Geef creatieve industrie de ruimte

Nieuws | de redactie
9 april 2014 | “De publieke omroep is een hele belangrijke speler als het gaat om de creatieve industrie.” Paul Rutten is lector Creative Business aan de Hogeschool Rotterdam. Hij schreef mee aan het toekomstperspectief voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO).

Het rapport ‘De Tijd Staat Open’ stelt  voor dat “het landelijke publieke omroepbestel ook wordt geopend voor andere partijen dan de omroepverenigingen.” Dat betekent dat onafhankelijke programmamakers zich niet tot de verschillende omroepen hoeven te wenden. “Als je de toegang tot het programmaverstevigingsbudget ook voor hen openstelt kan dat hele nieuwe impulsen geven aan het publieke bestel.”

Ruimte voor nieuwe trends

Volgens Rutten, die voor hij anderhalf jaar geleden als lector in Rotterdam begon en onder meer hoogleraar in Leiden en Antwerpen was, wordt het omroepbestel door deze openstelling dynamischer en komt er meer ruimte om in te springen op de ontwikkelingen in cultuur en media. “Het gaat om audiovisueel producenten, maar ook andere creatieve bedrijven of de filmindustrie. Je geeft de creatieve industrie de ruimte om direct met hun ideeën naar de publieke omroep te stappen, naar de genrehoofdredacteuren die direct verantwoordelijk worden voor de programma’s op zenders, netten en online.”

Die openheid is er op dit moment ook, maar is toch anders van aard. “Als je nu bij de ene omroep niet slaagt, kun je het nog bij een andere omroep proberen. Als je direct zaken kunt doen met de NPO komt dat de dynamiek en de inhoudelijke innovatie ten goede. Niet alleen grote productiebedrijven als EyeWorks, ook kleinere onafhankelijke productiehuizen krijgen kansen. Zo ontstaat er veel beweging.”

Kansen voor studenten

Nu omroepen als BNN en VARA al samenwerken, ziet Rutten een trend van convergentie binnen het bestel, waarin grenzen vervagen. “Dat is al eerder vastgesteld, maar dat is wel duidelijk wat er nu aan het gebeuren is.” In het rapport wordt daarover gesteld dat het “de inhoud is die er toe doet – niet het platform, niet de zender – maar programma’s, producties, informatie.”

Die focus op inhoudelijke kwaliteit, gecombineerd met de nieuwe digitale mogelijkheden voor media biedt mogelijkheden voor studenten en jonge professionals, ziet ook Rutten. “Vanuit mijn lectoraat werk ik met studenten van de Willem de Kooning Akademie en van Communicatie, Mediatechnologie & Informatica. Ik denk dat er in de opdrachtensfeer voor die groep, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van games, heel veel mogelijkheden gaan komen. Het is echt een uitdaging om te zien hoe je die nieuwe trends kunt benutten.”

Opgave voor het HBO

Juist het HBO speelt hier in een belangrijke rol, vindt Rutten. “Ik denk dat het een opgave van het HBO moet zijn om die openingen te vinden voor het maken van deze nieuwe dingen vanuit een kennisbasis. Juist op hogescholen zit de kracht om ook die innovatieve toepassingen te ontwerpen en te ontwikkelen, echt het valoriseren van de aanwezige kennis dus, sterker dan waartoe universiteiten in staat zijn.”

Het kenniscentrum Creating010 op de Hogeschool Rotterdam waar Paul Rutten deel van uit maakt, vormt de plek waar die kennisbasis gelegd moet worden. “Het is nog altijd zoeken voor het HBO-onderzoek. We zijn ons nog echt zelf aan het uitvinden in die rol.”

Als voormalig hoogleraar ziet de Rotterdamse lector wel dat het HBO juist in de toepassing van kennis een grote rol kan en moet spelen. “Omdat ik eerst als hoogleraar heb gewerkt en nu in het HBO zit, zie ik ook het verschil in benadering en dus ook wat beiden kunnen betekenen in het proces van valorisatie.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK