Rekenkamer zoekt NOA-geld

Nieuws | de redactie
16 oktober 2014 | De Algemene Rekenkamer vraagt zich af wat er eigenlijk gebeurt met de honderden miljoenen die door het Nationaal Onderwijs Akkoord vrij gemaakt werden. “Zo worden de NOA-gelden zonder concrete bestemming toegevoegd aan de lumpsum voor onderwijs.”

De kritische kanttekeningen van de Rekenkamer zijn van groot belang voor HBO en WO. De gelden uit het studievoorschot zullen immers ook met vrij algemene bestemmingen en oogmerken worden verdeeld over de instellingen. Het is duidelijk, dat de financiële controleurs van de regering vinden, dat OCW en instellingen hiermee bij zulke grote extra investeringen niet meer mee weg kunnen komen.

Beperkt bediend

Zo schrijft de Rekenkamer: “De begroting 2015 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoet aan de regels die hiervoor zijn opgesteld in de Rijksbegrotingsvoorschriften. Maar wie in deze begroting informatie zoekt over het (extra) geld dat voor onderwijs beschikbaar is gekomen, en de koppeling van dit geld aan prestaties en beoogde effecten op maatschappelijk relevante terreinen, zal zich beperkt bediend voelen.” 

De Rekenkamer noemt deze punten “onze aandachtspunten zijn in het kort:

•   Extra geld voor onderwijs: achtergrondkennis nodig voor goed overzicht

•   Meer duiding van uitstaande garanties gewenst

•   Geen informatie over realisatie en gevolgen bezuiniging op cultuur

•   Voorsprong op gebied van open data kan worden vergroot.”

Zonder concrete bestemming

Scherp wordt men als de nadere uitwerking van het NOA aan de orde komt: “ Daarnaast worden de NOA-middelen en de middelen uit de Begrotingsafspraken 2014 op verschillende manieren en op verschillende plaatsen toegelicht. Ook zijn er verschillende bestemmingen en bestedingsvoorwaarden opgenomen voor beide middelen.”

“Zo worden de NOA-gelden zonder concrete bestemming toegevoegd aan de lumpsum voor onderwijs. En omdat de lumpsum geen specifieke bestedingsvoorwaarden kent, is het onzeker hoe dit extra geld in de praktijk wordt besteed aan onderwijs en onderzoek. Tegelijkertijd zijn aan een deel van de Begrotingsafspraken 2014 wel specifieke voorwaarden gesteld. En dit levert inherente spanning op tussen het budgetrecht van het Parlement en de autonome schoolbesturen.”

Bezuiniging en garanties

Ook noteert de Rekenkamer een bezuiniging op de prijsbijstelling door minister Dijsselbloem. “De Begrotingsafspraken 2014 behelzen volgens het verdiepingshoofdstuk € 854 miljoen, en volgens de beleidsagenda € 927 miljoen. Het verschil wordt verklaard door enerzijds een vrijval op de lumpsumreeks (geld dat niet meer uitgegeven mag worden aan onderwijs, vanwege een korting door het Ministerie van Financiën omdat de prijzen minder hard stegen dan men van tevoren dacht) en anderzijds door een kasschuif (waarbij een deel van de te verwachten opbrengsten van het studievoorschot in 2018 naar 2015 worden gehaald).”

Een bijzonder punt van aandacht vormt de verantwoording van garanties van OCW voor activiteiten en uitgaven van derden, bijvoorbeeld de leningen die instellingen in het kader van schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën hebben afgesloten en waarvoor OCW garant staat. De Rekenkamer vindt dat hij hier veel te veel in het duister moet tasten, terwijl het om aanzienlijke bedragen gaat.

“Vanaf het begrotingsjaar 2015 moeten alle begrotingshoofdstukken een overzicht van garanties en achterborgstellingen bevatten. Hierbij dient de minister onder andere een toelichting op de uitstaande risico’s te geven. Een goede verantwoording over financiële risico’s die op de begroting van het Ministerie van OCW afgewenteld kunnen worden, komt de beheersing van deze risico’s ten goede.”

“Uit de saldibalans over 2013 blijkt namelijk dat het ministerie in totaal voor meer dan € 2,5 miljard aan risicoregelingen op de begroting heeft staan. In de huidige beleidsagenda wordt een groot deel van dat bedrag niet toegelicht.”

“Dat het hier om een zogenaamde interne garantie van OCW aan Financiën gaat, betekent niet dat deze regelingen zonder risico zijn. Op het moment dat een onderwijsinstelling zijn verplichting in dit verband aan het Ministerie van Financiën niet kan nakomen, moet de financiële schade op de begroting van OCW worden opgevangen.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK