DUO als hypotheekverstrekker

Nieuws | de redactie
21 september 2015 | Moet OCW niet een vermogensgrens in het leven roepen voor lenen door studenten? Nu DUO met het studievoorschot eenvoudig gebruikt kan worden als hypotheekverstrekker, komt Vincent de Haan met die waarschuwing vanwege een ING-campagne.

U leest hieronder het betoog van Vincent de Haan

“Deze zomer werd – onder andere door Michel Rog, die er Kamervragen over stelde – opgemerkt dat een studielening ook kan worden aangewend voor niet-studieuze doeleinden. Zo kan de student meer lenen dan hij nodig heeft en het overgebleven bedrag op een spaarrekening zetten. Hij kan dit bedrag dan bijvoorbeeld later investeren in een koophuis.

In haar beantwoording laat de minister weten dat zij zich weinig zorgen maakt. Naar verwachting is het toch een klein gedeelte van de studenten dat de lening voor dit doel zal aanwenden. Bovendien zijn er geen instrumenten om dit gedrag tegen te gaan. Een andere interessante reactie op deze trend is de YouTube-campagne die de ING is begonnen over het leenstelsel. In zes filmpjes legt de sportief geklede ‘studentenreporter’ Jorn uit wat de gevolgen van een studielening zijn voor het kopen van een huis. Dat had hij beter niet kunnen doen.

Risico’s van extra lenen

In het tweede filmpje worden de risico’s besproken van het extra lenen om dit geld op een spaarrekening te zetten. Dat zijn er – volgens Jorn – drie: (1) de studielening is een langlopende verplichting en de rente kan periodiek worden bijgesteld; (2) als je je niet kunt beheersen en het geld toch uitgeeft, is het weg; en (3) een studieschuld kan het maximale hypotheekbedrag verlagen.

Eigenlijk is alleen het tweede punt een echt risico en studenten die over voldoende zelfinzicht beschikken om te weten dat zij met €40.000 (geleend) geld op hun spaarrekening niet zuinig aan kunnen doen, kunnen inderdaad beter niet extra lenen. Het eerste risico wordt echter volledig gemitigeerd door een prettige eigenschap van de studielening: zij kan op elk moment – anders dan sommige hypotheken – boetevrij worden afgelost. Wanneer de lening, door een verhoogde rente of om een andere reden, niet meer handig uitkomt, kan het bedrag van de spaarrekening dus onmiddellijk weer worden terug verplaatst naar de DUO. Dat vertelt Jorn er echter niet bij.

In een ander filmpje geeft Jorn een rekenvoorbeeld om het derde risico mee te illustreren. In het voorbeeld kan iemand een hypotheek van €130.000 krijgen. Als hij een studielening van €20.000 heeft, is die hypotheek nog maar €115.000 – €15.000  lager dus. Anders dan Jorn denkt, toont dit rekenvoorbeeld juist aan dat extra lenen wel gunstig is. Als de persoon in kwestie namelijk die €20.000 op een spaarrekening had staan, had hij immers €115.000 + €20.000= €135.000 kunnen gebruiken voor zijn huis. Dat betekent dat hij juist €5.000 meer aan zijn huis had kunnen besteden. (Hier laten we nog buiten beschouwing dat hierdoor zijn hypotheek waarschijnlijk ook een lager percentage van de woningwaarde bedraagt, wat bij de meeste banken een gunstig effect op de hypotheekrente heeft.)

Ten slotte heeft Jorn nog wel een tip: de student kan – om een hogere hypotheek te kunnen krijgen – eerst wat van zijn studieschuld aflossen. Op zich is het voor een starter vaak goed mogelijk om flink over te houden. Hij heeft nog het bestedingspatroon van een student, maar de inkomsten van een professional. Stel nu dat de student in het voorbeeld in twee jaar tijd €20.000 weet te sparen en daarna een huis wil kopen. Moet hij die €20.000 nu gebruiken om zijn studieschuld af te lossen? Jorn raadt het wel aan, want dan kan hij een hogere hypotheek krijgen. Het totale bedrag dat aan het huis besteed kan worden, is echter lager en de rente hoger. De lening aflossen is dus een slechte keuze. In deze filmpjes geeft ING – zou het opzettelijk zijn? – dus slecht advies.

Studieschulden en andere leningen

Deze analyse doet de algemene vraag rijzen wat de verhouding is tussen de studieschuld en andere leningen. Indien iemand meerdere schulden heeft, waarvan één een studieschuld, in welke volgorde kunnen deze dan het beste worden afgelost? Indien diegene de keuze heeft, zal hij de lening met de hoogste rente vanzelfsprekend als eerste aflossen.

De rente van een lening wordt bepaald door drie factoren: de kosten voor de financier om het kapitaal op de kapitaalmarkt aan te trekken, het risico dat de financier loopt op  niet-terugbetaling en de kosten die gemaakt worden om de administratieve processen rond de lening in stand te houden. In dat opzicht is de studielening een bijzondere lening: in de Wet studiefinanciering 2000 Art. 6.3 staat immers dat de rente uitsluitend afhankelijk is van de eerste factor: de kosten die de Staat der Nederlanden moet maken om het geld op de kapitaalmarkt aan te trekken.

Het ambtelijk apparaat van de DUO, alsmede het risico op niet-terugbetaling worden uit de algemene middelen bekostigd. Dat betekent dat het niet toevallig is dat de rente bij de DUO lager is dan de rente op elke andere lening. Het kan bijna niet anders.

Met die stand van zaken is het financieel gezien het verstandigst om een zo hoog mogelijke studieschuld op te bouwen en die vervolgens zo langzaam mogelijk af te lossen. De minister plaatst daar wel één kanttekening bij. De rente is immers – anders dan die van een hypotheek – niet fiscaal aftrekbaar. De rente op de studielening is echter zo laag dat dit verschil niets afdoet aan het voorgaande betoog.

Redenen om het niet te doen

Toch zijn er wel redenen te bedenken om niet maximaal bij te lenen. Ten eerste vereist dit lenen voor later wel enige begrotingsdiscipline, waarmee niet elke student behept is. Ook zouden natuurlijk morele overwegingen een rol kunnen spelen. Het bovenstaande is een zuiver financiële analyse. De studielening is echter bedoeld om van te studeren en niet voor een aanbetaling van een eerste huis.

Ten slotte kunnen er nog andere redenen zijn waarom het ongunstig is om liquide middelen op te bouwen. Zo kan de studieschuld niet worden afgetrokken van het vermogen ter bepaling van de hoogte van een bijstandsuitkering. Voor studenten die inwonen bij een ouder in de bijstand, kan het daarom ongunstig zijn om een te hoog banksaldo aan te houden – ook als dat door een net zo hoge lening wordt geneutraliseerd. Voor de vermogensbelasting en de toeslagen speelt dit probleem overigens geen rol, aangezien de studieschuld wel in box 3 aftrekbaar is.

Hoe nu verder?

De conclusie voor studenten is duidelijk: zij die over voldoende impulsbeheersing beschikken, moeten maximaal bijlenen en een mooie spaarrekening uitzoeken. Het is echter niet in het algemeen belang dat een selecte groep handige studenten een onevenredig voordeel op de woningmarkt heeft en tegelijkertijd het budget van de DUO oneigenlijk gebruikt.

De minister heeft gelijk als zij zegt dat ze geen instrumenten heeft om dit gedrag te voorkomen. Misschien moet zij er dan eens over nadenken om zich deze instrumenten te verschaffen.

Voorheen bestond binnen de WSF de bijverdiengrens. Misschien is het nu tijd voor een vermogensgrens voor het lenen in de vorm van een  bijspaargrens. De student mag dan lenen zolang hij onvoldoende liquide middelen heeft. Wordt zijn spaarrekening te hoog – of heeft hij andere liquideerbare bezittingen – kan hij niet meer bijlenen via DUO. Op die manier blijft de studielening betaalbaar en beschikbaar voor diegenen die haar gebruiken waarvoor zij bedoeld is: om een studie te bekostigen.”

Vincent de Haan (26) heeft zijn master privaatrecht afgerond en rondt dit jaar zijn master af staats- en bestuursrecht. Hij heeft bachelors afgerond in wiskunde, rechtsgeleerdheid en psychologie. En werkt als analist bij een IT-adviesbureau.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK