De vele kamers van het Trippenhuis

Nieuws | de redactie
19 mei 2015 | Een historisch moment voor de Nederlandse wetenschap. José van Dijck is geïnstalleerd als eerste vrouwelijke President van de KNAW. In haar speech benadrukte Van Dijck dat zij extra aandacht wil besteden aan diversiteit, Dagobert Duck en Calimero en digital humanities

UvA-hoogleraar mediastudies José van Dijck nam als nieuwe President de voorzittershamer over van Hans Clevers. Tijdens haar inaugurele speech zette Van Dijck uiteen waar zij zich de komende drie jaar voor wil inzetten. Zij beschreef het huis van de wetenschap met zijn vele kamers, maar dit brengt ook dillema’s met zich mee. “Natuurlijk is er hiërarchie en rivaliteit. Als het gaat om het verwerven van funding zie je dat de Dagobert Ducks en de Calimero’s uit dezelfde bak moeten eten en dat valt niet mee.”

U leest haar speech hieronder.

“UvA-hoogleraar mediastudies José van Dijck nam als nieuwe President de voorzittershamer over van Hans Clevers. Tijdens haar inaugurele speech zette Van Dijck uiteen waar zij zich de komende drie jaar voor wil inzetten. U leest haar speech hieronder. Zij beschreef het huis van de wetenschap met zijn vele Kamers, maar dit brengt ook dillema’s met zich mee. “Natuurlijk is er hiërarchie en rivaliteit. Als het gaat om het verwerven van funding zie je dat de Dagobert Ducks en de Calimero’s uit dezelfde bak moeten eten en dat valt niet mee.”

“Het Huis van de Wetenschap kent vele kamers. Dit weet ik sinds mijn rondleiding door het Trippenhuis en de belendende percelen, enkele weken geleden. Wie hier door de hoofdingang binnenkomt, ziet niet dat deze deur toegang geeft tot een vijftal grote panden, gebouwd in verschillende eeuwen.

Rijke geschiedenis

Honderden kamertjes en zalen zijn verbonden door trappen, gangen en deuren die hen tot een eenheid maken. Er zijn maar enkele mensen die de weg weten in dit labyrint. Gelukkig had ik Sjors als gids: hij kent alle sluiproutes en bij elke deur ontsluierde hij weer nieuwe geheimen voor mij. Achter deze zeventiende-eeuwse façade ontvouwt zich een rijke geschiedenis. Van de voormalige Rijksmuseumzalen tot de moderne toevoeging van deze Tinbergenzaal, en van het pas gerenoveerde pand op nummer 31 hiernaast tot de statige negentiende-eeuwse marmeren gangen van nummer 23 – het Trippenhuis is de steen geworden biotoop van wetenschap en kunst.

Het gebouw is een metafoor voor de diversiteit en rijkdom aan artistieke en wetenschappelijke disciplines in onze samenleving. Dit open huis biedt volop ruimte voor nieuwe bewoners en vakgebieden, om zich te nestelen naast de eerbiedwaardige erflaters uit de natuurkunde en de letterkunde – de twee afdelingen van de KNAW. Op de eerste verdieping ademt de bibliotheek, met daarin de busten van Hooft en Boerhaave, de sfeer van eeuwenoude wijsheden en gestolde experimenten.

Historische sensatie

Wie vanuit deze zaal terugloopt naar het Trippenhuis, ondergaat een omgekeerde historische sensatie. Dan loop je langs de fotoportretten van hedendaagse wetenschappers en kunstenaars. Een moderne Nachtwacht met de nieuwe rentmeesters van het intellectuele en artistieke erfgoed in dit gebouw. En de ronde trappen tussen de verdiepingen voeren je naar het zenuwcentrum van het hedendaagse wetenschapsbedrijf: de ICT-afdeling. De ontelbare gangen en trappen symboliseren de verbindingen tussen oud en nieuw; tussen jong en oud; tussen alfa, bèta, en gamma; tussen kunsten en wetenschappen.

Sinds drie maanden bekijk ik het Trippenhuis met andere ogen: als lid van het Genootschap was ik hier al vaak geweest, maar mijn natuurlijke biotoop was toch de universiteit, de binnenstadscampus van de UvA hier enkele honderden meters verderop – u hebt het zojuist kunnen zien in het filmpje. Voor wetenschappers als ik, die midden in het onderzoek en onderwijs staan, leek de Akademie lange tijd een soort Hoofdbureau, door Voskuil zo treffend neergezet: een gebouw van waaruit vergezichten de wereld in worden gestuurd die verder geen direct effect hebben op de dagelijkse realiteit van het universitaire leven.

Het was dan ook deze beeldvorming die ik aantrof in de reacties van enkele collega’s toen ze hoorden dat ik tot president was gekozen en voor drie jaar naar de Kloveniersburgwal ging verkassen: ‘Goh, wat doen ze daar behalve praten over oude mensen en dingen die voorbij gaan?’

Maar die beeldvorming van de KNAW loopt intussen sterk achter bij de realiteit. De laatste jaren, zo heb ik gemerkt, manifesteert dit Trippenhuis zich steeds nadrukkelijker als het kloppend hart van academisch Nederland. Van oudsher is de Akademie het forum en geweten van de wetenschap, een functie die ik volledig onderschrijf. Dit statige herenhuis is meer en meer een bruisende biotoop geworden dankzij drie eigenschappen, die wetenschappers over de volle breedte van het spectrum bij elkaar brengen: diversiteit, nieuwsgierigheid en dienstbaarheid. Die drie thema’s wil ik de komende jaren als leidraad vasthouden, en ik licht ze kort toe.

Dagobert Ducks en de Calimero’s

Het Nederlandse publieke stelsel van wetenschap is zo sterk door de enorme rijkdom aan disciplines, hun constant hoge kwaliteit en vernieuwingsgerichtheid. Natuurlijk is er hiërarchie en rivaliteit tussen de verschillende volkjes van deze bijenkorf; zeker als het gaat om het verwerven van funding zie je dat de Dagobert Ducks en de Calimero’s uit dezelfde bak moeten eten en dat valt niet mee, zeker als die bak steeds leger raakt.

Maar iedereen in dit huis beseft dat we zonder die kleurige regenboog van alfa’s, bèta’s en gamma’s geen wereldspelers kunnen zijn. Diversiteit slaat op de heterogeniteit van alle disciplines – traditioneel en nieuw, theoretisch en toegepast, kwalitatief en kwantitatief – maar ook op de pluriformiteit van wetenschappers zelf: jong en oud, man en vrouw, rijk en arm, althans: in termen van funding.

Belangrijk als nieuwsgierig

Respect hebben voor elkaars expertise is minstens even belangrijk als nieuwsgierig zijn naar elkaars fascinatie, heb ik gemerkt. In de vele ruimtes van dit huis ben ik wetenschappers tegengekomen die discussiëren over de waarden en fundamenten van wetenschappelijke kennis. Met alle secties van het Genootschap wil ik de komende maanden in gesprek gaan om te zien wat zij met elkaar delen, en welke verbindingen ons als club kunnen versterken.

Dat sterke gevoel van verbondenheid heb ik al aangetroffen bij de leden van De Jonge Akademie, die samen hun stem laten horen over allerlei wetenschappelijke en maatschappelijke onderwerpen. Over nieuwsgierigheid, mijn tweede thema, heb ik onlangs een en ander geschreven in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda. Het stellen van vragen wordt, ook in de wetenschap, steeds minder gewaardeerd als vaardigheid.

Volop in de belangstelling

Daarom ben ik blij dat het vraagteken, dat symbool van de nieuwsgierigheid, een herwaardering heeft gekregen door de Wetenschapsagenda. Nieuwsgierigheid en creativiteit zijn eigenschappen die wetenschappers en kunstenaars met elkaar verbinden. Sinds de Akademie van Kunsten deel uit is gaan maken van de KNAW, heb ik deze onderwerpen volop in de belangstelling zien terugkeren en dat doet me deugd.

De wil te weten en de drang tot scheppen liggen in elkaars verlengde. En als we alleen al zien hoeveel nieuwsgierige vragen de oproep voor de Wetenschapsagenda heeft opgeleverd, geeft dat voldoende blijk van belangstelling voor de wetenschap. Met de validering van die vragen zijn op dit moment meer dan vijftig experts in dit huis druk bezig.

De derde eigenschap, dienstbaarheid, vraagt om enige toelichting: want wetenschappers komen in de beeldvorming vaak ten onrechte naar voren als hobbyisten of in zichzelf gekeerde denkers die alleen maar met hun eigen vak bezig zijn. Welnu, iedereen is het erover eens dat de kracht van de wetenschap primair schuilt in fundamenteel of nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek.

Om met Robbert Dijkgraaf te spreken, de staande poot van de T –science for science – vormt de steunpilaar voor de twee dakjes aan de bovenkant van die T: science for society en science for competitiveness. Wetenschappers zijn er weliswaar voor de wetenschap, maar zijn altijd ook dienstbaar aan de samenleving, of het nu gaat om het oplossen van maatschappelijke vraagstukken of het bijdragen aan technologische innovatie.

De respons op de stelling ‘de wereld heeft problemen’ mag nooit zijn: ‘en de KNAW heeft twee afdelingen’ of ‘de universiteit heeft zeven faculteiten.’ Wetenschap is geen kwestie van ‘u vraagt, wij draaien’, maar valorisatie is absoluut een belangrijk aandachtspunt in dit huis.

Animo voor digital humanities

Dienstbaarheid is ook mijn persoonlijke credo voor de komende drie jaar van dit presidentschap. Dienstbaar aan het Genootschap, maar ook aan de instituten van de KNAW. Natuurlijk zal het niemand verbazen dat ik me zal gaan inzetten voor de humaniora. De mooie instituten die de KNAW op dit gebied heeft, zijn, samen met de universiteiten en het bedrijfsleven, volop bezig initiatieven te ontwikkelen, onder andere op het gebied van de digital humanities. De afgelopen weken heb ik gemerkt hoeveel animo er is voor inhoudelijke samenwerking tussen al deze partijen.

Maar natuurlijk ben ik niet alleen dienstbaar aan de geesteswetenschappelijke instituten; het Huis van de Wetenschap is een thuis voor alle wetenschappers en kunstenaars die de KNAW-missie onderschrijven. Wie net als ik is opgegroeid in een groot gezin, leert dat je binnenshuis niet bang moet zijn voor stevige discussies, maar dat je naar buiten toe soms met één stem moet spreken.

Aanzien en status gegeven

Dit huis was altijd al een podium voor respectvol intellectueel debat. Wie door de statige deur naar buiten gaat, ziet dat er constant mensen in en uit lopen en dat de ramen van dit gebouw wijd open staan. Die ziet dat hier de laatste vijftien jaar heel veel gebeurd is onder leiding van erudiete huismeesters. Pim Levelt, Frits van Oostrom, Robbert Dijkgraaf, Hans Clevers – en dat zijn nog maar de laatste vier presidenten – hebben dit instituut veel aanzien en status gegeven.

Hans, voor mij ben jij het lichtend voorbeeld van een topwetenschapper die de ene ontdekking na de andere doet, alle mogelijke prijzen verdient, terwijl je daarnaast ook nog een effectieve bestuurder bent. Het Hubrecht lab is het kroonjuweel van de KNAW, en de Akademie is apetrots op dit instituut van wereldformaat. Dank voor alles wat je de afgelopen jaren voor de Nederlandse wetenschap hebt gedaan. Van jou en jouw voorgangers heb ik onnoemelijk veel geleerd; jullie erfenis legt een grote verantwoordelijkheid op mijn schouders. Dat ik die uitdaging durf te aanvaarden, heeft alles te maken met mijn vertrouwen in mijn medebestuursleden: ik kijk enorm uit naar onze samenwerking.

Vrouwen met hamers

Ik hoop dat u het niet erg vindt om na elf mannen nu eens een vrouw met de hamer tegen te komen in dit huis. En dan ook nog wel een vrouw uit een van de nieuwe letterkundedomeinen: de vakgebieden media, communicatie en informatie. Gelukkig sta ik niet alleen. Het Trippenhuis heeft in korte tijd maar liefst vier vrouwen-met-hamers gekregen: samen met algemeen directeur Mieke Zaanen, voorzitter Rianne Letschert van De Jonge Akademie en Akademie van Kunsten-voorzitter Barbara Visser denk ik een hecht team te kunnen vormen.

Gewoonste zaak van de wereld

Wij hadden het zelf nauwelijks door toen de Volkskrant als eerste opmerkte dat (en ik citeer) het ‘mannenbolwerk helemaal door vrouwen is overgenomen.’ Dat is op zichzelf geen verdienste, maar hopelijk is deze spontane overname binnenkort de gewoonste zaak van de wereld en valt het niemand meer op. Samen met de staf van het Trippenhuis, met wie ik tot nu toe niets dan prettige ervaringen heb gehad, gaan we verder bouwen aan een warm, inspirerend en intellectueel bruisend Huis van de Wetenschap – een huis met vele kamers, trappen en gangen.

Dames en heren, collega’s, de komende jaren zult u mij vaak in dit mooie pand aan de Kloveniersburgwal aantreffen. Tegelijk wil ik mijn favoriete tak van sport, de triatlon, niet zomaar opgeven, dus af en toe zult u mij dan ook terugvinden in de collegezalen hier verderop, of bij mijn promovendi, postdocs en studenten. Maar bovenal wil ik een zorgzame, waakzame en bedachtzame KNAW-president zijn die de wetenschap dient en die wetenschappers verdienen.

Dank u wel.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK