Richard Strauss 150

Nieuws | de redactie
21 mei 2014 | Hij kon alles en hij wist het. Mythische tragedie en burleske komedie, orkestrale verhalen over Don Juan en Nietzsche, opera’s over Hellas, Wenen en de Bijbel en het liefst dirigeerde hij ze zelf. Maar Goebbels beet hem toe: “U beseft niet wat u voorstelt en u beseft niet wat ik ben.”

Toen Richard Strauss in juni 1864 geboren werd, was Duitsland geen verenigde natie, was Amerika in burgeroorlog, Wenen de hoofdstad van een multicultureel imperium en Richard Wagner net gered van het bankroet door de dwepende koning Ludwig II van Beieren, wiens onderdaan de kleine Richard ook was. Toen Strauss stierf in 1949 was alles anders en hijzelf inmiddels Wagners ‘opvolger’ als componist geweest. Zo’n groot stempel heeft hij gedrukt – als musicus, dirigent én kunstbaas – dat we steeds weer nieuwe, soms verontrustende kenmerken van deze toondichter blijven ontdekken.

De Nationale Opera vierde het jubileumjaar met zo’n verontrustend stuk: Arabella uit 1933. Briljante muziek in een fraaie productie over een ondergaande cultuur die zich uitverkoopt aan nouveaux riches van de Balkan, met – typisch Oostenrijks? – gedaanteverwisselingen à la Conchita Wurst er nog in gestopt bovendien. Zoals gezegd, in de muziek kon Strauss alles.

Weinig scrupules

Daar hielp bij dat ook deze opera was geschreven door de dichter, librettist en essayist Hugo von Hofmannsthal. Hij maakte met Strauss een unieke reeks muziektheater, die in de 20e eeuw geen gelijke kende. Van het rauwe ‘Elektra’ uit 1909 en het oosters-mythische ‘Frau ohne Schatten’ tot hun grootste succes, het rococo-pastiche ‘Der Rosenkavalier’.

Hier zit het geheim van Strauss’ werk en uitzonderlijke serie ‘klappers’ in de operageschiedenis. Hij zocht en vond de allerbesten om zijn werk mee te bouwen. Tekstdichters als Stefan Zweig, orkesten, operachefs, zangers, waarvan hij er een trouwde in een stormachtig huwelijk. Ook machthebbers zocht hij uit om zijn muziek te promoten. Veel scrupules had hij dan zelden.

Niets was zo rood!

Dat had ook mooie kanten. Oscar Wilde was nog maar net dood en anathema in ‘nette kringen’, toen Strauss zijn werk ter hand nam. Hij zat daar niet mee. Integendeel, hij zette diens meest provocerende stuk, Salome, al in 1905 op muziek in een van de goorste opera’s van de voorbije eeuw. We krijgen een 15-jarige prinses voorgeschoteld die de liefde bedrijft met het afgehakte hoofd van een op haar bevel geëxecuteerde joodse profeet, over wie zij met Wagneriaanse oerkracht zingt: “Jouw lichaam was blanker dan het mooiste ivoor. Niets was zo rood als jouw lippen, niets was zo zwart als jouw haar!”

Inderdaad, Strauss deed het gewoon. Hij vervolmaakte de revolutie die Wagner had ingezet en ver kende moeiteloos de grenzen van de muziek. Daarna trok hij zich plotseling terug van die afgronden. ‘Elektra’ bleek voor hem de pijngrens van de expressie van de mythologie door Westerse klanken. Met Hofmannsthal maakte hij daarna een reeks verbluffende stukken die bewust teruggrepen op de 18e eeuw, op Haydn en Mozart, alsof de komst van de Eerste Wereldoorlog in 1914 door hen voorvoeld werd en de ondergang van die Weense rococo-wereld eveneens.

Richard Strauss werd intussen een favoriet in Nederland. Hij droeg zijn autobiografische muzikale portret ‘Ein Heldenleben’ zelfs op aan het Concertgebouw Orkest. Zijn opera’s hebben in Amsterdam de nodige spraakmakende interpretaties gekend: Harry Kupfers ‘Frau ohne Schatten’ en ‘Salome’, zeker ook Willy Deckers ‘Elektra’ en niet toevallig in revolutiejaar 1968 de regie door Wieland Wagner – geniale kleinzoon van – van Salome, met de grote diva Anja Silja in de hoofdrol.

Keizer en Goebbels

Zulke roem deed de componist goed. Succes was voor Strauss een grote drijfveer en geld niet minder. Zijn gages als dirigent waren berucht. En toen keizer Wilhelm II hem maande dat zo’n vunzig, godslasterlijk stuk als Salome zijn reputatie zou ruïneren, zei hij: “Majestät, dat zou kunnen. Voorlopig heeft het wel mijn nieuwe villa in Garmisch Partenkirchen bekostigd.”

De Nazi’s paaiden de bejaarde componist in 1933-34 met de erefunctie van president van de Reichsmusikkammer, waarin de muziekwereld van het Derde Rijk gelijkgeschakeld moest worden. Ook componeerde hij voor de Berlijnse Olympiade van 1936 een bombastische hymne. Toen was hij al min of meer in ongenade gevallen. Strauss poogde namelijk zijn joodse familieleden en collega’s te beschermen tegen het regime en dacht, dat zijn faam en buigzaamheid dat zouden bewerkstelligen. Hij tekende in 1933 zelfs de publieke veroordeling mee van de ‘Richard Wagner stad München’ die Thomas Mann in ballingschap dreef.

Niets hielp natuurlijk. Toen hij er genoeg van kreeg, werd hij bij propagandaminister en cultuurchef Joseph Goebbels geroepen. Die bedreigde hem met alles, inclusief zijn familie en vrienden. Strauss was beledigd en zei iets à la ‘Weet u wel tegen wie u zo uitvalt?’ De minister zou hem toen toegebeten hebben: “U beseft niet wat u voorstelt en beseft niet wat ik ben.”

Geen goede nachten

Bij de ondergang van het Derde Rijk keek Strauss toe hoe steden als Dresden en München, waar hij zijn werken vaak zelf in premières gedirigeerd had, in vuur en as onder gingen. Wat Goebbels voorstelde had hij inderdaad niet begrepen.

Strauss bleef ook nu kunstenaar. De catastrofe inspireerde hem tot zijn wellicht meest geliefde en gezongen stuk. Vier gedichten over afscheid en dood – van Herman Hesse en Joseph von Eichendorff – verklankte hij voor sopraan en orkest. ‘Vier letzte Lieder’ is een diep elegisch meesterwerk, dat alleen de beste operazangeressen aan kunnen. Kan het verbazen dat Pauline Strauss zo’n sopraan was voor wie haar man van die onmogelijke partijen schreef? Hun echtelijke ruzies waren in elk geval legendarisch, maar precies wat de componist nodig had als impuls voor zijn werk.

Dit jaar vieren we 150 jaar Richard Strauss. Met de vele grijstinten, geniale trekjes en werken van deze kunstenaar zijn we nog zeker 150 jaar bezig. Koningin Klytaemnestra, de grootste ‘bitch’ in zijn opera’s, zingt het in ‘Elektra’ zo: “Ich habe keine guten Nächte. Wer älter wird, der träumt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK