Er gaan meteen lichtjes branden

Nieuws | de redactie
18 juni 2013 | Er kan veel meer en nog veel effectiever door HBO en WO met werkveld, professie en bedrijven samengewerkt en geleerd worden. De Sirius-programma’s laten dat zien en Chiel Renique, expert uit het bedrijfsleven, gaat met de Hanzehogeschool uitdiepen wat werkt en hoe.

“Er is veel winst in de samenwerking tussen hoger onderwijs en het bedrijfsleven te behalen”, zegt Chiel Renique, de vroegere secretaris Onderwijs van VNO/NCW en MKB Nederland. “We constateren nu dat de relatie met het werkveld over het algemeen matig is ontwikkeld. Er is eerst veel energie gestoken in de ontwikkeling van een visie op excellentie, vervolgens in organisatie en inhoud van de honoursprogramma’s, pas daarna is men er mee naar buiten gegaan. Dat is jammer. Intern zijn veel discussies gevoerd over wat de meerwaarde moet zijn van de programma’s; daar is het werkveld niet of nauwelijks bij betrokken.”

Duidelijke criteria voor talent

“HR-mensen van multinationals hebben duidelijke criteria voor talentontwikkeling. Hetzelfde geldt voor bedrijven in het MKB. Voor het proces van denken van de instellingen zou het goed zijn geweest als je deze mensen had betrokken. Natuurlijk zien we ook mooie zaken. Sommige excellentieprogramma’s zijn gebaseerd op vragen uit het werkveld. Dat kunnen bedrijven, maar ook gemeenten of onderwijsinstellingen zijn.”

“De Hogeschool Rotterdam is daar een mooi voorbeeld van. Een project in het honoursprogramma – de Innovatielabs – begint pas als er een heldere vraag uit het veld is. De projecten van de Hanzehogeschool Groningen zijn een ander goed voorbeeld. Ook daar zie je de koppeling onderwijsbedrijfsleven.”

Vraag langer commitment

Binnen de Hanzehogeschool heeft Gert Jan Wormmeester een projectenbureau opgezet om de ruimte tussen hbo en bedrijfsleven te dichten. “Mijn werk is onder andere opdrachten vanuit het werkveld binnen te halen, van bedrijven, gemeenten en sportclubs. Het allerbelangrijkste is dat het vragen/kwesties zijn die daadwerkelijk bij die organisaties spelen. We hebben nu zo’n 70 honoursstudenten in bedrijven aan het werk gehad.”

“We vragen een langer commitment van de betrokken organisaties. Het gaat om projecten die langer lopen dan dat een student mee kan werken. Het kan dus zijn dat je als student een deel van het traject doet. Maar op deze manier kunnen we wel betere en interessantere opdrachten binnenhalen. De opdrachten zijn ook multidisciplinair, we laten honoursstudenten van verschillende schools binnen de Hanzehogeschool samen hieraan werken.”

Met een aantal hogescholen heeft Renique een sessie gedaan om samen te kijken wat nu de excellente professional is. “Elke hogeschool had wel zijn eigen accenten, maar in de basis komt het neer op: hoog vakmatig niveau, reflectiviteit, ondernemendheid, drive, goed kunnen samenwerken, leiding kunnen geven, en kennis kunnen delen.”

“Je moet als instelling de ambitie hebben dat jouw honoursstudenten leidend worden in hun beroepsveld. Dat is de meerwaarde die je meegeeft, en waar het werkveld om vraagt. Deze kernpunten hadden een behoorlijke mate van herkenning bij de hogescholen en laten veel ruimte voor invulling, het is geen rigide systeem.”

Je laat ook echt iets achter

“Ik denk dat we met de opdrachten bijdragen aan het creëren van een goede professional”, zegt Wormmeester. “De meerwaarde voor de studenten is erg groot. Niet alleen door de praktijkervaring, ook doordat je in andere werelden binnenkomt. We werken samen met Herinneringscentrum kamp Westerbork, met bedrijven en bijvoorbeeld ook met de schaatsbond. Het kan dus zomaar zijn dat je samenwerkt met Gerard Kemkers. En, ook erg belangrijk, je laat ook echt iets achter. Er wordt iets gemaakt.”

“Dat vind ik ook bij een hogeschool passen: studenten moeten dingen bouwen, de technologische uitdaging aangaan. Voordat we een project ingaan, is er een zware selectie. We laten de opdrachten scoren: is het honourswaardig? Is het uitdagend genoeg? Gaat het over de grenzen van vakgebieden heen?”

Een goed model als grondslag van een honoursprogramma heeft voor Renique niet alleen een uitwerking in de inhoud, maar ook is ook essentieel als het hebt over communicatie naar studenten. “Als er geen helder model is, loopt die communicatie nog wel eens stroef. Dat zie je bij honoursprogramma’s die snel van start zijn gegaan, vaak bij een faculteit, zonder dat er een heldere visie aan ten grondslag ligt. Studenten weten dan niet wat ze moeten verwachten. En vaak is het niet gekoppeld aan het werkveld.”

Zichtbaar in samenleving

Wormmeester zoekt niet alleen inhoudelijk uitdagende projecten maar  ook of ze “zichtbaar zijn in de samenleving. We zoeken opdrachten die een aanzuigende werking hebben op onze studenten, op studenten van andere instellingen en op de media. Projecten moeten zo aansprekend zijn dat ze andere studenten uitdagen en denken: waarom heb ik daar niet aan meegedaan, ik wil ook in een honoursprogramma.”

“We werken ook samen met de Olympische bobsleeër Edwin van Kalkar. Ik wil heel graag zijn bobslee hier bij ons neerzetten. De aandacht van andere studenten is dan erg groot. Wat we doen en hebben gedaan voor Westerbork haalde aardig wat pers. Daarmee geef je honoursstudenten in het algemeen een boost, je laat zien wat deze jongens en meisjes kunnen. En zij voelen zich trots omdat ze hieraan meewerken. Mensen binnen de Hanzehogeschool vinden het prachtig wat we doen. We laten ze ook meegenieten door verhalen in onze studentenbladen, door bijeenkomsten en social media.” Zo besluit Wormmeester

“Samenwerken met het werkveld heeft ook een impact op de maatschappelijke betekenis van honoursprogramma’s” benadrukt Renique. “Het bedrijfsleven raakt meer betrokken, en beter geïnformeerd. Ze weten wat ze kunnen verwachten van honourssstudenten. Honoursprogramma’s raken bekend en erkend. Als dan een honoursstudent komt solliciteren gaan er meteen lichtjes branden.”

Uit de Sirius-publicatie ‘Op koers met excellentie’ (door: Martijn de Graaff, BureauQ)

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK