Integreren in Napels

Nieuws | de redactie
30 maart 2015 | Hoe kwam een Nederlandse schilder in de 17de eeuw aan opdrachten in de toenmalige wereldstad Napels? Waren contacten met landgenoten daarvoor noodzakelijk? UvA-promovendus Marije Osnabrugge onderzocht het integratieproces van Nederlandse en Vlaamse schilders in het Napels van de 16de en 17de eeuw.

Osnabrugge richtte zich voor haar onderzoek specifiek op de schilders Aert Mytens, Louis Finson, Abraham Vinck, Hendrick De Somer en Matthias Stom. Ze keek daarbij naar de professionele en sociale interactie van deze kunstenaars met landgenoten en Napolitanen tussen het einde van de 16de en de eerste helft van de 17de eeuw. Napels was op dat moment de een-na-grootste stad van Europa.

Opvallend mobiel

Osnabrugge: ‘Vroegmoderne kunstenaars waren opvallend mobiel en sommigen van hen vestigden zich langere tijd in een nieuwe stad, of bleven daar zelfs voor de rest van hun loopbaan. De noodzaak om te integreren en de eigen positie binnen een nieuwe artistieke en sociale context te bepalen was veel belangrijker voor deze schilders dan voor de velen die na een korte studiereis weer terugkeerden naar hun thuisland.

Osnabrugge hoopt met haar onderzoek een kijkje te bieden in wat het inhield om als Nederlandse schilder in Napels te wonen en werken. ‘De vijf schilders volgden stuk voor stuk hun eigen pad om een plek te veroveren in de vroegmoderne Napolitaanse maatschappij en kunstwereld,’ vertelt Osnabrugge.

Toegang tot hogere kringen

Zo behoorde Mytens tot de eerste generatie Vlamingen in Napels. Toen Vinck in de Italiaanse stad aankwam, vond de schilder een gevestigde Nederlands-Vlaamse (artistieke) gemeenschap. Vinck was al een onafhankelijke portretschilder. Zijn vriend en zakenpartner Finson ging op hetzelfde moment heel anders te werk. Het lukte hem om relatief eenvoudig toegang te verkrijgen tot de hogere kringen van de kunstwereld (zowel collega’s als patronen). Later in de 17de eeuw pasten De Somer en Stom zich weer op heel andere wijze aan de veranderde Napolitaanse situatie aan.

‘Hoe deze Nederlandse en Vlaamse schilders hun nationaliteit en buitenlandse afkomst konden inzetten in hun artistieke integratieproces is een gecompliceerde kwestie,’ aldus Osnabrugge. ‘Mijn onderzoek suggereert dat techniek, onderwerpkeuze en stijl als typisch Nederlands konden worden beschouwd door de Napolitanen.

Misschien nog meer dan hun specifiek Nederlandse nationaliteit maakte hun algemene status als buitenlanders hen interessant. Deze status maakte het mogelijk om artistieke vernieuwingen te introduceren, wat de Napolitaanse elite in deze periode in toenemende mate wilde.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK