Kennis behouden ondanks vergrijzing

Nieuws | de redactie
11 oktober 2013 | Beginnende leraren zijn zeer gebaat bij systematische begeleiding. Het is bovendien hard nodig om startende leraren intensief te ondersteunen tijdens hun leerproces, om op die manier het verlies aan ervaring door de vergrijzingsgolf te kunnen compenseren, laat onderzoek van de RUG zien.

Een vergrijzingsgolf stelt het Nederlandse onderwijs de komende jaren voor een uniek probleem: hoe moet het verlies aan ervaring worden opgevangen door jonge leraren die net beginnen? Het duurt gemiddeld vijftien tot twintig jaar voordat een docent op eigen kracht de top van zijn didactisch kunnen bereikt. Langlopend onderzoek in het basisonderwijs laat zien, dat leraren sneller de top van hun vaardigheden bereiken als zij gericht worden begeleid.

De resultaten van het RUG-onderzoek onder leiding van Michelle Helms-Lorenz en Wim van de Grift vormen de inspiratie voor het landelijk beleid, dat op 4 oktober in de Lerarenagenda werd aangekondigd. OCW wil namelijk dat alle beginnende leraren in de toekomst goed worden ingewerkt.

Nieuw inwerktraject

Gedurende drie jaar is bij ruim zestig scholen een nieuw inwerktraject voor beginnende leraren onderzocht. Bij de helft van de scholen werden startende leraren op een nieuwe manier begeleid door schoolopleiders en vakcoaches. Met behulp van vragenlijsten werd het effect daarvan op de leerlingen gemeten. Het experiment wijst uit dat intensievere begeleiding op twee punten belangrijke voordelen biedt.

In de eerste plaats leidt betere begeleiding tot meer betrokkenheid bij leerlingen. De leerlingen wisten ook vaker wat de bedoeling was van de les, vonden de uitleg vaker duidelijk, werden door hun leraar vaker aan het denken gezet en vonden vaker dat ze hulp of steun kregen wanneer ze iets niet snapten of moeilijk vonden. Bovendien voelden de nieuwe leraren zich sneller bekwaam in de klas.

Beroepsverlating

Ook blijkt uit het onderzoek dat oordelen van leerlingen een goede indicatie geven over het succes of falen van de aanpak en werkstijl van een leraar. Als leerlingen oordelen dat een leraar geen orde kan houden of er niet in slaagt een duidelijke instructie te verzorgen, dan vergroot dat de kans op beroepsverlating door die leraar. Beginners die deze basale vaardigheden wel beheersen, worstelen vaak nog met het aanleren van meer complexe vaardigheden, zoals het adequaat inspelen op verschillen tussen leerlingen.

Complexe inzichten

“Het is belangrijk om te benadrukken dat het geen kwestie is van gebrek aan motivatie en inzet”, zegt Helms-Lorenz. “De meeste beginnende leraren zijn enthousiast en gemotiveerd, maar ze hebben de meer complexe inzichten in leerprocessen simpelweg nog niet ontwikkeld, inzichten waarover meer ervaren leraren wél beschikken.”

“Ben je bijvoorbeeld in staat om tijdens de voortgaande les een leerling met een leerachterstand een alternatieve leerstrategie uit te leggen die ook echt kans van slagen heeft bij die leerling? Dat zijn situaties die elke dag kunnen voorkomen maar verre van eenvoudig zijn op te lossen.”

Versneld zelfinzicht

De begeleidingsmethode die in toekomstig onderzoek in het voortgezet onderwijs getoetst wordt, bestaat uit het volgen van beginnende leraren door deskundigen. Zij beoordelen het werk van beginners in de klas met behulp van een lijst belangrijke criteria, waaronder het geven van heldere instructie en het handhaven van respectvolle omgangsvormen in de klas. De methode biedt nieuwe leraren in feite een versneld inzicht in het eigen functioneren.

Helms-Lorenz: “Door op die manier te werken, kan de begeleiding zich telkens richten op één stapje dat de docent hoger op de ervaringsladder brengt. Daardoor kan aandacht worden besteed aan een smalle selectie aan vaardigheden, zodat de beginnende leraar niet onnodig belast wordt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK