De wet van Miles in Europa

Nieuws | de redactie
21 mei 2014 | Studeren bij LSE over Europa bij de besten in het vak. Columnist Timo Klein smult er juist nu van. Maar waar blijven eurosceptische collega’s? “Je kunt moeilijk eurosceptici dwingen zich aan te melden voor een studie gericht op Europa of master-aanmeldingen accepteren op basis van politieke voorkeur.”

‘Dit jaar studeer ik met veel plezier aan de London School of Economics and Political Science (LSE), waar ik een master programma volg in Political Economy of Europe. Deze multidisciplinaire master – zoals dat zo heerlijk prominent klinkt – combineert vakgebieden als economie, politicologie en sociologie om de grote vragen van Europa te bespreken.

Vragen dus als: ‘Sluit de soevereiniteit van de natie-staat verdere Europese integratie uit? Hoe maken we de Eurozone weer stabiel en robuust? Hoeveel fiscale integratie is er minimaal nodig op Europees niveau? Moet de EU bijvoorbeeld haar eigen belastingen kunnen heffen? En hoe herstellen we het veronderstelde democratisch tekort van de Unie?’

Het ideale klimaat

De LSE is bij uitstek de plek om deze vragen te bespreken. The European Institute, mijn faculteit hier, is gerenommeerd op het gebied van Europese studies. De kleinschalige werkgroepen, nooit meer dan vijftien man, bestaan uit een selecte groep gemotiveerde mede-studenten. Ze worden gegeven door bekwame en betrokken docenten die de relevante publicaties die worden besproken veelal zelf hebben geschreven. Het ideale academische klimaat, in theorie.

Hoewel onze discussies omtrent Europa fel zijn, in werkgroepen en soms zelfs ’s avonds in de kroeg, heerst er hier een onuitgesproken consensus: Europa is goed. Tijdens een van onze werkgroepen vroeg een docent ooit: ‘Los van de haalbaarheid, zou je in een Verenigde Staten van Europa willen wonen?’ Het overgrote deel van de groep stak de hand op.

Mijn pro-Europa bubbel

De studenten zijn naar verluid nauwkeurig geselecteerd op basis van kwaliteit en achtergrond, om een zo sterk en divers mogelijke groep samen te stellen. Er is echter één probleem: sterk eurosceptische studenten zullen zich nooit voor mijn master aanmelden, terwijl je hier wel de meest grote eurofielen ziet rondlopen.

Een verklaring kan zijn dat hoogopgeleide mensen het simpelweg beter weten dan de groeiende groep eurosceptische stemmers, dat er in het algemeen geen, of amper echt eurosceptici zijn die een masteropleiding kunnen volgen. Kortom, dat de impliciete consensus op mijn faculteit het gevolg is van een diepgaande intellectuele exercitie.

Deze conclusie neemt echter aan dat er een inherente juistheid is aan de stelling ‘Europa is goed’, iets dat ik, ondanks mijn overwegend positieve houding tegenover Europa, lastig kan accepteren. Ik denk daarom dat er een andere, meer problematische verklaring is.

Zelfselectie

Er vindt namelijk een proces van zelfselectie plaats in elke gemeenschap waar over ‘Europa’ gesproken en besloten wordt, van de academische wereld tot aan de bureaucratie in Brussel. Waarom zou je je immers aanmelden voor een master in Europese studies of solliciteren voor een baan in Brussel als je zelf niet in het project gelooft, nog los van je kwaliteiten of achtergrond?

Pleiten vóór Europa is op zichzelf natuurlijk legitiem – ik zou het desgevraagd zelf ook doen – maar de onevenwichtige vertegenwoordiging in die gemeenschappen waar over ‘Europa’ gesproken en besloten wordt, leidt tot een zorgelijke maatschappelijke divergentie.

Er zijn meer stoelen

Dit is een probleem dat niet makkelijk op te lossen is. Je kunt moeilijk eurosceptici dwingen zich aan te melden voor een studie gericht op Europa. Laat staan aanmeldingen accepteren voor een master of een baan op basis van politieke voorkeur.

Een reëler alternatief is meer erkenning voor de legitimiteit van eurosceptische geluiden. De opkomst van eurosceptische partijen als de PVV in Nederland en de UK Independence Party (UKIP) in het Verenigd Koninkrijk is in mijn ogen een trend die we moeten accepteren – misschien zelfs verwelkomen. Los van enige minderwaardigheid van de rhetoriek en framing van de PVV (‘minder, minder’) en UKIP (’26 million unemployed Europeans are after your job’) mag de opkomst van euroscepsis in Europa niet opzij geschoven worden in onze bubbels.

De wet van Miles, een wet in de politicologie vernoemd naar Rufus E. Miles, een hoge ambtenaar onder de Amerikaanse president Truman, stelt: ‘Where you stand, depends on where you sit’. Het is belangrijk om je altijd te blijven realiseren dat er meer stoelen zijn, ook buiten onze eigen bubbels. Slechts met dat besef kan de onbalans in onze pro-Europa bubbels verholpen worden.’

Timo Klein studeert economie aan LSE en doet op ScienceGuide als columnist verslag van zijn belevenissen en ervaringen daar.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK