Kwetsbare verbinding versterken

Nieuws | de redactie
16 januari 2015 | “Wat is in uw ogen nu het belangrijkste voor een student die de opleiding verlaat? Is dat vakkennis, gewoon veel weten?” Jet Bussemaker roept in haar HO-tour het bedrijfsleven op afgestudeerden in hun eerste banen door tutorschappen meer te begeleiden. “Dat hoort ook bij leven lang leren”.

Op een speciaal ingelaste HO-tour bijeenkomst van VNO-NCW en het MKB ging Bussemaker in  gesprek met het bedrijfsleven over de aansluiting van HBO en WO op de arbeidsmarkt, leven lang leren, de samenwerking tussen HO-instellingen, onderzoek en bedrijfsleven en over de kennisbehoefte van het MKB. MKB-voorzitter Michael van Straalen had  daarbij een boodschap aan zijn collega’s in het bedrijfsleven. “In het verleden was er veel afstand tussen ons en het onderwijs. Het bedrijfsleven moet nu de balans opmaken en nu echt een stap voorwaarts maken. Het zal een enorme uitdaging zijn om die verbinding aan te gaan en het zal ook een kwetsbare verbinding blijken.”

Achterste van de tong

Bussemaker vroeg aan het begin van de middag wat het bedrijfsleven verwachtte van onderwijs. “Wat is in uw ogen nu het belangrijkste voor een student die de opleiding verlaat? Is dat vakkennis, gewoon veel weten?  Of is het nog belangrijker om de juiste vaardigheden te hebben, om in een complexe samenleving en ook een sterk internationale samenleving te kunnen werken zodat afgestudeerden weten hoe ze samen moeten werken en leren om met andere culturen om te gaan?”

Daarbij maakte de minister nog wel een kanttekening “Ik wil er nog wel bij zeggen dat hogescholen en universiteiten niet alleen opleiden voor de arbeidsmarkt of voor het bedrijfsleven, want onderwijs heeft nog een andere belangrijke taak: namelijk het opleiden van maatschappelijk verantwoorde burgers.”

De minister wilde in elk geval een discussie met de nodige pep. “Laat wel het achterste van je tong zien. Aan beleefdheden heb ik niet zoveel, dus als je iets op je lever hebt zeg het vandaag, want als je later hier mee komt dat wordt het lastig om het op te nemen in de strategische agenda.”

Goedkoper en flexibeler graag

Tijdens de ronde tafels kwam een aantal prangende zaken aan de orde. Een opleider in de zorgsector beklaagde zich over kosten en inflexibiliteit. “Ik zou willen dat het onderwijs goedkoper wordt. Als mijn mensen een tweede studie willen volgen dan kost dat zo rond de €7000 per collegejaar. En er moet ook meer flexibiliteit komen. Ik zou het liefst willen dat als iemand besluit in januari een HBO-opleiding te gaan volgen, dat deze dan ook in maart kan beginnen en niet pas in september.”

Een opleider van Nationale Nederlanden zag de afgelopen periode een toename in het aantal aanvragen van medewerkers voor zowel MBO, HBO als WO studies. “Dat komt gewoon voort uit het risico dat mensen hun baan kunnen verliezen. Je ziet nu dat met wetgeving arbeidscontracten steeds minder bindend worden, het ontslagrecht wordt versoepeld en de grote afkoopsommen worden genormaliseerd. Dat speelt allemaal mee in de bewustwording van de medewerkers, we krijgen dus nu veel meer aanvragen voor geaccrediteerde MBO, HBO en WO-opleidingen.”

“Wij hebben medewerkers die er al heel lang werken zo’n 20 dienstjaren plus. Die zie je nu na reorganisatie na reorganisatie overleefd te hebben, het besef krijgen ‘het kan voor mij ook wel eens afgelopen zijn bij Nationale Nederlanden. Moet ik me maar niet eens gaan voorbereiden op een wat flexibeler werknemersschap?’” 

Een deelnemer vond dat dit “wel de kern raakt. Focus je bij het leren op een bedrijf en een branche of verschuif je de focus dat je werknemers ook geschikt maakt om elders aan de slag te gaan. Daarin zit de echte duurzaamheid. Het zal gaan om het langdurig inzetten van medewerkers tot hun zeventigste, want mensen blijven niet meer heel hun leven bij dezelfde werkgever.”

Intensief begeleiden na de studie

Bussemaker had tijdens de ronde tafels nog wel een opmerking voor het bedrijfsleven. “Ik zou nog wel één vraag mee willen geven. Studenten die vandaag de dag afstuderen die zijn zo’n 22 jaar. Dan zijn het nog echt jonge mensen. Wat we ze ook tijdens hun studie allemaal meegeven, dat kan niet alles zijn. Wat ziet het bedrijfsleven als zijn verantwoordelijkheid om jonge mensen, die wel een diploma hebben HBO of WO gedurende die in de eerste jaren verder te helpen?”

Bij Aegon hebben ze daar een uitgebreid traject voor, vertelde de verantwoordelijke opleidingsadviseur. “Met elke medewerker die bij ons binnenkomt, maken we een jaarplan. Wij besteden ontzettend veel tijd om mensen als ze van de universiteit of hogeschool komen zo goed mogelijk verder op te leiden. Dus dan leren we ze ‘hoe ga je om met collega’s’, maar ook zeker de externe kant ‘hoe ga je om met de klanten?’ Je kan het niet alleen over de kenniskant hebben van een beroep, ook de vaardighedenkant moet aan bod komen.”

Tijdens deze discussie refereerde de minister aan de woorden van HAN-voorzitter Kees Boele die hij uitsprak toen de HO-tour was neergestreken in Arnhem. “Bij een eerdere HO-tour werd gezegd ‘opleiden is meer dan leren, het gaat samen met socialisatie, omgaan met anderen en met persoonsvorming. Dus ook kunnen loskomen van de groep die je heeft gesocialiseerd.’ Ik vond dat wel mooi geformuleerd, omdat het niet alleen gaat om het opleiden voor vakkennis, maar ook om samenwerking in een groep. Je moet als student ook leren je aan te passen aan mensen uit andere landen of mensen van een andere sociale klasse. Dat is ook een vorming om je eigen unieke persoonlijkheid te creëren.”

Andere opdrachten en andere kennis

Wel klonk in de discussies met de bedrijven kritiek over de mate van en kwaliteiten bij de begeleiding vanuit hogescholen en universiteiten bij onder meer stages. “Er is weinig tijd voor persoonlijke begeleiding vanuit de onderwijsinstellingen. Bij ABN AMRO investeren we veel tijd in de begeleiding, maar ik verwacht ook dat instellingen dat doen.” Er klonken ook positieve verhalen. Zo zei een van de opleidingsadviseur “hele goede ervaringen te hebben, bijvoorbeeld met de Hogeschool Leiden, die doet de stagebegeleiding echt fantastisch.”

Aan het eind van de middag reflecteerde de minister over wat ze had geleerd en meegenomen. “We hebben nu een aantal bijeenkomsten gehad in de HO-tour en je ziet verschillende lijnen samen komen. Ik denk dat de belangrijkste thema’s zijn dat er partnerships nodig zijn. Er moeten ook meer regionale ‘kennis ecosystemen’ komen, zoals de Centres of Expertise, de Scienceparken,  bijvoorbeeld de Chemolot campus in Maastricht, die brengen al die kennis bij elkaar.”

De minister wees op een voorbeeld dat ze tijdens de discussies had gehoord van een bouwbedrijf. Daar zei men tegen haar: “vroeger hadden we allemaal techneuten nodig, een bouwkundige een elektricien en een architect. Nu krijgt zo’n bedrijf de opdracht ‘bouw een mooi huis dat ontspanning geeft en duurzaam is en over twintig jaar nog steeds fijn is om in te wonen.’ Dat is een totaal andere opdracht en vergt andere kennis. Je hebt nog steeds die techniek nodig maar ook steeds meer verbinders. Dat is ook een belangrijke opdracht voor het onderwijs.”

Daarom wil de minister dat ook bedrijven meer lerende organisaties worden, al vanaf het moment dat een afgestudeerde in de eerste baan instroomt. “Probeer als bedrijfsleven, maar ook individueel jongeren te helpen, zodat ze hun weg kunnen vinden in hun carrière, door goede begeleiding, traineeships, tutoring, want dat is ook een onderdeel van Leven lang Leren.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK