Nog geen verdienmodel voor MOOCs

Nieuws | de redactie
16 oktober 2013 | “Coursera is nowhere near to making a profit.” Op het congres van ACA en EUA zijn de grote verwachtingen rond MOOCs nogal getemperd. Geen directe bedreiging voor klassieke universiteiten, denkt men, wel een impuls om anders over hoger onderwijs te durven denken.

Op het symposium ‘Making sense of the MOOCs’ in Brussel waren bestuurders, docenten en onderzoekers afgekomen, die zich allen bezighielden met het nieuwe hoger onderwijsfenomeen. Massive Open Online Courses (MOOCs) zijn hot, daar kon zelfs een zeer kritisch rapport van European Universities  Association (EUA) eerder dit jaar niets aan veranderen.

Evolutionaire verschuiving

Maar wat kunnen we echt van de MOOC verwachten komende jaren? Gaat het MOOC-onderwijs echt een revolutie ontketenen die universiteiten en hogescholen gaat bedreigen? Zulke verwachtingen werden door de meeste sprekers nadrukkelijk getemperd. William Lawton van the Observatory for Borderless Higher Education (OBHE) maande zelfs tot kalmte. “Geen paniek! We zullen hooguit een meer evolutionaire verschuiving gaan zien.”

Universiteiten hoeven zich vooralsnog dus niet druk te maken, stelde de directeur van het Britse onderzoeksinstituut. Als voorbeeld gaf Lawton de plannen van Coursera waar een vergoeding zou gaan worden gevraagd voor het officieel verkrijgen van studiepunten van een vak. “Studenten die het vak volgden willen die studiepunten helemaal niet. Op dit moment is Coursera nog niet in de buurt van winstgevendheid.”

Dat Coursera inmiddels een webshop geopend heeft met shirts en koffiemokken, kon dan ook op enig hoongelach uit de zaal rekenen. Dat is niet bepaald het gouden ei waar een MOOC-aanbieder naar zal zoeken, maar de $43 miljoen die Coursera deze zomer aan investeringen ophaalde geven voorlopig de ruimte te zoeken naar een wel werkend verdienmodel. Dat kan er zijn in de vorm van de grote hoeveelheden data die het MOOC-platform verzameld, waarschuwde de Lawton dan ook.

Helemaal niet zo innovatief

Michael Gaebel, namens EUA verantwoordelijk voor het rapport over MOOCs eerder dit jaar, haastte zich te zeggen dat de MOOC-hype nogal overdreven was. “Er vindt weinig tot geen participatie plaats door hen die niet kunnen participeren in formeel hoger onderwijs,” zei Gaebel, verwijzend naar een mogelijk emancipatoire rol van de MOOC. Juist mensen die al gebruik maakten van hoger onderwijs, gebruiken de MOOCs vooral als aanvulling en voor extra kennis. “MOOCs zijn helemaal niet zo innovatief als wordt gezegd.”

Die ‘evolutionaire verschuiving’ van William Lawton ziet Gaebel ook. “Er zal wel een verandering plaats gaan vinden in klaslokalen,” zei hij in verwijzing naar een onderwijsaanpak waarin MOOCs meer ingepast zullen gaan worden in reguliere curricula. Een vorm van ‘flipping the classroom’ van het HO, die steeds vaker elders in het onderwijs gebruikt wordt. UNESCO-hoogleraar en oud-rector van de OU, Fred Mulder, is niettemin kritisch over de rol van MOOCs. “Het zou bedreigend kunnen zijn voor open universiteiten. En daarbij, MOOCs zijn geen zuivere vorm van Open Educational Resources.”

Accreditatie nog een probleem

Bij de reserves ten aanzien van MOOCs blijkt een belangrijk struikelblok dat er nog geen formeel goed werkende vorm van accreditatie van zulk HO-aanbod is gevonden. Dat het Duitse MOOC-platform Iversity onlangs meldde wel cursussen met ECTS-credits aan te bieden, doet daar vooralsnog niets aan af, bleek in de discussie.

Iversity-founder Hannes Klöpper had dan ook moeite zijn gehoor te overtuigen van de succeskansen van zijn MOOC-platform. “Wij vormen geen bedreiging maar juist een kans. Het gaat erom dat we opnieuw gaan nadenken over de traditionele rol van klassikale lessen.” Langs deze lijnen gaf Klöpper aan, dat ook voor hem het nieuwe aan MOOCs toch vooral gezocht moet in innovaties in het onderwijs.

Hoewel kritisch, is ook Fred Mulder, zij het in een andere vorm, met Opening up Education begonnen MOOC-onderwijs aan te bieden. In vele talen, in een stijl die meer aansluit bij Open Educational Resources zoals de Open Universiteiten die voorstaan. “Denk aan de Cape Town Declaration die we in 2007 afsloten,” verwees Mulder naar het verdrag waarin beleidsmakers wereldwijd vastlegden dat onderwijs uit publieke middelen zo veel mogelijk vrij beschikbaar moet zijn.

Verandering in lesgeven

Ondertussen wordt er op veel universiteiten volop geëxperimenteerd met MOOCs als aanvulling op het reguliere onderwijs. Zo ook op de École Polytechnique Fédérale de Lausanne (EPFR), waar zelfs een speciaal MOOC-lab is ingericht. Volgens Karl Aberer van deze instelling is vooral ook het grotere bereik een plus voor docenten. “Normaal bereikt een docent ongeveer 10.000 studenten in zijn werkende leven. Nu kunnen tien professoren in één keer 265.000 bereiken.”

Ook de in MOOCs vergaarde data en het nieuw nadenken over onderwijs en innovaties daarvan vormen voor de EPFL reden te investeren in online onderwijs, legt Aberer uit. “Ik denk dat we in de toekomst meer en meer kleine klaslokalen zullen moeten gaan bouwen, in plaats van grote collegezalen.” Financieel gezien heeft Aberer een ontnuchterende boodschap die Iversity, Coursera en ongetwijfeld herkennen. “De kosten voor de ontwikkeling van één MOOC lopen bij ons eerder richting de €100.000.” De zoektocht naar een sluitend verdienmodel is nog niet één, twee, drie voltooid.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK