Register onder vuur

Nieuws | de redactie
8 oktober 2013 | Woest is de Onderwijscoöperatie op Sander Dekker. Zijn visie op het leraarschap en het lerarenregister wijkt “sterk af van het gedachtegoed waarop de coöperatie gegrondvest is.” Hij stuurt “een belangrijke koerswijziging waar het de leraar betreft,” die “op gespannen voet staat” met hun akkoord.

In een brief aan de Tweede Kamer maakt de Onderwijscoöperatie veel bezwaar tegen de visie en aanpak van de bewindsman. Zij stelt dat “het eigenaarschap van het beroep toekomt aan de beroepsbeoefenaren op individueel en collectief niveau.” Om die reden is het OCW ten principale dan ook niet gegeven regels te stellen over zaken die volgens de beroepsgroep haar toekomen. Dat betreft onder meer “de definitie van het beroep”, maar ook “de toegang tot het beroep” en “de ontzetting daar uit.”

Pas in 2030 een feit?

De bewindsman heeft in zijn beleidsbrief over het Lerarenregister echter een paar harde noten gekraakt en dat betreft nu juist het instrument dat de coöperatie een zekere status geeft. Zo laat Dekker zien, dat het niet echt wil vlotten met de participatie vanuit de beroepsgroep. De groei van het aantal geregistreerde docenten is zo traag, dat het huidige tempo ertoe zou leiden dat “ondanks deze versnelling het tot 2030 zou duren alvorens alle leraren in het register zijn opgenomen,” meldt bovendien de Lerarenagenda van OCW droogjes.

In zijn ‘Hoofdlijnenbrief lerarenregister’ bij die agenda laat de staatssecretaris weten, dat hij met de koepels en de bonden allerlei activiteiten wil ondernemen, om hier meer elan en daadkracht te laten ontstaan. Hij noemt dit fijntjes “de doorontwikkeling  van het register.” Want ondanks de pretenties laat “de praktijk een ander beeld zien, namelijk dat leraren en scholen nog te weinig tijd besteden” aan het bijhouden van hun vakbekwaamheid. 40% van de po-docenten heeft een ‘bekwaamheidsdossier’ en in het VO en MBO is dit slechts 25%. Slechts 4,8% van de 250.000 docenten heeft zich tot nu toe willen laten opnemen in het Lerarenregister.

Onvoldoende effect

Voor OCW is de conclusie dan ook onontkoombaar geworden. Men stelt vast dat “alle inspanningen tot nu toe nog onvoldoende hebben geleid tot de gewenste effecten.” Het register moet daarbij uit de sfeer van de vrijblijvendheid. Anders blijft het “in essentie alleen een registratiesysteem.” De inhoud ervan moet in het personeelsbeleid binnen de scholen een serieuze rol gaan spelen. Dat zal de sector zelf moeten doen en ook in de cao’s willen vastleggen. OCW zal dan zorgen voor een wettelijke verankering.

Als in 2015 duidelijk is, dat de wettelijke norm van ‘elke docent in 2017 geregistreerd’ niet haalbaar blijkt, zal OCW nader ingrijpen. Dekkers formuleert de norm hard voor de Onderwijscoöperatie: zij moet in 2015 tenminste 100.000 geregistreerden hebben bereikt.

Geen closed shop

Daar boven op heeft de bewindsman de kritiek vanuit jonge leraren op het Lerarenregister tot de zijne gemaakt. Hij wil een specifiek ‘aspirant-register’ invoeren, zodat wie nog niet volledig bevoegd is, zich wel al kan inschrijven en haar en zijn vooruitgang in de ontwikkeling van vakbekwaamheid en professionaliteit kan laten valideren. Een ‘closed shop’ van de zittende docenten acht OCW weinig vruchtbaar.   

Vanuit de koepels zijn de reacties op Dekker minder fel. De VO-raad vindt een al te eenzijdige nadruk op het register als instrument niet zo behulpzaam voor een breed en meer gelaagd personeelsbeleid van de scholen. De beroepsgroep kan geen monopolie eisen onder de vlag van ‘autonomie’, zo laat de VO-raad merken. Er is veeleer sprake van een “complementaire rol in de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de beroepskwaliteit van de leraar.”

Eisen van deugdelijkheid

In de discussie is overigens nog niet op tafel gekomen, dat de visie van de beroepsgroep dat “het eigenaarschap van het beroep toekomt aan de beroepsbeoefenaren op individueel en collectief niveau” meer principieel grote vragen oproepen kan. In ons land legt de Grondwet vast, dat het de overheid is die ‘eisen van deugdelijkheid’ stelt aan het onderwijs en dit alleen via de wet kan en mag doen. Alleen zo verhinderen we staatspedagogiek en aantasting van de gelijkberechtiging van alle onderwijssoorten en richtingen.

Dat is de kern van de vrijheid in verantwoordelijkheid die in de Pacificatie in 1917 is vastgelegd. Er is derhalve geen sprake van een soort onbeperkt eigenaarschap, dat per definitie de beroepsgroep toekomt. Zaken als “de definitie van het beroep”, “de toegang tot het beroep” en zeker ook “de ontzetting daar uit” raken de wortels van het onderwijsbestel en zijn vrijheid en daarmee de taak van de regering en Staten Generaal als hoeders van de constitutionele vrijheden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK