Houden HBO en WO te veel geld over?

Nieuws | de redactie
4 februari 2014 | €165 miljoen is het positief resultaat van de universiteiten en hogescholen samen in hun begrotingen. De Kamer wil weten of dat ‘oppotten’ wel kan, maar OCW ziet in deze plus vooral een meevaller en een extra impuls voor stevig beleid.

HO-woordvoerder Mohandis (PvdA) vroeg zijn partijgenote op OCW om opheldering over berichten dat de onderwijsinstellingen zo’n €300 miljoen aan inkomsten niet besteden voor het primair proces, maar ‘overhouden’ en blijkbaar oppotten voor een regenachtige dag.

“Kunt u nader toelichten hoe het mogelijk is dat er in 2012 in sommige sectoren tientallen miljoenen euro’s niet zijn uitgegeven aan het onderwijs, de kwaliteit van leraren en het op peil houden van aanbod van voldoende arbeidsplaatsen voor leraren?” vroeg hij bijvoorbeeld.

Prudent beleid

De minister wijst er fijntjes op, dat een niet lukraak uitgavenbeleid door onderwijsorganisaties helemaal past bij de adviezen over een nadrukkelijk  evenwicht in hun vermogensbeheer.  Daarom betekent voor haar “een incidenteel positief resultaat niet per definitie dat de sectoren geld ‘overhouden’. Voor een prudent financieel beleid is het zaak om op de lange termijn naar evenwicht te streven. Dit sluit aan bij de bevindingen van de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstelling (commissie Don).”

Bovendien blijkt dat de instellingen een zeer wisselend beeld door de jaren hebben vertoond. Van stelselmatig oppotten is geen sprake, laten de cijfers zien. “Voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs geldt, dat voor het eerst sinds enkele jaren weer sprake is van een positief resultaat. Voor het basisonderwijs is dit voor het eerst sinds 2008, voor het voortgezet onderwijs voor het eerst sinds 2010.” Het positief beeld bij het PO is bijvoorbeeld 0,1% in 2012, na jaren van fors negatieve resultaten.

De ROC’s zijn bepaald precies geweest met hun uitgavenpatroon. Zij vertonen gezamenlijk “een gemiddeld resultaat over de afgelopen vijf jaar van € 4,3 mln. per jaar en een rentabiliteit van ongeveer 0,1% van de totale baten. Dit laat zien dat de MBO-sector de afgelopen jaren goed heeft begroot en middelen niet aan de reserves zijn toegevoegd.”

Risico’s eisen reserves

Het hoger onderwijs is goed voor ruim de helft van de overgeschoten €300 miljoen, zo geeft de minister aan. €61 miljoen in het HBO en €104 miljoen bij de universiteiten. “De resultaten fluctueren per jaar, maar vertonen een positief beeld. De rentabiliteit van de HBO-sector is in 2012 1,7% van de totale baten. Voor de WO-sector geldt dat de rentabiliteit 1,9% van de totale baten is.”

De minister wijst de Kamer er wel op, dat het een denkfout zou zijn als men er van uitging dat een dergelijk ‘overschot’ het naar de reserves tillen zou inhouden van publieke middelen. “Omdat bij de sector HO ten opzichte van de andere sectoren sprake is van relatief hogere inkomsten uit de derde geldstroom, kan dit resultaat niet geheel als een onderuitputting van de rijksbijdrage worden aangemerkt.”

Bovendien hebben hogescholen en universiteiten andere verplichtingen dan anderen in de onderwijssector, met name in het kader van hun financiële zelfstandigheid en het onderzoeksbeleid.  Zo moeten zij “financiële middelen reserveren omdat zij zelf verantwoordelijk zijn voor onder meer huisvestinginvesteringen, investeringen in ICT infrastructuur en cao’s.”

Bij het onderzoek speelt dat bij de “relatief veel inkomsten uit de zogenoemde tweede en derde geldstroom” risico’s in de continuïteit voorkomen. “Als de inkomsten uit de tweede en derde geldstroom teruglopen, moet de instelling deze terugloop kunnen opvangen. Ook hiervoor moeten instellingen reserves aanhouden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK