Leraar in debat in Senaat

Nieuws | de redactie
19 augustus 2015 | In de statige zaal van de Eerste Kamer zullen de LSVb en VVD-senator Jan Anthonie Bruijn een debat organiseren over het leraarschap. Vrijdag 25 september is het zo ver. Stof genoeg, want de recente beoordeling van kwaliteit van Pabo’s en Ulo’s en de nijpende tekorten bij lage instroom verdienen scherpe doordenking.

De universiteiten hebben bijvoorbeeld veel plannen op de rol om het allemaal veel beter te maken, maar de toestroom naar het leraarsvak wil niet erg vlotten. De alom gewenst ‘academisch opgeleide docent’ blijft een chimaera (aldus voor de klassiek geschoolden onder hen). De VU kreeg van de NVAO een flinke veeg uit de pan over de kwaliteit van haar docentenopleidingen en kondigde meteen aan de zaak om te gooien.

Bescheiden instroom

Dat is ook nodig want naast de kwaliteit is ook “de instroom bescheiden,” schreven de beoordelaars een tikje tongue in cheek. “Daarom adviseert het panel om te zoeken naar mogelijkheden om de instroom te vergroten. Dit geldt in het bijzonder voor de tekortvakken. Het programma is volgens het panel studeerbaar, maar de doorstroom en de rendementen laten te wensen over. Het panel beveelt de opleiding aan om nader te analyseren wat de achtergrond is van deze vertraagde doorstroom en het lage rendement, en te zoeken naar passende maatregelen om deze te verbeteren. Daarbij is de samenstelling van de studentenpopulatie met relatief veel (zij-)instromers en deeltijders die de opleiding met een baan in het onderwijs combineren, in beschouwing te nemen.”

Helemaal erg is de situatie bij de bèta-docenten. HBO en WO slagen er hier al jaren niet in adequaat ‘te leveren’. De instroom in de exacte lerarenopleidingen eerste graad in het HBO is net boven de 200, nationaal gemeten. De WO-instroom is slechts 184.

In 10 jaar (2004-2014) daalde het aandeel studenten dat instroomde in de beroepsgerichte VO-lerarenopleiding binnen het HBO van 8% naar 4% van de populatie. De alom gewenste ‘academisch gevormde leraar’ in exacte vakken komt de komende jaren evenmin en masse naar de scholen toe. Hun aandeel daalde van 28% naar 22% van de studenten aan universitaire lerarenopleidingen.

Cruciaal thema

Hier is dus een cruciaal thema voor dit Senaatsdebat: is er nog feitelijk reden tot vertrouwen dat de huidige aanpak door de huidige instellingen en opleidingen nu ineens wél gaat opleveren wat de samenleving, de ouders en de scholen willen en behoeven?

De Ulo’s zijn door de NVAO overigens beoordeeld als deel van de totale accreditatieronde van de Nederlandse lerarenopleidingen: universitaire lerarenopleidingen, Pabo’s en tweedegraads opleidingen. Na ieder cluster van beoordelingen binnen een HO-sector ontwikkelt de NVAO op verzoek van OCW een zogeheten ‘systeembrede analyse’. De hele reeks van beoordelingen is in de loop van 2016 afgerond.

De analyse over de Ulo’s verschijnt in oktober 2015, die over de tweedegraads lerarenopleidingen in het najaar van 2016. De hele reeks van beoordelingen is in de loop van 2016 afgerond. De NVAO en de Inspectie van het Onderwijs brengen vervolgens in 2016-2017 een gezamenlijk rapport over de lerarenopleidingen uit waarin de analyses van de NVAO worden aangevuld met onder meer een update van het sectorbeeld van de Inspectie.

Klimt de Pabo uit het dal?

De systeembrede analyse over de Pabo’s is onlangs inmiddels verschenen. Deze laat zien dat de kwalitatieve verbetering van de pabo-opleidingen goed op weg is, maar nog niet voltooid. Voor de verdere ontwikkeling van de Pabo formuleert de accreditatieorganisatie acht aanbevelingen. Daar zitten onder meer bij: een noodzakelijke verdere invoering van de kennisbases en kennistoetsing; meer onderzoek naar het resultaat van de entreetoetsen en de kennistoetsen en meer aandacht voor de onderzoeksvaardigheden van de docenten van de pabo en de leerkrachten van de basisschool.

De implementatie van de kennisbases en kennistoetsing moet verder worden vormgegeven stelt de NVAO, om deze duurzaam in de curricula en de toetsing van de Pabo te verankeren. Ook is meer aandacht nodig voor de onderzoeksvaardigheden van studenten en docenten beide. Het begrip ‘academische pabo’ dient in dat verband wel eenduidiger te worden ontwikkeld. Ook hier dus het nodige materiaal voor het debat over de toekomst van de leraren en hun opleiding.

Lege huls

Zeker niet ontbreken mag het thema van de professionele ontwikkeling en statuur van de docent van PO tot en met HO, inclusief overigens nadrukkelijk de docenten rol in het LevenLangLeren. Zo is onderwijspartij D66 al lange tijd tegen het Lerarenregister en heeft de feiten van de amechtige ontwikkeling daarvan wel aan zijn kant. Wat zou het debat daarover aan nieuwe inzichten kunnen opleveren? Valt men Leraar van het Jaar Martin Bootsma bijvoorbeeld bij die het een “lege huls uit de koker van regelneven” noemt. “Vakmanschap zie je in de praktijk.”

Het eerste debat van Bruijn en de studentenbond was een daverend succes. Helaas moest Jet Bussemaker op de valreep verstek laten gaan wegens de Ministerraad. Dat zou op 25 september ingehaald moeten kunnen worden. Zij heeft bovendien een Lerarenagenda die zij in dat debat toch zou moeten willen verdedigen. Meldt u zich dus snel even op lsvb@lsvb.nl


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK