VVD wil diepere visie op wetenschap

Nieuws | de redactie
25 februari 2015 | “Ik ben tevreden met het brede draagvlak voor de wetenschapsvisie, maar ik ben ontevreden als het gaat om de vraag: ‘is dit nu het antwoord op de toekomst?’ Zijn we voldoende kritisch geweest op onszelf? Dat is een open vraag die ik wil stellen.” Pieter Duisenberg (VVD) wil nog meer de diepte in.

De liberale woordvoerder in de Tweede Kamer is blij te zien dat de wetenschapsvisie van het kabinet zo breed gedragen wordt door het veld. Maar tegelijkertijd stelt hij vragen en wil een open debat op basis van feiten.

“Wat ik zou willen is dat we in de komende tijd extra reflectie durven doen over de keuzes die in de Wetenschapsvisie staan en bediscussiëren of het pad dat we opgaan voldoende is om uiteindelijk succesvol te zijn. Het is moeilijk om te reflecteren vanuit gevestigde belangen. Ik wil daarom een zo objectief mogelijk debat waarbij je enige afstand kunt nemen en Nederland gaat bekijken in een breder perspectief in Europa en de wereld.”

Nationale vertrouwdheid

Leidend moeten volgens Duisenberg de vier scenario’s zijn die het Rathenau instituut samen met de VSNU hebben opgesteld. “Scenario’s zijn geen exacte voorspellingen. Het zijn scenario’s. Ze helpen je strategie te vormen en te toetsen. Ik vind het belangrijk dat we een denkexercitie doen om de Wetenschapsvisie te toetsen aan de vier scenario’s van Rathenau en VSNU. Ik denk dat er scherpere keuzes moeten worden gemaakt en dat is ook nodig om uiteindelijk succesvol te zijn. Ik ben het eens met de mensen van Rathenau die tijdens de hoorzitting betoogden dat de Wetenschapsvisie eigenlijk het meest lijkt op ‘het scenario van de nationale vertrouwdheid’. Alle drie de andere van hun scenario’s zijn meer internationaal georiënteerd.”

“Dus dan kun je afvragen, gaan we in een wereld die zo competitief is geworden op dit terrein dan wel de goede richting op? Dan moet je je écht afvragen of je wel scherp genoeg gekozen hebt.” Zo ontbreekt er volgens het liberale Kamerlid in het stuk nog een blik op Europa en hoe we daar succesvol kunnen zijn. “Er wordt wel verwezen in de Wetenschapsvisie naar het feit, dat we goed zijn in het binnenhalen van onderzoeksgelden, maar er wordt geen concreet beleidsdoel of strategie aan verbonden. Neem bijvoorbeeld Horizon 2020, daar kan €70 miljard mee geïnvesteerd worden in topkennis. Hoe kunnen we daar als land maximaal een rol in spelen?”

Als voorbeeld van zulk nog ontbreken van heldere keuzes noemt hij de domeinen waar de Nederlandse wetenschap zich op concentreert. “We zijn vooral succesvol in het sociale domein. Er zijn domeinen waarbij we ondervertegenwoordigd zijn, zoals in de techniek en de chemie. Dat moet je dan meenemen in de afwegingen waar ‘je concurrenten’ actief zijn. Ik lees wel in de Wetenschapsvisie dat het internationaal competitiever wordt, maar mis dan in welk opzicht en wat dat betekent voor onze keuzes, bijvoorbeeld als het gaat om je  keuzes bij domeinen.”

Ach en wee

Helemaal alleen in zijn zorg over een te snelle focus op zo’n ‘nationale vertrouwdheid’ scenario staat Duisenberg niet, merkt hij. “Die inschatting dat de Wetenschapsvisie vooral daar van uitgaat heb ik ook wel van collegevoorzitters gehoord. Die zeggen zoiets dan tegen mij, maar niet tegen Jet Bussemaker of Sander Dekker.”

Hij legt deze punten zo nadrukkelijk op tafel, ook gelet op die geluiden uit het veld, omdat hij de visie – en het commitment van het kabinet daaraan – erg waardeert: “Ik ben erg tevreden met de Wetenschapsvisie en met het feit dat er één nu ligt na 25 jaar. Ook dat deze breed gedragen wordt, is van belang. Bij de lancering in Rotterdam was er een heel breed draagvlak merkbaar. Dan kun je ook even afvragen ‘hebben we dus te weinig keuzes gemaakt, omdat niemand zich echt benadeeld voelt?’”

De al snel opkomende roep om meer publieke financiering beziet de VVD-politicus afstandelijk. “We roepen allemaal ach en wee, want de norm van 3% van ons BBP halen we niet bij de R&D investeringen en dan gaat meteen het vingertje naar de overheid. Maar als je kijkt naar die investeringen dan is de scope veel breder. Het grote gat zit bij de particuliere investeringen. In Europa zien we dat lidstaten allemaal vrijwel evenveel publieke investeringen doen in R&D, maar dat de private investeringen heel erg uiteenlopen. Dan krijg je te horen dat dit te maken heeft met onze sectorstructuur.”

Kip en ei

“Maar is dit niet een kip-ei situatie? Zou je dat feit dan wellicht niet meer moeten willen richten op een andere ontwikkeling van die structuur en zou je als je die sectorstructuur aanpast dan niet ook meer privaat R&D geld kunnen gaan aantrekken? In Duitsland zijn de private R&D bijvoorbeeld vele malen hoger dan hier. We zouden meer kunnen investeren door het private aandeel in de uitgaven voor R&D te verhogen. Dus dan moeten we ons af willen vragen hoe kunnen we aantrekkelijker worden voor bedrijven?”

Duisenberg wil daarom vanuit de Wetenschapsvisie dat de scope vergroot wordt met “een strategie hoe we meer privaat geld kunnen aantrekken, maar ook een die zorgt dat je vasthoudt wat hier nu al gedaan wordt. Als je kijkt naar het bedrijfsleven R&D dan investeren de top-6 bedrijven in Nederland €2.3 miljard en dat is de helft van alle private R&D-investeringen.”

“Toen ASML besloot om naar Amsterdam te gaan met zijn nieuwe Advanced Research Centre heeft het ook over de grens gekeken. Natuurlijk, dat doen bedrijven vanzelfsprekend. Bedrijven maken een wereldwijde afweging. Waar in de wetenschapsvisie hebben we de kansen gemaximaliseerd om de researchtakken van bedrijven naar Nederland te halen? Ik vind dat we maximaal in moeten zetten om bedrijven te verleiden hier hun onderzoek te doen.”

Geen charitas

“Het bedrijfsleven maakt daarbij zijn eigen keuzes, het is geen charitas en dus moet je ze zien te verleiden te investeren in R&D bij ons. Je moet dan zorgen dat de omstandigheden zo zijn, dat dit interessant wordt voor ze. Macro moet het kloppen: goed onderwijs, mensen die hun talen spreken, hoog opleidingsniveau van de bevolking, goede start-up omgeving, overheidsfinanciën die op orde zijn, één Europese interne markt. Dat zijn allemaal zaken waar je voor moet willen zorgen, want die zijn cruciaal.”

“Maar ook micro! Dat centrum van ASML op het Amsterdamse SciencePark hebben we hier gekregen door investeringen van publieke instellingen, van zowel de lokale overheid als de nationale overheid. Nu moet je de vraag stellen ‘wat is er nodig om op dat lokale niveau nog eens 20 advanced researchcentra naar Nederland te halen? En waar zetten we dan maximaal op in om die hier naartoe te krijgen?”

Van a naar b

Ook de nieuwe opzet van de studiefinanciering betrekt hij in dit verband bij de visieontwikkeling. “Het miljard vanuit het studievoorschot gaat primair naar het onderwijs. Maar een deel van dat miljard kan ook een boost geven aan het onderzoek. Er zijn nu docenten die door de grote aantallen studenten en de grote colleges niet meer aan onderzoek toekomen. Dat wordt straks anders met  meer geld en kleinere groepen, want het zijn voor een groot deel dezelfde mensen die onderwijs geven en onderzoek doen.”

Duisenberg vat zijn aansporingen tot ‘nog meer de diepte’ daarom zo samen. “Ik mis dat we die scenario’s scherp analyseren. Ik mis dat we de concurrentie analyseren. Ik mis dat we alternatieven durven bekijken. Ik mis dat we duidelijk zeggen: ‘we willen van a naar b’ en ik mis dat we vervolgens dat b helder definiëren.”

“En ik schat in dat we nu nog sterk kijken naar de bestaande middelen, maar dat we niet echt kijken naar het totaal van het kennissysteem van ons land. Dat leidt er dan toe, dat we ook binnen de publieke middelen niet concreet keuzes maken om deze middelen in te zetten of zo nodig anders in te zetten in dat kennissysteem. Dit zijn fundamentele vragen, niet een soort voorbarige kritiek nog voordat de Wetenschapsagenda is opgesteld. Ook de lezers van ScienceGuide zouden die vragen mogen stellen, lijkt mij.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK