Gemakzucht van voorsprong

Nieuws | de redactie
17 januari 2014 | “Universiteiten zijn als instellingen nauwelijks te handhaven.” WRR-lid prof. Peter van Lieshout voorziet ingrijpende veranderingen in het kennislandschap van Nederland als “lerende economie.”

Bij de nieuwjaarsontvangst van de Vereniging Hogescholen sprak Van Lieshout over de consequenties van de visie die de WRR heeft geformuleerd in zijn recente rapport ‘Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland’

Hij benadrukte dat “de klassieke modellen en zekerheden” van de economie en maatschappelijke ontwikkeling voorbij zijn. Kenmerkend daarvoor is bijvoorbeeld het feit dat de groei van China jaarlijks een economie zo groot als die van Spanje toevoegt aan de welvaart in de wereld.

 Niet blindstaren op de macro-economie

Nederland moet daarom stoppen met zich blind te staren op de foute, meestal macro-economische instrumenten voor beleid. De meeste winst zit voor de bloei van ons land namelijk bij inspanningen voor de infrastructuur in brede, eigentijdse zin. Oftewel de combinatie van vernieuwingen in de fysieke en de kennisinfrastructuur, alsmede het menselijk kapitaal dat daarmee werkt. “Juist hier kun je als land in een wereldwijde economie het verschil maken met je eigen beleid.”

Van het klassieke kenniseconomie denken moeten ook HBO en WO overstappen naar een accent op kenniscirculatie en het aanwakkeren van het vermogen tot kennisabsorptie. Groei zit niet in het uitvoeren van R&D als zodanig, maar in het kunnen toepassen van vele soorten kennis in alle delen van de keten van de productie en innovatie. Het intelligent verbindingen weten te leggen is daarom belangrijker geworden dan het produceren van veel Willie Wortels.

Seinen op oranje

In ons land is het onderwijsbestel hier nog weinig alert op. “De seinen staan hier allemaal op oranje,” waarschuwde Van Lieshout. Terwijl andere landen na de ‘PISA-Schock’ en de opkomst van de Shanghai-ranking sinds 2003 hun onderwijs en kennisbeleid fors zijn gaan bijstellen, is bij ons “de gemakzucht van de voorsprong” nog sterk.

Het onderwijs wordt vooral beleefd als een emancipatiemachine. Toegankelijkheid is het centrale punt van debat en beleid. Veel minder oog heeft men voor de maatschappelijke opdracht en de veranderingen die het onderwijs raken en het zo mee veranderen.

Van Lieshout wees hier op de universiteiten die zich eenzijdig profileren en concentreren op het doen van klassiek onderzoek en hun onderwijsfuncties niet voorop zetten of innoveren. Het type universiteit dat de laatste decennia op deze manier is ontstaan, is “nauwelijks handhaafbaar.” Zij zullen teloorgaan als zij hun aanbod niet veel diverser maken. HBO en WO moeten de talentontwikkeling van de studenten centraal stellen en niet een soort industriële onderwijsproductie inrichten.

Klassieke universiteit in gevaar

Als voorbeeld gaf hij de te verwachten impact van open education en MOOCs. Deze zullen een grote prijsdaling veroorzaken bij het bieden van diverse, maatgesneden kennis en vorming. De klassieke universiteiten en de ROC’s zullen hier moeilijk tegenop kunnen. De ROC’s niet, omdat zij nauwelijks een rol weten te spelen als innovatiecentra in hun regio en met het MKB in hun omgeving.

Het HBO acht Van Lieshout nog het best gepositioneerd om in deze veranderingen overeind te blijven en zich verder te ontwikkelen. De hogeschool als kenniscentrum voor en van haar omgeving en als knooppunt van de kenniscirculatie heeft de toekomst. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK