Studenten vrezen schuldenlast

Nieuws | de redactie
14 maart 2014 | GroenLinks zit weer aan tafel inzake de toekomst van de studiefinanciering. Het ISO waarschuwt: “de opbrengsten van een leenstelsel gaan vermoedelijk pas na 2020 structureel van voldoende omvang zijn om daadwerkelijk een stevige investeringsagenda uit te voeren.”

U leest het opinieartikel van Ruud Nauts hieronder

GroenLinks heeft een nieuwe ronde ‘sociaal leenstelsel’ aangekondigd. De belangrijkste voorwaarden waaraan ieder stelsel rondom de studiefinanciering zou moeten voldoen, is waarborging van de kwaliteit en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, aldus GroenLinks. 

Voor het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) zijn dit ook de belangrijkste voorwaarden voor een goed hoger onderwijsbestel, maar daarbij dient een zeer grote kanttekening geplaatst te worden: investeren in de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs staat los van de politieke keuze om al dan niet een leenstelsel in te voeren.

Verloren generatie 

Het ISO is en blijft tegenstander van een leenstelsel en acht het zeer onwenselijk dat nagenoeg alle investeringen de laatste jaren achterwege blijven, omdat de eventuele komst van een leenstelsel afgewacht wordt. De opbrengsten van een leenstelsel gaan vermoedelijk pas na 2020 structureel van voldoende omvang zijn om daadwerkelijk een stevige investeringsagenda uit te voeren. 

De facto betekent dit dat wanneer er een leenstelsel zou komen, de nu startende generatie studenten de boeken in zal gaan als ‘zij die fors betaald hebben, maar weinig tot geen profijt hebben ondervonden van hun ferme investering’. Een verloren generatie dus. Om iedere generatie de kwaliteit te bieden die het verdient, moet er vandaag nog geïnvesteerd worden in digitalisering, verbetering van de kwaliteit van docenten en de herinrichting van het curriculum, ongeacht de komst van een leenstelsel. 

Minister Bussemaker en minister Kamp geven in hun reactie op het WRR-rapport ‘Naar een lerende economie’ aan dat ze ook in tijden van bezuinigingen zijn blijven investeren in de kwaliteit van onderwijs. Dit klopt over de breedte, maar wanneer specifiek naar het hoger onderwijs gekeken wordt is dit niet volledig juist. In het regeerakkoord ging er minder geld naar het hoger onderwijs, waarbij een deel van het potje geld alleen vrij zou komen wanneer er een Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) afgesloten zou worden. 

In het NOA zijn voornamelijk afspraken gemaakt over de bestedingsrichting van de opbrengsten van een eventueel leenstelsel, er is weinig direct budget beschikbaar gekomen. Ook het herfstakkoord was een forse tegenvaller: er zat alleen een intensivering van de lumpsum voor het hoger onderwijs in, waarbij nota bene middels een motie €69 miljoen van het hoger onderwijs naar het funderend onderwijs gegaan is. Het patroon dat het ISO hieruit ontwaard bevalt allerminst.

Schuldenlast 

De heer Van Ojik geeft te kennen dat hij geïnteresseerd zou zijn in een systeem waarin mensen met een meer dan gemiddeld goed inkomen wat terugbetalen voor de basisbeurs, eventueel via de belasting, vanwege het nivellerende effect dat hieruit voortkomt. 

Het ISO stelt dat de schuld die studenten gedwongen opbouwen middels sociale terugbetalingsvoorwaarden afgelost zou moeten worden, waarbij je niet meer aflost dan je eigen schuld, ongeacht de komst van een leenstelsel. Een studieschuld mag nooit een langdurige last blijven.

Een lange aflossingstermijn lijdt tot lagere kosten, maar ook tot een langere periode waarin afgestudeerden met een schuld blijven zitten, één waar altijd, ook tijdens de studie al, rente over betaald moet worden. Dit zijn extra onnodige kosten waarvan het ISO het onterecht vindt dat deze kosten bij de student komen te liggen. Je studieschuld telt mee bij het aanvragen van een hypotheek, en wat te doen wanneer je eigen kinderen gaan studeren? 

Wanneer je niet in staat bent om je schuld af te lossen, dan is de investering ‘in jezelf’ middels studeren financieel niet tot wasdom gekomen en is daarmee de rechtvaardiging –volgens de minister- van een leenstelsel op individuele basis ver te zoeken. In dat geval dient de staat het risico te dragen. Met andere woorden, als de belofte van een investering in jezelf niet in loon zichtbaar is, dan moet er niet eindeloos een schuld boven je hoofd hangen.       

Het is goed om te merken dat de stilte rondom het hoger onderwijs weer doorbroken is. Gebruik deze ruimte om te spreken over de kwaliteit van het hoger onderwijs en de manier waarop hier per direct in geïnvesteerd moet worden. Laat de kwaliteit van het hoger onderwijs geen slachtoffer blijven van het politieke steekspel.” 

Ruud Nauts is voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO)


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK