OCW kort hogeschool onterecht

Nieuws | de redactie
17 maart 2015 | Het ging maar om €5000, maar het principe bleef centraal staan. De Raad van State corrigeert OCW wegens een korting op de bekostiging van kunststudenten in Rotterdam. Bussemaker wilde geld terug van de Hogeschool omdat deze onterecht masterdiploma’s zou hebben uitgereikt en vangt nu bot.

In de periode 2002-2008 heeft Hogeschool Rotterdam mastergetuigschriften afgegeven aan studenten van de opleiding Media Design en Communicatie aan de Willem de Kooning Academie. Achteraf bleken dit geen geldige masterdiploma’s te zijn, volgens OCW. De minister vond dat de opleiding in deze fase nog een voortgezette HBO-opleiding hoorde te heten en daarom konden er geen masterdiploma’s worden verstrekt. Volgens de minister heeft de hogeschool dit toch en ten onrechte gedaan.

OCW heeft daarom in 2013 in een brief aan de hogeschool bekend gemaakt een ‘bekostingsmaatregel’ te treffen doormiddel van een korting van €5000 op de Rijksbijdrage. De Hogeschool wilde via een gang naar de rechter deze teniet doen. In hoger beroep bij de Raad van State is de hogeschool nu in het gelijk gesteld.

NVAO-oordeel leidend

De Raad heeft in zijn uitspraak in het bijzonder aandacht voor besluitvorming van de NVAO in 2009. “De periode waarin de overtreding zou hebben plaatsgevonden is van 1 september 2002 tot en met 31 december 2008. Aangezien de opleiding Media Design en Communicatie per 1 januari 2009 door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) is geaccrediteerd als masteropleiding, was de Hogeschool met ingang van die datum bevoegd om voor het met goed gevolg afronden van de opleiding de mastergraad te verlenen. Niet in geschil is derhalve dat de vermeende overtreding met ingang van 1 januari 2009 niet langer plaatsvindt.”

Over het OCW-besluit om in 2014 de hogeschool met €5000 te korten is de Raad dan ook helder. “Nu de vermeende overtreding, die aan de bekostigingsmaatregel ten grondslag is gelegd, ten tijde van het besluit van 27 januari 2014 niet meer plaatsvond, kon met dit besluit niet worden bereikt dat de Hogeschool die overtreding zou beëindigen.”

Niet te redresseren

Dat leidt tot het oordeel, dat “de WHW niet [kan] worden toegepast om handelingen in strijd met de WHW die niet langer plaatsvinden, te redresseren. De minister was in dit geval dan ook niet bevoegd de bekostigingsmaatregel te baseren op genoemde wettelijke grondslag. Ook overigens is niet gebleken dat de WHW een grondslag biedt voor de genomen maatregel in verband het herstellen van overtredingen in het verleden.”

Daarom stelt de RvS dat “het beroep van de Hogeschool is gegrond. Het besluit van 27 januari 2014 dient wegens strijd met artikel 15.1 van de WHW te worden vernietigd.” Deze conclusie was voor de Raad voldoende om niet over een achterliggend principieel punt nog een oordeel te vellen. Namelijk of deze opleiding na de invoering van BaMa terecht masterdiploma’s had verstrekt, zonder dat deze binnen die structuur door de NVAO als dusdanig was geaccrediteerd.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK