Gewoon salaris voor promotiestudent

Nieuws | de redactie
23 april 2015 | Zeven universiteiten gaan experimenteren met studentpromovendi. VSNU belooft minister Bussemaker daarbij dat de hoogte van de beurs voor deze promovendi gelijk is aan het nettosalaris van een startende promovendus-werknemer. OCW acht het daarom niet nodig zelf een minimumvergoeding in te voeren.

Onlangs stuurde de minister een wetsvoorstel naar de Kamer voor het experiment met studentpromovendi. De Kamer heeft naar aanleiding van dit wetsvoorstel de minister een reeks met vragen gesteld en die heeft zij nu beantwoord. Het grootste punt van zorg in de Kamer is de rechtszekerheid van de studentpromovendi. Deze moet wel collegegeld betalen en ontvangt geen salaris zoals de huidige promovendi. Uit de antwoorden wordt duidelijk dat de minister niet vreest dat de rechtszekerheid van studentpromovendi in het gedrang komt.

Studentenstatus verlenen

Allereerst zet de minister de gedachte uiteen achter het experiment met studentpromovendi. “Het promotieonderwijs is een extra optie die aan de bestaande promotievormen wordt toegevoegd. Universiteiten behouden de mogelijkheid om werknemer-promovendi en buitenpromovendi aan te trekken, maar krijgen de ruimte om binnen het experiment aan een beperkt aantal promovendi een studentenstatus te verlenen. Het aantal promotiestudenten blijft verreweg onder het aantal promovendi dat op andere wijze aan de universiteit is verbonden.”

Het experiment is dan ook gesanctioneerd legt de minister uit aan de Kamer. “Wel zal slechts maximaal 10 procent (circa 2000) van alle plekken als promotie-onderwijsplek worden opengesteld. Na openstelling van een plaats is het aan de beoogde promovendi om te besluiten of zij op een bepaalde promotieplaats en daarmee promotietraject willen solliciteren.”

Op eenzelfde manier behandeld

Daarnaast verduidelijkt de minister waarin een promotiestudent verschilt met een reguliere student. “De promotiestudent is geen reguliere student, omdat hij naast het onderwijs dat hij krijgt, promotieonderzoek doet dat moet uitmonden in een promotie. Op sommige aspecten wordt de promotiestudent, omdat hij een vorm van onderwijs volgt, wel op eenzelfde manier behandeld als een reguliere student.”

“Op andere punten valt hij onder de regels die op promovendi van toepassing zijn. Wat betreft de bekostiging wordt de promotiestudent gelijkgesteld met andere promovendi. Resulteert het promotietraject in een promotie, dan ontvangt de universiteit daarvoor een vast bedrag waarbij het geen verschil maakt of de promotie is afgerond door een werknemer-promovendus of door een promotiestudent.”

Ophoging van het profileringsfonds

Studentpromovendi krijgen een beurs vanuit het profileringsfonds. De Kamer wil van de minister weten of door het leenstelsel de profileringsfondsen al niet teveel onder druk komen te staan. “De inzet van promotiebeurzen mag niet ten koste gaan van het recht dat andere doelgroepen op het profileringsfonds kunnen doen gelden, zoals studenten met een beperking of ziekte, zwangerschap of andere bijzondere gevallen. De universiteiten zijn verantwoordelijk voor de noodzakelijke ophoging van het profileringsfonds.”

Op de vraag of niet beter geld vanuit het leenstelsel hiervoor gebruikt kan worden, moet de minister erkennen dat dit niet mogelijk is op dit moment. “De universiteiten voeren met het promotieonderwijs een publieke taak uit en moeten de beurs uit de lumpsum kunnen bekostigen. Zij hebben daartoe bestedingsvrijheid. Extra middelen zijn voor het experiment niet nodig. De invoering van het studievoorschot levert de komende jaren nog geen opbrengsten op. Bovendien zal nog worden bepaald hoe deze middelen voor het hoger onderwijs en het onderwijsgerelateerd onderzoek precies zullen worden besteed. Ik loop daar nu niet op vooruit.”

Overeenstemming met nettosalaris

De minister vertrouwt erop dat de promotiestudent in het eigen levensonderhoud kan voorzien. “In de toelichting bij het ontwerp-Besluit heb ik vermeld dat de promotiestudent met de beurs uit het profileringsfonds in zijn levensonderhoud moet kunnen voorzien. De VSNU heeft zich bereid verklaard om voor een promotiestudent die zijn promotiebeurs volledig uit het profileringsfonds ontvangt, een beursbedrag in overeenstemming met het nettosalaris van een startende werknemer-promovendus aan te houden.”

Op de vraag of er veel animo is voor het experiment met studentpromovendi zegt de minister. “Het ontwerp-Besluit voor het experiment is op 10 februari gepubliceerd. Ik heb van de VSNU vernomen dat zeven, zowel algemene als technische, universiteiten positief staan ten aanzien van deelname aan het experiment en dit met hun medezeggenschap zullen bespreken.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK