe combinatie, een innovatie. En het was een kennelijk perfecte innovatie, in die zin dat er niets teveel in zat terwijl er ook niets vergeten werd. Alle relevante aspecten werden betrokken. De impact van die gedurfde vernieuwing was zo groot, ongeëvenaard en blijvend, dat als je vandaag naar de stad gaat die door velen nog steeds gezien wordt als het culturele en financieel-economische centrum van de wereld – New York – en je gaat naar het centrum van die stad – Central Park – dan tref je daar een monument aan waarop 1 woord staat: Imagine. En dat is het monument voor de schrijver van het liedje ‘Imagine’. 

Het bevindt zich op honderd meter van de plek waar hij, ook dankzij zijn beroemdheid, werd doodgeschoten. In innovatie liggen constructie en destructie vaak dicht bij elkaar. 

Net als in de kunsten zit ook in de wetenschap de vernieuwing en innovatie vaak in een onverwachte recombinatie van het bestaande, zoals bekende materialen of theorieën. 

Innovatie is ook de drijvende kracht achter vernieuwing in de gezondheidszorg. Innovatie bepaalt het tempo waarin medische technologie zich ontwikkelt. Tegelijk worden consumenten beter geïnformeerd, mondiger en veeleisender. Consumenten vragen om innovatie. Medische, wetenschappelijke en economische drijfveren stimuleren wetenschap en innovatie in de zorg in een ongekend hoog volume en tempo.

Hoe oud gaan we worden?

De dromen waarover Arno Peels sprak, zijn heel voorstelbaar. Een wereld waarin we straks nog veel gezonder nog veel ouder worden. Enkele weken geleden publiceerde Nature Genetics het nieuws dat met internationale genoomwijde associatiestudies, van onder andere Nederlandse onderzoekers, genetische regio’s zijn ontdekt die onze telomeerlengte reguleren. We staan daarmee aan de basis van begrip van onze veroudering.

Zullen we straks met gentechnologie of nanotechnologie onze telomeren in vivo kunnen relongeren en daardoor het proces van veroudering fundamenteel kunnen remmen? Het klinkt misschien ongelofelijk als je zegt dat wij 150 jaar oud kunnen worden, maar het klonk in 1900, toen de gemiddelde levensverwachting 48 jaar was, niet minder ongelofelijk dat honderd jaar later de gemiddelde levensverwachting met 67% zou zijn toegenomen.

Dus, 150? Of nog veel ouder? Er is geen enkele wetenschappelijke observatie op grond waarvan het onmogelijk is. Laten we hopen dat tegen die tijd wel de pensioenleeftijd is verhoogd, anders wordt de zaak helemaal onbetaalbaar.

Brabant centrum van innovatie 

Ook hier in Brabant met zijn Brainport zien we indrukwekkende bijdragen aan de medische wetenschap. MKB, grootbedrijf, zorginstellingen, provincie, financiers en kennisinstellingen zoals Universiteit, Hogeschool en TNO, werken samen om nieuwe producten en diensten in de zorg te ontwikkelen. De ziektes die veel impact zullen hebben op de zorg zijn dementie, diabetes en COPD, een ernstige longziekte.

Interactieve matrassen, een horloge dat hartslag, zuurstofgehalte en beweging meet, een pillendispenser waarmee chronisch zieken zelf thuis veilig, trouw en gecontroleerd hun medicatie kunnen innemen, softwaresystemen om zorgverleners onderling informatie over patiënten te geven tot aan tracking systemen ter ondersteuning van dementerenden. 

Huizen worden zo ingericht, dat ouderen veel langer dan nu zelfstandig kunnen blijven wonen, bijvoorbeeld met behulp van domotica en flexibele inrichting. In de ontwikkeling van al deze innovaties speelt Brabant een zeer grote rol.

Sneller, kleiner en goedkoper 

E-health biedt patiënten kansen om de zorg meer in te richten vanuit hun perspectief. Telezorg zoals Thuis 2.0 voor patiënten met ernstige psychiatrische stoornissen, andere vormen van behandeling via internet, het is er eigenlijk al of het is in ontwikkeling. Systeembiologie, een intensieve integratie van experimenteren met wiskundige modellen, helpt bij het vinden van nieuwe geneesmiddelen. Dankzij nanotechnologie wordt alle straks nog duizend keer sneller, kleiner en goedkoper. Door te bouwen met atomen moet het mogelijk worden om cellen te maken en om intracellulair te opereren. Sommige visionairs  dromen zelfs van het printen van hele organen. 

Dames en heren, de zegeningen van deze medische vernieuwingen zijn enorm. Dankzij wetenschap en innovatie behoort de Nederlandse gezondheidszorg tot de beste ter wereld. En dankzij onze welvaart en onze sociaal-economische structuur behoort onze gezondheidszorg tevens tot de meest toegankelijke ter wereld.

Dat is te danken aan onze voorouders. Daar kunnen we trots op zijn. Maar we moeten het ook zo zien te houden voor onze kinderen. We willen toch niet een generatie worden die zegt: mijn ouders hebben hard gewerkt, ik zal zorgen dat mijn kinderen ook weer hard moeten werken.

En dat brengt ons dan tot het fenomeen grenzen. Met innovatie ontdekken we vanouds naast nieuwe mogelijkheden ook nieuwe grenzen. De grenzen in de zorg die we in de afgelopen decennia ontdekten waren vooral van technische, ethische en juridische aard. Denk aan de maatschappelijke discussies rond vaccinaties, prenatale diagnostiek, abortus, screening op baarmoederhals- en borstkanker en, meer recent, genoom screening.

Economische grens in de zorg 

Maar vandaag dient zich in de zorg een economische grens aan. Ofschoon ook dit geen nieuwe grens is, dringt hij zich nu pregnanter dan ooit aan ons op. Als deel van de collectieve uitgaven stegen de zorgkosten tussen 1970 en 2010 van 7 naar 21%. De zorgkosten verdubbelden de afgelopen tien jaar van ruim 40 naar ruim 80 miljard.

Het basispad geeft voor de komende vier jaren een stijging van de zorgkosten van 11 miljard aan, waarvan het regeeraccoord, als het geheel wordt uitgevoerd, 5 miljard reduceert, zodat er nog steeds een stijging van 6 miljard in vier jaar overblijft. Het CPB publiceerde in januari het rapport ‘De prijs van gelijke zorg’, en wees er daarin ook op dat de kosten flink zullen stijgen als de ontwikkeling van de technologie zo doorgaat en wij de zorg toch breed verzekerd willen houden. 

Dan groeit het aandeel van de zorg in het bruto binnenlands product in dertig jaar tot ruim 30 procent. Dan betaalt een gemiddeld gezin in 2040 bijna de helft, namelijk 47% van zijn bruto inkomen aan zorg, twee keer zoveel als nu. En dan gaat driekwart van de inkomensgroei van de lagere inkomens op aan zorg. Dat is economisch en maatschappelijk onhoudbaar. Nu al lenen wij ruim 50 miljoen euro per dag bij om onze huidige levensstandaard overeind te houden. Dankzij het harde werken van onze voorouders zijn wij zo kredietwaardig, dat de mogelijkheid om bij te lenen ook iedere dag voor ons ligt. 

Knappe jongen die die verleiding weet te weerstaan. De schuld laten wij na aan onze kinderen. Wij nemen het risico dat de zwakkeren van de maatschappij straks, de dupe worden van onze decadente weigering nu om te hervormen. 

Het CPB legt ons dan ook twee fundamentele keuzes voor die gemaakt moeten worden. Het eerste dilemma is of arm en rijk de zelfde zorg moeten krijgen. Geven we keuzevrijheid, waarbij koopkracht en kwaliteit van zorg gekoppeld zijn? Of gaan we voor een uniforme zorg, waarbij rijk en gezond, nog meer dan nu, meer betaalt dan arm en ongezond? De vraag is tot waar die solidariteit economisch, maatschappelijk en politiek houdbaar blijft.

Doorsocialiseren wordt de-socialiseren

Doorsocialiseren zou dan wel eens de-socialiseren kunnen worden. Als men te ver doorsocialiseert zinkt het hele schip. En dan raken de mensen aan de onderkant in ieder systeem als eerste het water. Constructieve en destructieve innovatie liggen dan dicht bij elkaar. Over deze kwestie was het huidige kabinet al bijna gevallen voordat het geformeerd was. 

Het tweede dilemma gaat over de eigen bijdragen. Moet de burger zelf meer betalen voor zorg of moet het collectief de meeste lasten dragen? Officieel sprak het CPB geen voorkeur uit, maar het was duidelijk dat de economen veel keuzevrijheid in verzekeringen, aangevuld met meer eigen betalingen interessant vinden voor Nederland.

Het CPB wijst voor de kostenexplosie in de zorg twee oorzaken aan: de vergrijzing en technische innovatie. Aan de eerste kunnen we niets doen. Dus is de vraag: hoe kunnen we de gewenste technologische vooruitgang blijven boeken en tegelijkertijd de zorg breed toegankelijk houden? Onze oerdrift tot overleving en zelfbehoud is een sterke prikkel om dóór te innoveren in de zorg. Een andere stimulans is dat aan innovatie verdiend wordt. Een derde factor is de wetenschappelijke prikkel, onze nieuwsgierigheid. De verwondering waarover Massimo Mischi zal spreken.

Hoe verder met innovatie in de zorg? 

Maar als we voor meer ziektes betere oplossingen zoeken, dus het assortiment zorgproducten kwalitatief en kwantitatief uitbreiden, nemen de kosten verder toe. Bijna alle innovaties in de zorg leiden tot hogere kosten. Zelfs innovaties in de sfeer van de preventieve geneeskunde leiden wel tot gezondheidswinst, maar macro-economisch niet tot kostenbesparingen. Verreweg de meeste kosten worden immers gemaakt in de laatste jaren van ons leven. We schuiven die curve wel steeds verder naar rechts, maar het oppervlak onder de curve verandert daarmee niet. 

En de weinige maatregelen die daadwerkelijk leiden tot meer doelmatigheid worden meestal ingehaald door volume-expansie. En zo zijn de zorgkosten in de afgelopen tien jaar ondanks alle uitgeprobeerde maatregelen ruwweg verdubbeld tot ruim 80 miljard. Zelfs de in dit opzicht meest verregaande verkiezingsprogramma’s weten deze kosten niet te reduceren, maar hooguit de stijging ervan te remmen. Ik kan u uit eigen ervaring vertellen dat dit voor verkiezingsprogrammaschrijvers in Nederland een van de grootste dilemma’s is. 

We moeten ons daarom afvragen niet of, maar wel hoe we verder willen en kunnen innoveren in de zorg. Innovatie impliceert ook: innovatief denken over deze uitdaging. Je voorstellen hoe de wereld van onze kinderen eruit ziet, als we nu onvoldoende innovatief denken, en als we ons nu onvoldoende inbeelden hoe die wereld er straks uit ziet. Deze discussie over wat men de innovatieparadox zou kunnen noemen, speelt vooral in de zorg omdat dit het het enige marktsegment is waar de vraag vrijwel onbeperkt is en er geen wal is om het schip te keren.

Vernieuwing en verbetering

Terug naar de essentie van innovatie: vernieuwing en verbetering. Innoveren is niet alleen technologisch vernieuwen, maar ook maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Bij de perfecte innovatie worden immers alle relevante aspecten betrokken. We mogen van innovatoren vandaag de dag maatschappelijk verantwoord gedrag verwachten, net als van ondernemers, directies en toezichthouders. Maatschappelijk verantwoord en duurzaam innoveren is iets anders dan blind verbeteren. Wees innovatief, maar niet richtingloos. 

Richtingloze innovatie is destructief. Imaginair innoveren is innoveren met een werkelijk goed, holistisch oog voor de toekomst. Innoveren is niet uitputten, maar verbeteren. Net zoals wij vandaag duurzame economische activiteit eisen om de natuur niet uit te putten, zo zullen wij ook duurzame innovatie moeten verlangen om onze economie niet uit te putten. Succes moet niet leiden naar ondergang. Innovatie is toe aan een nieuw paradigma.

Wij moeten nu de fundamenten leggen voor een duurzame innovatie-agenda. Alle ingrediënten, kennis en ideeën bestaan al, wij moeten ze alleen werkelijk innovatief recombineren. Zo deden alle grote kunstenaars en wetenschappers dat en zo kwam ook het lied ‘Imagine’ tot stand.

Richten op goedkope technieken 

Hier horen een oplossingsrichting en een praktische agenda bij. In MIT kijkt men al naar innovatie in relatie tot kostenbeheersing in de zorg. Als men naar de beschreven curve van kosten naar leeftijd kijkt moeten we ons misschien nog veel dan nu meer richten op goedkope technieken die ons op oudere leeftijd buiten het ziekenhuis houden. Voorbeelden daarvan, zoals Domotica, heb ik beschreven en zijn ondermeer hier in Brabant in ontwikkeling. 

Roel Fonville, Director Strategic Area Health van deze universiteit, droomt blijkens de website van een lang en gezond leven waarin hij tot zijn dood op zijn manier kan deelnemen in de maatschappij, hetgeen in deze context dus zeer toepasselijk is. Ook het denken van Marcel Levi, bestuursvoorzitter van het AMC, biedt houvast. In een recente publicatie maakte hij een onderscheid tussen innovaties en, wat hij noemt, exnovaties.

Een voorbeeld van innovatie dat Levi beschrijft is de recente vinding van een aantal Nederlandse gynaecologen, die aantonen dat met een simpel pessarium jaarlijks honderden extreme vroeggeboortes bij meerlingen voorkomen kunnen worden, inclusief de gevolgen zoals overleden baby’s of kinderen met een levenslange handicap. 

Levi wijst erop dat deze innovatie tot nu toe nauwelijks ingang vindt bij diezelfde beroepsgroep, omdat hij niet ‘fancy’ is. Dit in schril contrast tot exnovaties, waaronder hij verstaat dure methodes, technieken of glimmende apparaten die soms al voor miljoenen worden aangeschaft en toegepast zelfs voordat er bewijs is dat ze iets toevoegen voor de patiënt.

Kiezen voor houdbare innovaties

Bij het maken van nieuwe investeringsbeslissingen in onderzoek en innovatie in de zorg zullen wij dus waar mogelijk naast medische, wetenschappelijke en commerciële overwegingen ook een afweging moeten zien te maken van de macro-economische effecten en houdbaarheid van de te bereiken innovatie en waar mogelijk moeten kiezen voor die innovaties die economisch het meest houdbaar zijn. Dat is ook wetenschappelijke integriteit. Daarnaast zullen wij bij de implementatie van innovaties in de zorg meer evidence based te werk moeten gaan. 

Voor de goede orde: het grote belang van investeringen in innovatie is evident. Het wetenschappelijk onderzoek in Nederland is van zeer hoge kwaliteit en door input van de topsectoren ook maatschappelijk en economisch relevant. Natuurlijk zijn onze ambities groter dan de beschikbare middelen, stel je eens voor dat dat niet zo was. Maar als samenleving kunnen we er eigenlijk niet te veel in investeren en moeten we er ook meer in investeren.

Maar wat is veel? Twee haren in je soep is veel, maar twee haren op je hoofd is weinig. In ieder geval steekt de 0,7 procent BBP schril af bij de percentages in Duitsland, Singapore en Korea. De CPB doorrekening van de verkiezingsprogramma’s laat duidelijk zien dat wanneer de overheid meer investeert in infrastructuur en kennis – dus in onderwijs, wetenschap, innovatie en valorisatie – de economie, welvaart en werkgelegenheid sneller en meer structureel herstellen.

Het gaat om keuzes

Dat is Keynes in optima forma. Voor die investeringen moeten wel middelen worden vrijgemaakt. Het herstel wordt dan ook vooral bereikt daar waar aan de andere kant het meest hervormd wordt in de – economisch gezien – consumptieve overheidsbestedingen. Het is dan zelfs mogelijk om behalve de genoemde investeringen ook lastenverlichting en begrotingsevenwicht te realiseren, zoals u in de CPB doorrekeningen kunt zien.

Bij de politiek, dus bij ons allemaal, ligt hierin een enorme verantwoordelijkheid voor de toekomst, voor ons nageslacht. Niet voor niets heb ik in mijn aanhef dan ook specifiek de studenten en promovendi genoemd. Zij lopen dan wel niet mee in het cortège, maar dit gaat toch vooral hen aan. 

Dames en heren, het gaat dus om keuzes. Het maken van de juiste keuzes in de overheidsbegroting om voldoende middelen vrij te maken voor kennis en innovatie. Bij de investering van die vrijkomende middelen gaat het om keuzes voor onderzoek dat leidt tot innovaties die ook op termijn de zorg uitvoerbaar en breed toegankelijk houden. En bij de valorisatie en implementatie van die innovaties moeten wij meer dan nu kiezen voor een evidence based werkwijze en Leviaanse exnovaties vermijden. 

Zijn wij hiertoe in staat? Kunnen wij iedereen binnen boord houden? Zijn wij voldoende imaginair om die toekomst voor ons te zien en te beseffen dat wij die verantwoordelijkheid nu echt hebben? Zijn wij niet schatplichtig aan onze voorouders, jegens onze kinderen? Zal ook straks iedereen kunnen genieten van de beste en meest toegankelijke gezondheidszorg ter wereld? All the people? 

Ik ben daar optimistisch over. Onze universiteiten, onze onderzoekers kunnen en zullen hierin een voortrekkersrol spelen.

Perfecte innovatie.

De tekst van het in al zijn eenvoud, prachtige en perfect innovatieve Imagine roept ons er toe op.

Dankuwel.” 

Deze rede werd uitgesproken door oud-AWT-voorzitter en VVD-senator Jan Anthonie Bruijn bij de 57e dies natalis van de Technische Universiteit Eindhoven op 25 april 2012 om 15.30 uur in de Paterskerk, Tramstraat 37 in Eindhoven


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK