Liberaal ongemak met Bussemaker

Nieuws | de redactie
25 april 2013 | Wat is er aan de hand tussen VVD en PvdA? Waarom zijn de liberalen zo bits op Jet Bussemaker? Wat maakt de coalitie bij HBO en WO zo vaak zo verdeeld en wat wordt het lot van de gelijke titels voor hogeschool en universiteit?

De botsingen tussen de minister en haar liberale coalitiepartner zijn van een enkel verschil in toon of benadering in steeds hoger tempo aan het veranderen in fundamentele tegenstellingen. Bovendien botsen zij op thema’s die cruciaal zijn voor het beleid en het bestel van HBO en WO. Kwaliteit, borging, high trust of low trust, toezicht, autonomie, investeringsruimte, over minder dan deze gaat het niet.

Relatief gewicht van 41 zetels

Bij een reeks wezenlijke punten geven de liberalen aan dat zij een ander beleid en een andere benadering wensen dan Jet Bussemaker hen bereid is te bieden. Daarbij speelt dat de grootste regeringspartij haar ergernis over de lastige positie waarin zij zit steeds moeilijker weet te verbergen. Wil de VVD haar macht binnen de coalitie optimaal uitspelen, dan moet zij de betekenis van de meerderheid in de Tweede Kamer voorop zetten. Maar vooral Halbe Zijlstra merkt dat die positie steeds minder telt en snel aan waarde verliest. 41 zetels zijn relatief veel, maar evenzeer relatief weinig als een regeringspartij bij voortduring zowel met de vakbonden als met de  Eerste Kamer ‘oppositie’ moet dealen voor een effectieve meerderheid.

Dit raakt te meer gevoelige snaren als in die lastige omstandigheden het beleid van de vorige kabinetsperiode – en dus van Zijlstra zelf – gerelativeerd of genuanceerd wordt door Bussemaker. De VVD-fractie in de Tweede Kamer is er buitengewoon alert op als wordt afgeweken – of gedreigd wordt met modificatie – van de blijkbaar canonieke koers van de vorige staatssecretaris. Zelfs als diens koers onder druk van de Raad van State moest worden verspoeld, wil de VVD niet dat Bussemaker die genuanceerdere route bewandelt.

De tekst van een schriftelijk overleg over de financiering van het HO-bestel is daarover illustratief. “De leden van de VVD-fractie merken op dat de huidige prestatieafspraken gebaseerd zijn op een experimenteerbepaling. De minister schrijft dat ze aan het einde van de looptijd zal bezien of er verankering in de wet zal plaatsvinden. Voor deze leden geldt deze wettelijke verandering echter als een gegeven. Het enige experiment ten aanzien van de prestatieafspraken is voor deze leden hoe de wettelijke grondslag moet worden ingevuld.”

Blauwe ‘rode vlaggen’

Daarbij komt dat het regeerakkoord van VVD en PvdA is opgebouwd vanuit een ‘uitruilmethode’ aan de hand van de thematische kaarten van KPMG en informateur Wouter Bos. Op het terrein van het hoger onderwijs is het echter weinig helder geworden wie van de twee partners hier het voortouw mag claimen. De VVD heeft voortzetting van Zijlstra’s beleid wel voorop gezet, maar de PvdA kreeg de bewindspersoon en zette daar een ervaren politica en HO-bestuurder neer. Dat beide partijen in het leenstelsel een gezamenlijke missie zagen, is daarbij niet eens zo behulpzaam. De onderschatting van de situatie in de Senaat maakt de realisatie daarvan immers eerder een risico dan een pluspunt binnen de coalitie.

Deze onhelderheid over de positie van het HO-beleid binnen de coalitie en haar afspraken verklaart de gedurige alarmsignalen van de VVD. Steeds moeten de liberalen rode vlaggen laten wapperen – die dan wel blauw van kleur zullen zijn – om hun eisen onder de aandacht te brengen en gewicht te geven. Bij de nadruk op de aanscherping van het HO-toezicht leidde dat al tot pikante woordenwisselingen met Bussemaker. De minister vroeg zich tegenover haar liberale coalitiegenoten en hun eisen tot steeds meer verstrakking in meer ideologische zin een tikje verbaasd af of vanuit ‘Den Haag’ opgelegde verbeteringen wel het middel zijn tot verbetering van de kwaliteit van HBO en WO.

“De vraag is in hoeverre wetgeving en ingrijpen van bovenaf de ingezette verbeteringen van het hoger onderwijs zullen versterken. Deze vraag en de vraag van de VVD-fractie kan ik pas beantwoorden als er meer duidelijk is over de evaluatie van het accreditatiestelsel. Zoals gezegd komt hieruit mijn wens voort om de behandeling van het wetsvoorstel pas voort te zetten wanneer deze duidelijkheid er is.”

Halbe tegen Zijlstra

Sterker nog, Bussemaker speelt de ene Zijlstra openlijk uit tegen de andere. “Mijn besluit om het tijdelijke risicogerichte toezicht door de Inspectie niet in te voeren, heb ik genomen na een grondige en zorgvuldige afweging. Naar aanleiding van de zorg en het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de bevoegdheden van de Inspectie en de mogelijke taakoverlap met de NVAO, heeft het voormalige kabinet zich al op deze maatregel beraden. Dit heeft er destijds toe geleid dat het risicogerichte toezicht door de Inspectie een tijdelijke maatregel werd die na vier jaar zou vervallen.”

In plaats van meer centralisatie en ‘low trust’ is Bussemaker bezig aan een genuanceerd herstel van ‘high trust’. Haar plaatsvervangend-DG hoger onderwijs, Ron Minnée, lichtte wees op het NVAO-congres bijvoorbeeld op het belang van het advies ‘Vreemde ogen dwingen’ voor de toetsing en examinering in het HBO. De minister legt zelf bovendien de nadruk op “de inspanningen die Hogeschool Inholland de afgelopen twee jaren heeft gepleegd om het tij te keren door stevig te investeren in de kwaliteit, de docent weer eigenaar van het onderwijsproces te maken en ervoor te zorgen dat procedures op orde zijn.” Dat dat advies door de VVD-prominent, senator Jan Anthonie Bruijn, is opgesteld, is natuurlijk een finesse die de minister en haar staf niet onvermeld willen laten.

Low of high?

De minister en de VVD trekken hieruit echter sterk tegengestelde conclusies. Dat verhoogt het fundamentele verschil van inzicht en visie op de toekomst van het HO. De VVD blijft van mening dat door de problemen bij Inholland geconstateerd kan worden dat er hiaten zitten in het huidige toezichtstelsel. “Het wetsvoorstel Versterking kwaliteitswaarborgen bevat belangrijke voorstellen gericht op de borging van de kwaliteit in het hoger onderwijs. De autonomie van het onderwijs werkt alleen als de kwaliteit sluitend geborgd is. Langer uitstel van wettelijke verankering is volgens deze leden een onnodig risico ten aanzien van de borging van de diplomakwaliteit in het onderwijs”.

De minister ziet een heel andere ontwikkeling sinds de perikelen bij Inholland werden aangepakt en daarin vooral ruimte voor herbeleving van high trust en voor een uitnodigender houding ten aanzien van autonomie. Bussemaker zegt onder meer: “Uit de onderzoeken naar alternatieve afstudeertrajecten van de Inspectie en de NVAO in 2011 is gebleken dat een aantal opleidingen dit vertrouwen heeft geschaad. Dat heeft geleid tot veel ophef, maar ook tot een kentering binnen het hoger onderwijs. De hogescholen hebben stappen tot kwaliteitsverbetering gezet. Ze zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid om goed onderwijs te verzorgen en valide diploma’s af te geven.”

Zij ziet “dat instellingen zichtbaar grotere verantwoordelijkheid nemen, en dat de beoordeling door de NVAO aan scherpte heeft gewonnen. Ook door de invoering van de herstelperiode, waardoor panels kritischer beoordelen en door verscherpte eisen van de NVAO zoals de aselecte steekproef.”

Opleveren wat verwacht werd

VVD en D66, met veelal vurige steun van SP en PVV in de Kamer, eisen niettemin een detaillering van toezicht en verantwoording, onder de vlag van transparantie. “De Tweede Kamer moet zich ervan kunnen vergewissen dat iedere euro niet alleen doelmatig wordt besteed, maar vooral goed inzicht krijgen of het beleid oplevert wat vooraf was verwacht. Zoals in elke professionele organisatie zou gebeuren, zeker als er maar liefst bijna 30 miljard euro mee is gemoeid,” schreven de liberale Kamerleden Duisenberg (VVD) en Van Meenen (D66) al op ScienceGuide.

“Die rol kan de Kamer alleen waarmaken als niet alleen de besteding van middelen transparant is, maar ook de te behalen doelen al in de fase van totstandkoming van beleid helder zijn. Alleen dan valt achteraf te toetsen of het gewenste resultaat is bereikt. Deze relatie is moeilijk vast te stellen tussen de voornemens van – in dit geval – het ministerie van Onderwijs en de verantwoording achteraf.”

Titelstrijd beslecht?

Meest recent is de onverholen ergernis van de VVD over het wetsvoorstel rond kwaliteit en verscheidenheid. Men gaf openlijk aan ”teleurgesteld” te zijn in Bussemaker. Een soort ‘niet boos, maar wel verdrietig’ formule waarmee men al te publieke onmin binnen de coalitie tracht toe te dekken. 

Maar de minister zette door en dit dwong de liberalen zelfs voor iets te stemmen waar zijn meer dan een decennium vurig tegen waren. Sterker nog, dit maal hadden zij een sceptische Raad van State mee contra het gelijktrekken van de titulatuur van HBO en WO in internationaal opzicht. En nog lukt het niet.

“Waar het wetsvoorstel elders differentiatie mogelijk maakt en wenselijk vindt, leidt de afschaffing van het verschil in titulatuur juist tot de ontkenning van onderscheid,” zei Donner met zijn staatsraden een tikje vilein. In zijn advies liet de Raad blijken, dat het zonder meer volgen van de Angelsaksische traditie bij de HO-titulatuur het binaire karakter van ons hoger onderwijs onrecht doet. Bovendien zou het op de arbeidsmarkt vooral verwarring stichten.

“Anders dan in Nederland, worden in deze landen [als Duitsland] echter veel hogere beroepsopleidingen aan een universiteit gegeven. Het zonder meer volgen van de Angelsaksische praktijk zou in het huidige Nederlandse stelsel niet altijd recht doen aan de werkelijkheid.”

Omdat de minister zich hierdoor toch niet wilde laten overtuigen moest de VVD kiezen tussen ‘Donner’ en ‘coalitie’. Omdat ook hier het voortzetten van de lijn-Zijlstra op verschillende HO-thema’s zwaar woog, kon Bussemaker zijn partij in de Kamer forceren haar blokkadehouding vanaf het begin van de invoering van de BaMa-structuur op dit punt op te zouten. Bij de stemming op donderdag 25 april komt er zo nog een punt waarbij de VVD – ondanks 41 zetels en een ruim geachte kabinetsmeerderheid in de Kamer – haar eerdere eigen lijn niet weet te realiseren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK