De belangrijkste opleiding die er is

Nieuws | de redactie
22 april 2015 | “Een prestatie van jewelste, vooral gezien waar deze sector vandaan komt.” Met die woorden kwam Jet Bussemaker met een grote taart het heuglijke nieuws brengen bij de Hogeschool Rotterdam. Een goede beoordeling voor de Pabo werd gevierd. De minister wilde ook vooruit kijken nu.

“Er is enorm geïnvesteerd in het verbeteren van de Pabo’s,” constateerde Bussemaker naar aanleiding van de NVAO-accreditaties. Dat heeft geresulteerd in onder meer curriculumvernieuwing en een nadrukkelijker focus op onderzoek in de docentenopleidingen, zo vertelden ook studenten en docenten de minister. “Je bent als docent nu veel beter uitgerust voor het uitoefenen van je beroep.”

Heel erg knap

Ook collegevoorzitter Ron Bormans erkende de stappen die er gezet zijn, zowel landelijk als op zijn hogeschool. “De crisis van het HBO is zes jaar geleden eigenlijk bij de Pabo’s begonnen toen er twijfels waren over de validiteit van de accreditaties van het NVAO. Als je dan nu zo’n score van alle Pabo’s ziet en ook als ik naar mijn eigen hogeschool kijk. Dat vind ik knap. Heel knap.”

De rol van de kennisbases die de in vier jaar Pabo opgedane kennis en kunde bij elkaar brengt en studenten dwingt aan het eind van hun jaar in samenhang te kijken hoe zij die kennis hebben verwerkt, speelt een grote rol in de stap die er is gezet. “We weten wat er aan bod gaat komen, maar je moet wel aan het eind van je studie nog echt aan de bak om alles weer op te halen wat je hebt geleerd,” vertelt één van de studenten.”

Een belangrijke eis is geweest dat docenten een onderzoekende rol aannemen en hun eigen werk kritisch tegen het licht houden. De samenwerking van Pabo’s met de kenniscentra in het HBO hebben daar een forse impuls aan gegeven. “We zagen dat de opleidingen vaak achterliepen op wat er in de praktijk, maar door de samenwerking met kenniscentra lopen we nu zelfs voor en het kan het werkveld ook weer van ons leren.”

Uitval in eerste jaren moet omlaag

Bussemaker benadrukte daarbij nogmaals de kreet dat we momenteel heel veel mensen opleiden voor beroepen die we nog niet kennen. Nu gaat die vergelijking voor het docentschap niet helemaal op, maar het werk van een docent is wel degelijk veranderd en zal dat volop blijven doen, zag de minister.

En terwijl de ontwikkeling van het docentschap doordendert, lijken jonge leraren die van de Pabo komen soms moeite te hebben op die trein te springen, zo blijkt uit cijfers. Bussemaker: “In de eerste vijf jaar vallen zo veel docenten uit, dat moet echt beter. Het lijkt wel of ze in een niemandsland terecht komen.”

Hogescholen pakken dit samen met het VO aan, maar Bussemaker ziet daar niettemin nog altijd problemen ontstaan. “Waarom moeten beginnende leraren eigenlijk altijd invallen? Kan een ervarener docent dat niet doen?” vroeg de minister zich af, hetgeen bij docenten in het HBO op instemming kon rekenen.

Hoge verwachtingen

Tegenover ScienceGuide stelde Bussemaker dat één van de stappen die gezet is in het vooruitbrengen van de Pabo’s het benoemen van de hoge verwachtingen is geweest. “We hebben continu uitgesproken hoe belangrijk het is. Niet als een verwijt, maar omdat het gaat om verwachtingen die heel Nederland heeft. De docentenopleidingen zijn misschien we de belangrijkste opleidingen die we hebben, omdat we leraren straks wel onze kinderen toevertrouwen.”

Met het inrichten van een structurele Lerarenagenda poogt OCW nu Pabo’s, lerarenopleidingen en scholen in PO en VO zo te begeleiden dat een student die naar de Pabo gaat, weet wat er verwacht wordt en met de juiste tools van een opleiding komt om voorbereid voor een klas te gaan staan. Docenten ook vanuit verschillende geledingen.

“Ik denk dat je op een school juist docenten met verschillende achtergronden nodig hebt. Docenten van een Academische Pabo met een VWO-achtergrond die dat reflexieve al meer in zich hebben, maar ook docenten uit het HBO. Je hebt ze allebei even hard nodig.”

De norm gedefinieerd

Op de Pabo van de Hogeschool Rotterdam is die roep om toekomstig docenten van alle geledingen ook een knelpunt. Juist in de grootstedelijke context, is de doorlopende leerlijn van MBO naar HBO van belang, maar verscherpte eisen aan het begin van de Pabo brengen MBO’ers die docent willen worden in de problemen.

“We hebben in den brede de norm nog een keer gedefinieerd,” vertelt collegevoorzitter Ron Bormans. “Dat blijven we ook gewoon doen, die verankering gaat hand in hand met niveaustijging van de havisten. Het samenspel met de havo is daarin ook gegroeid. Aan het MBO zie je dat het aan het teruglopen is. We gaan geen enkele concessies doen aan onze kennisbases, maar we gaan positief in gesprek met het MBO om te kijken hoe we hier winst kunnen pakken.”

Ook Bussemaker stelde dat juist vanuit de maatschappij de roep is gekomen om hoger instroomniveau van docenten en dat de accreditaties laten zien dat die stap is gezet. “De Pabo is een opleiding waarmee je niet kan gaan marchanderen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK