Nederland keldert uit slimme top

Nieuws | de redactie
3 september 2013 | De motie-Hamer werd vorig jaar werkelijkheid: Nederland kwam in de top van de slimste landen. Rutte-II moet nu een harde klap opvangen. Ons land keldert naar 8. “Door gebrek aan regie door de overheid heeft Nederland zijn positie niet weten te behouden. Het topsectorenbeleid is te stroperig.”

De onderzoekers van het World Economic Forum in Davos draaien er niet om heen. Nederland is een zorgenkind aan het worden, dat in de voorbije jaren tot een bolleboos leek te zijn uitgegroeid. In de ranking van 144 landen is Nederland gekelderd. Steeg Nederland vorig jaar nog met twee plaatsen naar de 5e positie, dit jaar maakte Nederland de grootste daling van de top-10 landen: Nederland zakte met 3 plaatsen naar de 8e positie.

Ingehaald door visie

Ons land werd bovendien ingehaald door een reeks voorbeelden van herstelbeleid met lange adem en visie: Duistland, de USA, Zweden en Hong Kong.  Prof. Henk Volberda van de RSM en samensteller van de WEF-rapportage zegt: “Het Nederlandse concurrentievermogen is het afgelopen jaar aanzienlijk gedaald. Het financieringstekort, de slecht functionerende financiële markten en de oplopende zorgen over stabiliteit van Nederlandse banken speelt de Nederlandse economie parten.”

“In combinatie met een slecht functionerende arbeidsmarkt en het uitstellen van investeringen in innovatie is Nederland gezakt naar de 8e plaats. Door afnemende bedrijfsuitgaven aan R&D, het nijpende gebrek aan technici en ingenieurs, de gebrekkige samenwerking van bedrijven en universiteiten en het gebrek aan regie door de Nederlandse overheid heeft Nederland haar top-5 positie niet weten te behouden. Het topsectorenbeleid van dit kabinet is te stroperig en leidt tot een weinig daadkrachtig innovatiebeleid.”

De landen waar wij ons aan konden en wilden spiegelen – sterk kennisintensief, relatief ‘klein’, groot in performance – drukken ons met de neus op de feiten. “Zwitserland, Singapore en Finland hebben hun koppositie weten te handhaven door blijvende investeringen in innovatie en onderwijs.”

Merkel beloond

En wat iedereen al jaren kon zien aankomen: Merkel wordt beloond voor haar grondig beleid van volharding en respect voor kennis. “Ook het Duitse innovatiebeleid werpt zijn vruchten af. Duitsland heeft zich dit jaar aangesloten bij de koplopers (4e positie) door aanzienlijke investeringen in R&D en nieuwe technologieën en uitstekende training en opleiding van nieuwe technici en ingenieurs.”

En Obama met zijn kennisministers als Martha Kanter en Arne Duncan zien hun inspanningen gewaardeerd. “De Verenigde Staten zijn na jarenlange dalingen weer teruggekeerd naar de 5e positie door een toenemend vertrouwen in haar publieke instituties, een flexibele arbeidsmarkt en investeringen in R&D en toponderwijs.”  Sterker nog er is ook hoop voor anderen: “Spanje (35e positie), en Griekenland (91e positie) laten een kleine verbetering zien en het EU beleid lijkt hier zijn vruchten af te werpen.”

Professor Volberda stelt dat “de gebrekkige kredietverstrekking aan bedrijven en particulieren de Nederlandse economie af remt. Ook weet Nederland onvoldoende te profiteren van een positiever economisch klimaat door een slecht functionerende arbeidsmarkt en het achterblijven van duurzame investeringen in innovatie en onderwijs. Ondanks onze fantastische infrastructuur, goede gezondheidszorg, uitstekende publieke instellingen en efficiënt werkende markten weten we daardoor onvoldoende kansen te benutten van een aantrekkende economie.”

De cruciale factoren

Economieën die in staat zijn nieuwe toegevoegde-waarde in producten, processen en verdienmodellen te realiseren door innovatie laten juist het grootste herstel zien. Het onderscheid tussen geavanceerde economieën en opkomende economieën wordt volgens Volberda daarom minder belangrijk. “Het verschil in economische groei tussen landen zal in de toekomst meer bepaald worden of ze behoren tot innovatie-rijke of innovatie-arme economieën. Zwitserland, Singapore en Finland behoren duidelijk tot innovatie-rijke economieën in de mondiale concurrentie index door hun eenduidige keuze voor investeringen in innovatie en toponderwijs.”

Goede instituties, infrastructuur en marktwerking blijven een noodzakelijke voorwaarde om te blijven concurreren in een mondiale economie. “Wat echter veel belangrijker is voor geavanceerde economieën als de Nederlandse economie, zijn de prestaties op het gebied van innovatie en technologische alertheid. Nederland zal zich steeds meer moeten onderscheiden op kennis en toegevoegde waarde in plaats van lage kosten.”

Volberda stelt vast dat de Nederlandse economie een aantal belangrijke steken laat vallen op het gebied van investeringen in innovatie. Het innovatievermogen van Nederlandse bedrijven is verder afgenomen. Bedrijven zijn in Nederland onvoldoende gericht op het benutten van kennis om de concurrentieslag met opkomende economieën aan te gaan (kennisabsorptie). “Ze investeren te weinig in R&D en de samenwerking met universiteiten en kennisinstellingen wordt onvoldoende benut.”

Falend EZ

Ook het nijpende gebrek aan technici en ingenieurs vormt een grote barrière voor een verdere groei. Deze innovatiescores zijn volgens Volberda “een bevestiging van een falend kabinetsbeleid en topsectorenaanpak van het Ministerie van Economische Zaken”.

Om terug te komen in de top-5 zal de overheid “een sterkere regierol moeten spelen op het gebied van innovatie. Het vaststellen van topsectoren als water, energie, high tech, chemie, life sciences, agrifood etc. en een innovatie-agenda voor elke sector is op zich goed, maar wanneer noodzakelijke investeringen vanuit overheid en bedrijven achterwege blijven is het een wassen neus. De aardgasopbrengsten werden voorheen geïnvesteerd in onderzoek en innovatie, maar dat is inmiddels wegbezuinigd.”

Lichtpunt? Ecuador!

Er zijn gelukkig allerlei lichtpunten wereldwijd. Zo mag de vlag uit in Quito. Wereldwijd is Ecuador de grootste winnaar: na een stijging van 15 plaatsen vorig jaar, zijn ze dit jaar nog eens 15 plaatsen omhoog gegaan, naar de 71e positie. Deze uitmuntende positieverbetering is mede mogelijk gemaakt door investeringen in infrastructuur, de kwaliteit van onderwijs en innovatie.

Ook Indonesië maakt dit jaar een grote sprong. Na jarenlange verwaarlozing van haar infrastructuur is heeft het land nu flinke verbeteringen gerealiseerd in de haven en weg infrastructuur, water- en energievoorzieningen. Tevens is de kwaliteit van publieke en private instellingen sterk verbeterd.

Uitermate kwetsbaar

Nederland moet volgens  Volberda een voorbeeld nemen aan Zwitserland en Finland, nummers 1 en 2 op het gebied van innovatie. “Inzet op innovatie, een geavanceerde bedrijfscultuur, hoge private investeringen in Research & Development en hechte samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen drijven de Zwitserse en Finse economie naar de top. Samen met een excellente infrastructuur en een uitstekend functionerende arbeidsmarkt leidt dit tot een duurzaam concurrentievoordeel voor zowel de Zwitserse als de Finse economie.” Nederland kan in zijn analyse terug keren in de top 5, conform de benchmark van de motie-Hamer, maar zelfs in de top 3 doordringen. Moeten we dat wel willen, natuurlijk.

“Het innovatievermogen van in Nederland gevestigde bedrijven is uitermate kwetsbaar door saneringen van buitenlandse bedrijven en verplaatsing van kennisintensieve activiteiten naar opkomende economieën. Nederland zal nog meer moeten inzetten op innovatie om de productiviteit en het concurrentievermogen te verbeteren”.

Sociale innovatie juist nu

Het gaat daarbij om meer dan alleen investeringen in technologie ofwel technologische innovatie, maar ook om nieuwe manieren van managen, organiseren en werken om te zorgen dat technologische innovaties succesvol op de markt gebracht worden, het hele complex van sociale innovatie.

“Om de innovatiekloof in Nederland met koplopers als Zwitserland, Finland en Duitsland op te lossen zal deze sociale innovatie bovenaan onze nationale innovatie agenda moeten komen: flexibel organiseren, horizontaal managen, slimmer werken en co-creatie waardoor technologische innovaties beter renderen in Nederlandse ondernemingen. Het Topsectorenbeleid van het kabinet is nog te veel gericht op harde technologie investeringen in de negen topsectoren en te weinig op sociale innovatie. In de top-5 blijven vereist een blijvende inzet op innovatie.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK