De HO-stoelendans

Nieuws | de redactie
6 mei 2013 | Er zijn ineens veel vacatures op sleutelposten in het HBO en WO. Wie komen, wie gaan? En wat zal de impact zijn nu Marcel Wintels (Fontys), René Smit (VU) en anderen vervangen worden? Verdwijnt het CDA uit HO-land bijna volledig?

De voorbije winter was een seizoen van grote HRM-turbulentie. Een nieuwe minister, een nieuwe VSNU-voorzitter, nieuwe UU-voorzitter en meer. Deze zomer zal niet minder dynamisch blijken. Op cruciale plaatsen in het HBO en WO vallen opmerkelijke vacatures die vervuld moeten worden.

Twente op tweesprong

In het oog springt allereerst de opvolging van de nieuwe NVAO-voorzitter, Anne Flierman, bij de UTwente. De keuze van de collegevoorzitter zal een uiting van de strategie zijn die de technische universiteit wil gaan voeren. Haar 3TU-collega’s hebben met hun eigen allianties – Delft met Leiden en Erasmus, – Eindhoven met Utrecht – de Twentse instelling enigszins geïsoleerd achter gelaten. Een natuurlijke regionale ‘coalitiepartner’ ontbreekt.

De UTwente past niet bij het noordelijke cluster rond de RUG en de Hanzehogeschool en evenmin bij de zuidelijke oriëntatie van de Radboud in Nijmegen. Wel is er rond het succesvolle kennis/sciencepark een krachtige combinatie mogelijk geworden met de HBO-partner Saxion. Deze hogeschool profileert zich sterk met praktijkgerichte, hightech en bèta-technische zwaartepunten, waaronder Centres of Expertise op terreinen als techniekonderwijs.

Het zal daarom interessant zijn te zien of Flierman opgevolgd wordt door een vrouw of man met sterke bindingen met de topsectoren en het HBO, dan wel door een meer klassieke WO-kandidaat. Ook zal de band met ‘Den Haag’ en ‘Brussel’ aandacht vergen bij de benoeming. Als CDA-senator was Flierman stevig verknoopt in de relatienetwerken op dat beleidsniveau. Zijn opvolger zal dit niet snel kunnen ‘inhalen’, tenzij deze een oud-bewindspersoon zou zijn.

VU-voorzitter cruciaal

Ook de VU staat voor cruciale afwegingen bij de vervulling van vacatures. De rector stapt op. De collegevoorzitter, René Smit, gaf aan dit najaar geen nieuwe termijn na te streven. De bestuurlijke en kwalitatieve perikelen van de universiteit eisten hun tol.

De nieuwe rector is een Tilburgse ‘tussenpaus’. De strategische ‘relaunch’ van de VU zal dus van de nieuwe collegevoorzitter moeten komen. Zal de VU haar AAA, Amsterdam Academic Alliance, met de UvA/HvA willen redden, dan zijn gedurfde stappen noodzakelijk. Het uitstel van de fusie van de bètafaculteiten is namelijk een veeg teken: het was het tot nu toe meest concrete effect van de triple A, waarvan de Review Commissie onder Van Vught zich in gemoede afvroeg wat deze in concreto ging betekenen. De monitoring door Van Vught zal zo’n uitstel dan ook met toenemende bezorgdheid genoteerd hebben.

Voor een gedurfde ‘relaunch’ zijn twee routes beschikbaar. Ten eerste de Amsterdamse sprong naar voren. De VU zou Louise Gunning kunnen benoemen als haar collegevoorzitter en zo door een personele unie met de UvA/HvA een onomkeerbare situatie scheppen. Eventueel kan men ook een tussenstap zetten door UvA/HvA-bestuurder Paul Doop collegevoorzitter te maken. Hij past als protestante CDA-prominent ook beter bij het klassieke VU-profiel.

Terpstra? Balkenende?

De andere route voor de VU-relaunch is de benoeming van een begeesterende persoon die binnen de organisatie en naar buiten toe sfeer en elan terug weet te brengen. Daar zijn twee namen met een echt VU profiel beschikbaar voor: Doekle Terpstra en Jan Peter Balkenende.

Terpstra heeft het CvB van Inholland stapsgewijze vernieuwd en zijn eigen vertrek opgeschoven tot zijn ‘klus’ daar geklaard is. Met de Educatieve Alliantie, het Rotterdamse-convenant en de aankondiging van een Amsterdam-convenant is dat moment wellicht niet ver meer. Terpstra’s ervaring bij Inholland kon voor de VU wel eens relevant zinvol blijken. Het herstel van verhoudingen en zelfvertrouwen naast een up tempo sanering en heroriëntatie van het strategisch profiel zijn aspecten uit zijn werk daar, die nu voor de universiteit dienstig zouden kunnen zijn.

Balkenende is een natuurlijke kandidaat voor de VU-leiding. Hij was er al hoogleraar en kan een netwerk en ervaring inzetten waarvoor elke HO-instelling deze universiteit zou benijden. Lastig is alleen dat hij in zijn huidige functie bij Ernst & Young ver boven de naar hem vernoemde salarisnorm betaald wordt. Het helpen redden van de VU zou een aanzienlijk financieel offer inhouden.

Opvolging in eigen kring

Nog een CDA-prominent heeft zijn vertrek aangekondigd: Marcel Wintels, de collegevoorzitter bij Fontys. De grote Brabantse hogeschool zoekt dan ook een nieuwe voorzitter. Maar daar hoeft men weinig inspanningen voor te verrichten. Wintels was de voorbije periode al lange tijd de facto vertrokken, onder meer door zijn inzet voor de sanering van ROC Amarantis en de campagne voor het partijleiderschap van het CDA. Zijn twee vervangers in het CvB kregen veel waardering voor hun werk en redelijkerwijs mag verwacht worden dat Wilma de Koning Wintels nu ook formeel opvolgt.

Deze drie belangrijke vacatures vertonen een opvallende overeenkomst. Het betreft het opstappen van invloedrijke, actieve CDA’ers. Het HO loopt leeg in dat opzicht. Het vertrek van de meest prominente van hen, UU-voorzitter Yvonne van Rooy, is het begin van een soort christendemocratische leegloop in HBO en WO gebleken.

CDA verdwijnt uit HO

Noch zij, noch OU-voorzitter Theo Bovens werd vervangen door een andere topfiguur uit hun partij. Geen van de vertrokken bewindslieden werd aangezocht voor een belangrijke post in HBO of WO. Vice-premier Maxime Verhagen kreeg een nevenfunctie bij Chemelot Campus, maar dat viel nauwelijks op. Minister van OCW Marja van Bijsterveldt ging naar de jeugdzorg, bij het Ronald McDonald Kinderfonds.

De maatschappelijke marginalisatie van het CDA is ook merkbaar in het feit, dat intellectueel en bestuurlijk hoog aangeschreven mensen als Ernst Hirsch Ballin en Ab Klink geen functie als collegevoorzitter of rector magnificus hebben gekregen. De nadruk binnen hun partij op het belang van het karakter van ‘volkspartij’ en van de ‘regionale verankering’ blijkt dit patroon verder versterkt te hebben. Deze provincialistische neigingen maakten dat de verbinding met het CDA voor hoogwaardige kennisorganisaties beduidend minder relevant of aantrekkelijke werd. Het verlies aan Haagse impact heeft de rest gedaan. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK