Titelstrijd HBO beslecht
Studenten die na 1 januari 2014 hun bachelordiploma krijgen, mogen de titel Bachelor van Arts (BA) of Bachelor of Science (BSc) gaan voeren, wanneer dat in internationaal perspectief de meest passende titel is. Afgestudeerde masterstudenten mogen zich Master van Arts (MA) of Master of Science (MSc) gaan noemen. Voordat deze nieuwe titels ook daadwerkelijk gebruikt mogen worden, moet de betreffende hbo-opleiding wel eerst de instemming hebben van de NVAO.
Naar verwachting van de VH zal ongeveer de helft van alle betrokken opleidingen al per 1 januari 2014 deze nieuwe titels gaan toekennen. De overige opleidingen volgen in maximaal 4 jaar. De officieel vastgestelde lijst van titels en opleidingen vindt u hier.
Veermans irritatie
De HO-titulatuur was al jaren goed voor een hoop onmin en discussie. Probleem was dat veel titels van HBO’ers onbekend waren in het buitenland. Dit werd deze zomer opgelost toen de Tweede Kamer instemde met een wetswijziging waardoor het hbo nu ook de internationaal erkende bachelortitels BA en BSc en de mastertitels MA en MSc mag toekennen. De Kamer volgde hiermee een advies van de Commissie Veerman uit 2010 op, die voorstelde om de HBO-titulatuur gelijk te stellen aan die van de universiteiten.
Veerman onderdrukte bij de presentatie van zijn advies zijn irritatie over het gebroddel van OCW rond de HO-titulatuur niet. “De overheid moet zo snel mogelijk een punt zetten achter dit dossier.”
Voordat het zo ver was, moest een drietal goeroes – AWT-voorzitter Joop Sistermans, Onderwijsraad-voorzitter prof. Fons van Wieringen en Nuffic-directeur Sander van den Eynden – toetsen of de nieuw bedachte hbo-titels uit de koker van minister Plasterk voldeden aan de internationale criteria van de commissie Abrahamsen uit 2002. Zouden zij deze titulatuur aan de maat achten dan mochten HBO’ers zich Bachelor of Applied Arts dan wel Bachelor of Applied Sciences noemen en als titel BAA of BASc voeren.
Plasterk en Eydhafushi
Men kan zich de hilariteit indenken die wereldwijd was uitgebarsten als alumni van het Sweelinck als Bernard Haitink of alumni van ArtEZ als Viktor+Rolf zich voortaan Bachelor of Applied Arts hadden mogen noemen op gezag van minister Plasterk destijds. Die titel was dan trouwens ook gaan gelden voor gediplomeerden die leraar basisonderwijs, sociaal hulpverlener of commercieel econoom in het MKB worden.
Internationaal was de term ‘applied arts’ in elk geval een noviteit. De afkorting BAA was overigens toen reeds bezet door het bestuur van de vliegvelden in Engeland. Vermakelijker nog was de afkorting BASc. Deze staat voor onder meer een christelijke datingsite voor inwoners van San Francisco en een voetbalclub in Oklahoma. Maar ook de British Association for Shooting and Conservation gaat er prat op.
Waarom koos OCW niet -conform de cie Abrahamsen- voor de koninklijke weg om de hbo-bachelor de reguliere titels Bachelor of Arts, dan wel of Science te doen voeren? Deze toevoegingen zijn “doorgaans voorbehouden aan programma’s die tot op zekere hoogte gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek”, schreef Plasterk aan de Kamer. ‘Tot op zekere hoogte’….Het getuigde er van dat zijn ormulering van weinig geloof sprak in de kracht van de argumentatie van zulke woorden. ‘Doorgaans’. De afkorting BAA stond overigens ook voor het bestuur van een atol, in de Malediven, van 75 koraaleilanden. Hun naam is ook wel Maalhosdulu (Zuid). Hoofdstad is Eydhafushi.
NVAO toetst ‘passend’ karakter
Nu Bussemaker de Kamer en haar mnisterie bij zinnen heeft gebracht is een belangrijke voorwaarde voor het mogen voeren van de nieuwe titels de instemming van de NVAO. De NVAO gaat beoordelen of de titel die een opleiding wenst te gaan toekennen, in internationaal perspectief de meest ‘passende’ titel is.
Bij ‘passend’ gaat het om de vraag of een beoogde titel (bijvoorbeeld BA of BSc) voor een afgestudeerde student in Nederland overeenkomt met de titel die afgestudeerden van vergelijkbare opleidingen in het buitenland ook voeren. De beoordeling doet de NVAO aan de hand van een ‘referentielijst’ die per 1 januari 2014 bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.
