HO moet echt investeren

Nieuws | de redactie
7 april 2015 | Minister Bussemaker vindt het nodig de bestuurscolleges van het HO eraan te herinneren, dat zij een inspanningsverplichting zijn aangegaan van een jaarlijkse voorinvestering van €200 miljoen op inkomsten uit het komende studievoorschot. In een brief wijst zij erop, dat zij zowel generiek als per instelling echt zullen moeten investeren.

Minister Bussemaker heeft aan alle CvB’s een brief gestuurd over de gevolgen van het studievoorschot. Daarin wijst de minister erop, dat over de inzet van het geld geen vrijblijvende hoofdlijnen van beleid neergelegd kunnen worden. Het moet substantie krijgen en “met het instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting krijgt de medezeggenschap een belangrijke verantwoordelijkheid.”

Goed gesprek

De minister schrijft de besturen van HBO en WO onder meer: “Om de hoofdlijnen van de begroting goed te kunnen beoordelen en hierover goed het gesprek te kunnen voeren, is het van belang dat de medezeggenschap voldoende is toegerust op het gebied van planning en control, voldoende kennis heeft van zaken als meerjarenplannen en het (interne) bekostigingsmodel en de gelegenheid krijgt om technische vragen te stellen.”

“De VSNU en de Vereniging Hogescholen hebben daarbij op sectorniveau aangegeven waarin de instellingen willen investeren. Beide verenigingen noemen de thema’s onderwijskwaliteit, onderwijsgebonden onderzoek en (moderne) infrastructuur. Bij deze thema’s gaat het bijvoorbeeld om het aanstellen van meer docenten en lectoren, meer studiebegeleiding, meer contacturen en betere studentfaciliteiten. De investeringen kunnen per instelling verschillen, zowel wat betreft omvang als inhoud.”

Deze algemene en nogal gevarieerde doelstellingen leiden ertoe, dat de minister er het volgende puntig aan toevoegt: “Maar ik vertrouw erop dat het commitment op sectorniveau ook zijn vertaling krijgt in de inzet van de individuele instellingen. En dat u op instellingsniveau het gesprek hierover voert. Het met deze wet ingestelde instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting, helpt medezeggenschapsraden hierbij.”

Afspraken à la MBO?

Opmerkelijk is, dat de minister in dit verband al de MBO-terminologie van ‘kwaliteitsafspraken’ hanteert, terwijl de HO-prestatieafspraken nog niet geëvalueerd zijn. Zij stelt: “Hoe die kwaliteitsafspraken [in het HO] eruit moeten zien, is nog niet vastgelegd. Hiervoor zal een algemene maatregel van bestuur worden opgesteld. Deze algemene maatregel van bestuur moet worden afgestemd met de studentenorganisaties en de Vereniging Hogescholen en de VSNU. De evaluatie van de prestatieafspraken die in 2016 zal plaatsvinden, wordt hierbij nadrukkelijk betrokken.”

Zij waarschuwt niettemin vast voor beleidswijzigingen en aanpassingen “in verband met de naderende veranderingen in de studiefinanciering.” Zij gaat er vanuit dat “instellingen zich aan de hiervoor beschreven bedoeling van de wet houden.” Vanuit dit vertrouwen na deze waarschuwing “kunnen instellingen de regels handhaven die zij de afgelopen jaren gehanteerd hebben ten aanzien van tussentijdse inschrijving. Het is echter niet de bedoeling dat instellingen actief hun beleid of de uitvoering ervan aanpassen in verband met de naderende veranderingen in de studiefinanciering, en zo eraan bijdragen dat de cohortgarantie voor studenten op een andere wijze gebruikt wordt dan als door de wetgever bedoeld. Ik vertrouw erop dat dat ook niet gebeurt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK