Burgerschap als ambacht

Nieuws | de redactie
14 januari 2014 | Jongerenraden zijn waardevol voor het burgerschap van jongeren. Want burgerschap blijkt ook een soort van een ambacht, iets dat zij zich eigen leren maken door het samen te oefenen met volwassenen. Jongeren kunnen zo democratische tekorten oplossen, blijkt uit onderzoek van de UvA.

In Nederland zijn er honderden gemeentelijke jongerenraden, maar deze zijn zo goed als onzichtbaar voor de buitenwereld. Aan de hand van een aantal casusstudies onderzocht  Dana Feringa (UvA) hun betekenis als belangrijk maar veronachtzaamd onderdeel van democratie en burgerschapsvorming.

Belangrijk, omdat ze leerzaam zijn voor jongeren die er in meedoen en democratische tekorten in gemeenten kunnen helpen oplossen. Veronachtzaamd, omdat er te weinig aandacht is voor organisatie en representatie van de raden. In navolging hiervan – en in het verlengde van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de aanstaande decentralisatie van de jeugdzorg – pleit Feringa voor meer aandacht voor de rol die jongeren en hun begeleiders in deze raden vervullen.

Invloed, draagvlak of plezier

Uit Feringa’s onderzoek blijkt dat jongerenraden (nog) niet altijd succesvol zijn. Zo komt substantiële representatie bij de meeste jongerenraden niet goed van de grond: de raadsleden lijken wat betreft sekse, leeftijd, opleidingsniveau en culturele achtergrond beperkt op de jongeren die zij vertegenwoordigen.

Daarnaast onderhouden zij nauwelijks contact met de jongeren die ze vertegenwoordigen, waardoor perspectieven niet worden uitgewisseld. Ook blijken de jongeren, hun begeleiders en de beleidsambtenaren verschillende doelstellingen na te streven, zonder dit van elkaar te weten.

“Gemeenten willen jongeren betrekken bij beleidsontwikkeling, zodat jongeren een gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid ontwikkelen en onder jongeren draagvlak voor beleid ontstaat. Begeleiders willen jongeren in de gelegenheid stellen om invloed uit te oefenen op beleid en hen ruimte bieden om zich via participatie verder te ontwikkelen. Voor de jongeren zelf staat plezier hebben voorop”, vertelt Feringa.  

Positief, maar onbeholpen

De Amsterdamse onderzoekster schrijft het beperkte succes niet uitsluitend toe aan de structuur van de lokale overheid en jongerenraden zelf. Ook de wijze waarop de jongeren en hun begeleiders handelen binnen jongerenraden, draagt bij aan minder impact en doeltreffendheid.

Feringa licht toe: “De jongeren hebben in termen van burgerschap positieve intenties, maar zijn nog wat onbeholpen in de uitvoering van deze intenties. Het ontbreekt de jongeren aan kennis en aan passende begeleiding. En hun sterk individualistische instelling bemoeilijkt optreden als collectief. Zelfs sociale media worden daardoor onderbenut. Als gemeenten meer oog voor deze problemen hebben, valt veel winst te behalen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK