OECD op de bres voor PISA
In mei dit jaar liet een groep bezorgde professoren nog in een open brief aan Andreas Schleicher weten dat de zogeheten ‘PISA shock’ er voor zorgt dat landen hun onderwijspraktijk fors overhoop gooien in de hoop hogerop te komen in de ranking. Een ontwikkeling die, zo schrijven de professoren, grote invloed heeft op het onderwijs.
Van grote waarde
Op de opiniewebsite Project Syndicate verdedigt OECD-voorzitter Ángel Gurria nu de PISA-cijfers die volgens hem wel degelijk van grote waarde kunnen zijn voor het onderwijs. “PISA brengt beleidsmakers, onderwijs en onderzoekers overal ter wereld samen om te bediscussiëren welke kennis leerlingen nodig hebben om succesvolle en verantwoordelijke wereldburgers te worden.”
Gurria ziet dan ook dat de cijfers landen niet tot een ‘PISA shock’ brengen, maar juist aanzetten tot het leren van elkaar en het overnemen van best-practices en onderwijsinnovaties uit andere landen. “De OECD heeft PISA opgezet als een wereldwijde inschatting, omdat in de huidige geglobaliseerde wereld leerlingen moeten leren samenwerken met mensen met andere achtergronden en waardering moeten hebben voor andere ideeën, perspectieven en waarden.”
Keuzes maken
Volgens Gurria hebben Brazilië en Duitsland laten zien dat de zwakke scores in 2000 hen hebben uitgedaagd tot duidelijke keuzes die geleid hebben tot een forse verbetering. “Brazilië nam de uitdaging aan en investeerde fors in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het land heeft nu één van de snelst verbeterende onderwijssystemen ter wereld.”
De voorzitter van de OECD geeft ten slot aan de PISA uiteraard niet in staat is om alle ‘skills and attitudes’ van studenten in de ranking te vangen. Niettemin is er “voldoende bewijs dat de kennis en skills die benoemd worden in de PISA ranking essentieel zijn voor het voorspellen van het succes van leerlingen in de toekomst.”
De volledige opinie van Ángel Gurria leest u hier
