MBO gaat HO-model volgen

Nieuws | de redactie
16 december 2013 | Het MBO moet net als WO en HBO voldoen aan transparant gemaakte “kwaliteitsafspraken.” Excellentie krijgt er nu meer ruimte en extra geld wordt voorwaardelijk gekoppeld aan studiesucces en doorstroom naar werk. Bussemaker wil daar €250 mln in steken, “7% van het totale budget voor de mbo-sector.”

De minister wil de term ‘prestatieafspraken’ liever niet meer gebruiken. Dit kleine tikje naar haar voorganger Halbe Zijlstra zit zijdelings opgenomen in haar brief aan de Kamer over de bestuurlijke afspraken die zij met het MBO wil maken over meer kwaliteit, doelmatigheid en inzet op studiesucces en excellentie. Een nadruk op kwantitatieve prestaties acht de minister te dun en te weinig uitdagend.

“We moeten nog een stap extra zetten om onze ambities waar te maken. Ik verwacht op dit punt ook een investering van de mbo-scholen.” Daarmee bouwt zij voort op haar eerdere aankondiging stevig te gaan sturen op kwaliteit en doelmatig aanbod.

Uitzonderlijk in huidige situatie

Zij schrijft de Kamer onder meer: “Om [de ROC’s] die te stimuleren (nog) betere prestaties te leveren, wil ik kwaliteitsafspraken met de scholen gaan maken op specifieke thema’s voor een periode van vier jaar. Hiervoor heeft het kabinet in het regeerakkoord € 250 miljoen extra beschikbaar gesteld. Dit is ruim 7% van het totale budget voor de mbo-sector. Dat mag uitzonderlijk worden genoemd, gezien de huidige economische situatie. Het kabinet onderstreept daarmee dat het zeer hecht aan kwalitatief goed middelbaar beroepsonderwijs.”

“Ik wil benadrukken dat deze afspraken niet alleen gaan over kwantitatieve prestaties, maar juist ook over het realiseren van kwalitatief goed en uitdagend onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs heeft naast een beroepsopleidende taak ook een bredere, vormende taak. Jongeren krijgen praktische vaardigheden aangeleerd waardoor ze volwaardig kunnen participeren in de maatschappij. Daarom geef ik er de voorkeur aan te spreken over kwaliteitsafspraken in plaats van prestatieafspraken.”

Sturen op effect

OCW gaat op de volgende vier thema’s kwaliteitsafspraken te maken:

  • Professionalisering
  • Studiesucces
  • Voortijdig schoolverlaten
  • Beroepspraktijkvorming

 

“Competente docenten, instructeurs en onderwijsmanagers zijn nodig om het studiesucces van studenten te verhogen, het aantal voortijdig schoolverlaters verder naar beneden te brengen en de tevredenheid van studenten en leerbedrijven over de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming te laten toenemen,” onderstreept Bussemaker in dit verband.

Het feitelijk effect van de opleidingen moet in kaart worden gebracht, zodat scholen en bedrijven daar ook zelf op kunnen sturen. Nu gaat OCW hier met de eigen investeringen “vooralsnog niet” via beloningen op sturen.

Beeld van de kwaliteit 

“Naast de vier genoemde thema’s wil ik met de sector afspraken maken om voor iedere mbo-school het succes van studenten na het verlaten van het mbo in beeld te brengen. Het gaat dan om arbeidsmarktsucces van mbo-gediplomeerden (percentage gediplomeerden met een baan), de tevredenheid van het (leer)bedrijf over de kwaliteit van mbo-gediplomeerden en het succes van mbo-4 gediplomeerden in het hbo.”

“De mate van arbeidsmarktsucces en een succesvolle doorstroom naar het hbo van gediplomeerde mbo-studenten geven immers een beeld van de kwaliteit van de mbo-school. Deze indicatoren worden vooralsnog niet gebruikt als basis voor een financiële beloning.”

Excellent MBO

Daarom gaat de minister het excellentie-thema nadrukkelijk ook in het MBO agenderen en daar inhoudelijk meer stimulansen aan geven. Het succes van het Sirius-programma zou ook in het MBO “extra uitdaging kunnen bieden aan studenten.” Bussemaker bekijkt hoe zij “het predicaat ‘excellent’ in het mbo op opleidings- of domeinniveau [kan] introduceren. Inzicht in de mate van studiesucces is hieraan ondersteunend.”

“Ik wil alle toptalenten in het mbo de kans geven te excelleren en dit stevig verankeren in het onderwijs. Er zijn positieve ervaringen met het Sirius-programma in het hoger onderwijs die mogelijk ook in het mbo extra uitdaging kan bieden aan studenten.” Bij de Hogeschool Rotterdam werd recental een bijeenkomst belegd met het MBO en Sirius om deze mogelijkheden verder te verkennen. De expertise van de HO-instellingen die in Sirius participeren, blijkt nuttig voor de inhouden, aanpak en een efficiënte inzet van de begeleidingsinfrastructuur die deel uitmaakt van dat Kennisprogramma.

Om een werkbare vorm voor het MBO te ontwikkelen, organiseerden het PBT en de MBO-raad in de maand oktober een reeks sessies in verschillende delen van het land. Inmiddels wordt hierop voortbouwend een ‘experttafel’ georganiseerd. Op basis van de verzamelde input uit die regionale sessies zal men daarin bespreken hoe een stimuleringsprogramma voor excellentie in het MBO eruit zou kunnen en moeten zien.

Leren van HBO en WO

Het MBO kan ook elders veel leren van de ontwikkelingen en ervaringen in het hoger onderwijs. Dat doet overigens OCW zelf ook bij zijn beleidsvoering, zoals blijkt uit de zijdelingse opmerking over de term ‘prestatieafspraken.’ “In het hoger onderwijs (ho) wordt gewerkt met prestatieafspraken op het gebied van onderwijskwaliteit en studiesucces, profilering en valorisatie. Hogescholen en universiteiten hebben in eigen strategische plannen hun ambities geformuleerd, waarna een onafhankelijke commissie heeft beoordeeld of de gestelde doelen voldoende ambitieus waren.”

“Instellingen die aan de eisen voldoen, ontvangen een bijdrage uit het budget voor onderwijskwaliteit en studiesucces (5%). Het oordeel van de commissie was bepalend voor de hoogte van de financiële bijdrage uit het budget voor profilering en valorisatie (2%). Met deze werkwijze kon optimaal rekening worden gehouden met de historie, context en uitgangssituatie van de afzonderlijke hogescholen en universiteiten.”

Ook al is “de uitgangspositie van het mbo anders dan van het ho,”wil de minister toch elementen van de HO-aanpak meenemen. “Voor de kwaliteitsafspraken kies ik daarom voor het beste van twee werelden: i.c. een gemengde aanpak. Waar dat kan en zinvol is, worden concrete resultaten beloond. Waar dat niet kan of niet zinvol is, worden met scholen afspraken gemaakt over verbeterambities, en ondersteun ik hen hierbij financieel.”

Studiesuces variabel belonen

“Hoe de resultaten worden behaald, is aan de school zelf. Elke school kan voor zichzelf bepalen hoe verbeteringen worden gerealiseerd. Daarbij is het van belang dat afstemming plaatsvindt met relevante partners in de regio, zoals het bedrijfsleven, andere onderwijsinstellingen en gemeenten.”

Net als bij HBO en WO wordt de bekostiging gedifferentieerd. Wie presteert kijgt extra investeringsruimte. “Van de mbo-school wordt een extra inzet gevraagd die nodig is om op alle thema’s verbeteringen te realiseren. Om deze inzet te ondersteunen, wordt bij de verdeling van het budget een vast deel en een variabel deel gehanteerd. Het vaste deel biedt mbo-scholen de financiële ruimte om de kwaliteitsafspraken op de vier thema’s waar te maken. Het variabele deel is bedoeld voor thema’s waarvan de resultaten eenduidig kunnen worden gemeten.”

“Dit geldt voor de thema’s studiesucces, vsv en kwaliteit bpv. Het thema professionalisering grijpt meer aan op het onderwijsproces dan op de onderwijsopbrengst en leent zich hierom beter voor een kwalitatieve benadering en een vast budget.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK