Een agenda die moet leveren

Nieuws | de redactie
24 juni 2015 | Drie dagen om wetenschappers, bedrijven en maatschappelijke partijen de Wetenschapsagenda verder te laten vormen. Wat leverde het op? “De verwachtingen zijn omhoog gegaan. We zullen nu moeten leveren. Het verwachtingsmanagement van dit proces is ook een vak,” zegt Alexander Rinnooy Kan.

De twee trekkers van de Wetenschapsagenda hebben er voor gekozen om in drie afzonderlijke bijeenkomsten de meningen en visies op de verder vorm te geven Agenda te laten plaatsvinden. ‘Science for Science’, ‘Science for Competitiveness’ en ‘Science for Society’ komen zo achtereenvolgens aan bod.

Verschillende stijlen

“Die drie delen, dat kwam uit Horizon 2020,” verklapt Rinnooy Kan. “Achteraf was het maar goed dat we dat gedaan hebben,” laat hij op de slotdag aan ScienceGuide weten. “Je merkte dat hele verschillende stijlen en taalgebruik zijn tussen bijvoorbeeld competitiveness-discussie met bedrijven en kunstenaars op ‘Science for Society’. Nu kreeg dat echt de ruimte. Ondernemers praten echt anders dan kunstenaars.”

De bijeenkomsten in de Fokker Terminal werden georganiseerd door NWO, VSNU, KNAW, Vereniging Hogescholen, VNO-NCW en het Rathenau Instituut. In de aanloop naar de congressenreeks werden de bijna 12.000 vragen teruggebracht naar 248 thematische clusters om zo de zaak behapbaar te houden in de daartoe bestemde rondetafelgesprekken. “Al die 12.000 vragen had ook heel veel gedoe op kunnen leveren, maar het enthousiasme is hoog,” ziet Alexander Rinnooy Kan.

Ook Melanie Peeters, de nieuwe directeur van het Rathenau Instituut, ziet dat enthousiasme. “Wat zo ontzettend leuk bleek uit al die vragen is wat een groot vertrouwen mensen in de wetenschap hebben. Dat is een vertrouwen in de wetenschap, maar niet per se in een betere samenleving. Dat die agenda er is om de samenleving vooruit te helpen is nog niet één-twee-drie geland.”

Geen ruimte voor alle partijen

Volgens Peeters is het een gewaagde exercitie om mensen zover te krijgen om vragen uit de samenleving aan de wetenschap te stellen. “Het is heel leuk dat we nu toch zover zijn gekomen.” De vervolgstap was het bij elkaar krijgen van de goede mensen in de drie congressen. “Hoe krijg je de juiste met de juiste vragen in de juiste setting? Je moet alleen mensen krijgen die zich én senang voelen bij het onderwerp dat besproken wordt én die niet een direct belang hebben. We hadden simpelweg geen ruimte om iedere partij een plek te geven.”

In de sessies gingen de deelnemers aan het congres met elkaar in discussie over hoe verschillende verzamelvragen verder waren te concretiseren en samenvoegen om zo tot nog sterker geclusterde onderdelen te komen voor in een uiteindelijke agenda. Dat bleek nog geen sinecure. Zo zagen de wetenschappers al veel vooronderstellingen in de verschillende deelvragen staan, die toch op zijn minst enige reflectie behoefden.

Niettemin werd er nadrukkelijk het gesprek gezocht in de verschillende ronde tafels en kwam er in Den Haag genoeg feedback om het proces van impuls te voorzien. “Ik ben er blij mee dat het soort feedback dat kwam heel verschillend was,” benadrukte Alexander Rinnooy Kan. “Wat halen we daar nou uit? Dat is geen opgelegd eindbeeld nog.”

Het onbekende verkennen

Dat kan ook niet in de wetenschap, stelt Rinnooy Kan. “Het doel van wetenschap is om het onbekende te verkennen en beter te begrijpen hoe de wereld in elkaar steekt. Je wilt het begrijpen om het begrijpen zelf, maar negen van de tien gevallen kun je er ook wat mee.”

Juist in dat laatste punt raken de wetenschap en het bedrijfsleven elkaar, maar is er ook wrijving. De discussie over wat wetenschap kan of moet opleveren is hard en politiek van aard, ziet ook Beatrice de Graaf.

“Wetenschappers voelen zich vaak geconfronteerd met een beeld veelal vanuit de politiek. Het was Halbe Zijlstra die zei: ‘je hebt een pijpleiding, daar stoppen we aan de ene kant heel veel geld in. En kijk nou aan de andere kant rolt er te weinig toepassing uit. Dat moet anders, die buis zit verstopt dat moeten we oplossen.’ Dat beeld daar worden wetenschappers heel nijdig van. Die zeggen ‘wat een onzinnig beeld’. Als je die vergelijking met die pijpleiding maakt heb je echt de ballen verstand van wetenschap.”

Die gespannen voet bleek ook na de speech van OCW-staatssecretaris Sander Dekker bij de ‘Science for Science´. Alsof hij z´n speech voor ´Science for Competitiveness´ had meegenomen, zo klonk het sceptisch. Dat Dekker nogmaals benadrukte dat er “geen pot met extra geld” te wachten staat voor de wetenschap leidde in de zaal tot verzuchtingen.

Argusogen

VSNU-voorman Karl Dittrich bleef niettemin strijdbaar. “Ik kan me niet voorstellen dat als er zo’n brede coalitie is gesmeed, zoals hier bij de Wetenschapsagenda gebeurt, dat er dan niet uiteindelijk ook extra geld bij komt.”

Juist de nu beperkte middelen voor wetenschap, maakt dat Beatrice de Graaf ziet dat de verschillende belanghebbenden in de Wetenschapsagenda elkaar met argusogen bekijken. “Het is in de Wetenschap gewoon een ellende dat er zo weinig wordt geïnvesteerd in de wetenschap, waardoor je allemaal op dat kleine potje zit te azen, dat is het grote probleem en daar komt denk ik ook dat grote wantrouwen vandaan.”

Rinnooy Kan beaamt dit ook. “ik denk dat het een gezamenlijk belang is van de wetenschap en het bedrijfsleven dat Nederland voldoende investeert in de wetenschap. Het treurige feit is dat Nederland echt achter ligt in zijn bestedingen in alle landen om ons heen die wij een serieuze concurrent vinden en een kenniseconomie zijn.”

Het geld wat er in die tijden van schaarste wel is, is volgens Rinnooy Kan in ruime mate naar de topsectoren gegaan. “Wij willen daar ook niets naars over zeggen. Maar het gevoel bij de wetenschap is dat dat toch ten koste is gegaan van de wetenschappers.”

Drie dagen waarin de verschillende partijen afzonderlijk van elkaar hun feedback hebben kunnen geven op de Wetenschapsagenda zullen niet direct dat wantrouwen wegnemen. Toch hopen de trekkers van de agenda Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan dat het proces zal leiden tot een breed gedragen Wetenschapsagenda die hopelijk het kabinet overtuigt om uiteindelijk toch meer in kennis te investeren. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK