Afglijden naar afvinklijstjes

Nieuws | de redactie
4 mei 2015 | “Tot mijn afgrijzen moet ik constateren dat we steeds meer afglijden naar een bureaucratische systematiek.” VSNU-voorzitter Karl Dittrich kijkt met schrik terug op het effect van zijn NVAO-tijd. Hij beoogde het gesprek te bevorderen bij docenten over kwaliteit, “maar het is verworden tot een afvinklijstje.”

In Felix Meritis in Amsterdam waren het de Maagdenhuisbezetters die alsnog hun Festival van de Wetenschap hadden georganiseerd. Dit wilden zij drie weken eerder al doen, maar vlak voor aanvang van het festival werd het Maagdenhuis ontruimt door de ME. Aan het begin van hun alsnog-festival ging Karl Dittrich in debat met twee UvA-docenten en Chris Sigaloff, directeur van Kennisland.

Uiting van verzet

Dittrich zag een bredere maatschappelijke tendens schuilen achter de onrust die op de UvA was ontstaan. “De beweging die de afgelopen maanden op gang is gekomen – maar die eigenlijk de laatste twee jaar al is ingezet via Science in Transition en ook door het platform hervorming Nederlandse universiteiten – zie ik als een uiting van een verzet tegen een bredere maatschappelijke ontwikkeling. En dat is dat kwantiteit steeds meer overheersend is over kwaliteit. Of je nou kijkt naar de zorg, naar de woningbouwcorporaties of de universiteit, iedereen heeft het gevoel: het gaat om kwantiteit.”

“Tegelijkertijd vind ik wel dat universiteitsbesturen, decanen en opleidingsdirecteuren altijd moeten kijken op welke manier middelen het meest doelmatig kunnen worden ingezet. Het gaat niet om zo min mogelijk kosten, maar om doelmatigheid van investeringen.”

Geen data-vee

Chris Sigaloff van Kennisland wilde ook een bredere blik laten doorklinken vanuit de actuele protesten. “Moeten we het niet hebben over de rol van de universiteit in de samenleving? Zit daar niet de crisis? Is de wetenschap zelf niet haar rol en de link met de samenleving kwijt geraakt? Mijn angst zou een beetje zijn, dat deze hele beweging zich beperkt tot een interne management discussie, zoals die in veel andere sectoren ook hebben gezien.”

Dat het vertrouwen was geschaad, ziet Sigaloff in de dagelijkse praktijk. “Ik merk bij het werk bij Kennisland, bij mensen in de zorg en het onderwijs, dat heel weinig mensen vertrouwen hebben in de universiteiten. Heel veel maatschappelijke vraagstukken worden er niet beter van als universiteiten ze gaan onderzoeken. Er wordt bijvoorbeeld veel onderzoek gedaan met leraren. Die willen inmiddels niets meer met onderzoekers te maken hebben. Als die alleen maar kwantitatief dingen moet invullen en zij zelf worden gebruikt als een soort data-vee door universiteiten, ‘dan doen wij niet meer mee,’ zeggen ze, want ‘de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek helpen ons te weinig’.”

Steeds meer afglijden

Heeft de nadruk op kwantiteiten te maken met de andere klacht, die vaak gehoord wordt, die over de regeldruk vanuit Den Haag? Bij de discussie over dat punt in het actuele HO-debat kwam oud- NVAO-chef Dittrich met een opvallende constatering. “Het is een beetje vervelend dat ik oud-voorzitter ben van de NVAO, dus men mag mij terecht aanspreken. Maar als ik nu terugkijk, dan is één ding in ieder geval niet goed gegaan.”

“Wat wij beoogden was het gesprek op gang te brengen tussen docenten en peers over wat nu de kwaliteit van onderwijs is. Daarin zou het ook moeten gaan om vragen als ‘waar maak ik me zorgen over als docent?’ Waar dat toe verworden is, is in feite een afvinklijstje: ‘Heb je dit orde? Heb je dat op orde?’ Tot mijn afgrijzen moet ik constateren dat we steeds meer afglijden naar een bureaucratische systematiek. Een systematiek waarbij het alleen nog maar gaat om verantwoording en niet meer om verbetering.”

De VSNU-voorman meende dat in dit verband incidenten in het verleden aan zo’n klimaat hadden bijgedragen. “We zitten blijkbaar in een systeem van wantrouwen, dat gevoed wordt door incidenten, die worden gezien als een signaal ‘dat het stelsel niet functioneert’. Vervolgens is dan de consequentie, dat we angst creëren en dat we alles proberen vast te timmeren met steeds meer regels en protocollen en regelgeving. Kortom, we zijn in een spiraal naar beneden terecht gekomen, waarbij wantrouwen overheerst en niet vertrouwen in elkaar.”

Nergens voor nodig

UvA-docent Antropologie Amade M’charek zag voor dit wantrouwen wel een oplossing. “Volgens mij is burgerlijke ongehoorzaamheid ontzettend productief. Het is enorm succesvol om te zeggen ‘wij doen die evaluatie als opleiding gewoon niet, want dat is niet productief voor onze opleiding’. Met het Maagdenhuis is er een situatie ontstaan waar iedereen op zijn eigen niveau of plek in een andere werkelijkheid durft te denken. En nu zijn er allemaal dingen mogelijk.”

Een VU-docent filosofie beklaagde zich over de midterm-reviews in de aanloop naar een nieuwe NVAO-accreditaties, die vanuit zijn bestuur waren opgelegd. Hij vroeg aan Karl Dittrich of hij of de NVAO daar niet iets aan konden doen. “Stop met die midterm-reviews! Er is niemand die dat van buitenaf heeft opgelegd,” zei deze direct. “Instellingen kunnen zelf zeggen: ‘ik stop daarmee, het is nergens voor nodig.’ Dat kan elke instelling, elke opleiding zelf besluiten.”

De zin van prestatieafspraken

Zulke extra controles intern zijn dus evenmin verplicht vanuit de prestatieafspraken. Niettemin werd de kritiek daarop ook in het festival hoorbaar. Dittrich zette zijn opvatting daarover daarom nog eens uiteen. “De prestatieafspraken zijn destijds onder veel te grote druk tot stand gekomen, waardoor er geen draagvlak voor is ontstaan. Ze zijn bij hun opzet nauwelijks besproken en vervolgens zijn de afspraken en hun inhoud een eigen leven gaan leiden.”

“Overigens vind ik persoonlijk prestatieafspraken niet slecht. Als één ervan zou zijn dat 70% van de studenten binnen vier jaar zijn bachelor haalt, vind ik zoiets geen gekke afspraak. Als bestuurder zou ik best zo’n afspraak in de eigen instelling willen maken.”

“Wat wij als gezamenlijke universiteiten willen, is niet meer komen tot verticale afspraken, maar tot horizontale afspraken. Als je afspraken wilt maken, maakt dat dan binnen je eigen instelling en kijk daar wat kwaliteit is. En dat niet alleen gedefinieerd op centraal niveau, maar ook op faculteitsniveau en juist ook op opleidingsniveau. Daar zou het zwaartepunt moeten liggen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK