Voldoet het Nederlands onderwijs?

Nieuws | de redactie
28 september 2015 | Deze week bezoekt een OECD-delegatie ons land, die de review van het onderwijsbestel en –beleid moet opstellen. Hun analyse, oordeel en aanbevelingen zullen stevig en lang doorwerken.

De timing van de experts uit Parijs is volmaakt. Als hun document met cijfers, trends en vergelijkingen met relevante andere kennisnaties uitkomt in het voorjaar van 2016, is Rutte II volop in zijn oosgtjaar en zijn Europees ‘halfjaar’. De politieke partijen stellen dan tevens hun verkiezingsprogramma’s voor 2017-2021 op en de OECD-visies en data zijn daarvoor onmisbaar materiaal.

Poolse beleidsexpert erbij

Een hoorzitting in de Tweede Kamer zal de experts – top-beleidsmakers en onderwijskundigen uit lidstaten van de OECD, de hoogontwikkelde landen wereldwijd van IJsland tot Korea – een glimp meegeven van de kwaliteit van het publiek discours over onderwijs. Zullen sommige Kamerleden hun neiging weten te onderdrukken om hun wijsheid en inhoudelijke visie te valideren op grond van het feit dat zij zelf MBO-docent waren 30 jaar geleden of conrector en leraar en zo meer in een ver verleden voor hun politieke loopbaan?

Onder de experts is de recente onder-minister van onderwijs van Polen, Maciej Jakubowski, die verantwoodelijk was voor het beleid terzake van financiering en internationalisering. Momenteel is hij advisuer bij  de ‘NVAO’ van Saoedi Arabië en hoogleraar in Warschau. In zijn cv staat onder meer dat hij in het OECD PISA team werkte tussen between 2008 en 2012. Ook was hij “consultant for the World Bank, UNDP, OECD and the Polish government. He has PhD in economics and MA in sociology from the University of Warsaw. Dr. Jakubowski conducted research at the University of Pittsburgh, Ludwig Maximilian University in Munich, and the European University Institute in Florence.”

“Recently, his research has focused on an analysis of how policy changes relate to international trends in student performance. He also works on the methodological problems in evaluating educational policies. Dr. Jakubowski was involved in implementing a value-added system to evaluate teaching quality of lower secondary schools in Poland, a project that covered all schools in Poland and now serves as the basis of school evaluation using standardized test tools.” 

Feiten en cijfers

De OECD neigt er zelf vooral naar te kijken en redeneren vanuit feiten, langer lopende trends en het onderwijspotentieel dat een land bezit en de mate waarin men dit ook werkelijk productief weet te maken. Duitsland heeft er bijvoorbeeld jaren over gedaan om bij te komen van de ‘PISA Schock’, toen de OECD liet zien dat het zelfgenoegzame en introverte onderwijsveld en Länder-beleid uiterst middelmatige resultaten bij de jeugd teweegbracht. Het is dan ook interessant te zien of de OECD vindt dat ons land wel voldoet aan de – terecht – hoge maatstaven die men aan een kennisnatie als het onze zal stellen.

Er zijn tenminste twee krachtige signalen gekomen in de loop van dit jaar over de zwaartepunten die vanuit Parijs in de analyses een grote rol zullen spelen. ‘Onderwijschef’ Dirk van Damme schetste bij het NVAO-jubileum enkele dilemma’s waar Nederland met zijn onderwijs maar moeilijk uit lijkt te komen. Zo wees hij er op, dat de sociale mobiliteit van jongeren dankzij HO-deelname aan het vertragen is. ‘Widening participation’ wordt zo steeds minder wijds. In Vlaanderen is de sociale segregatie van de HO-deelname cijfermatig pijnlijk duidelijk. Een kind van hoger opgeleide ouders heeft 5,8 maal zoveel kans op een studie in HBO of WO dan iemand uit lager geschoolde gezinnen.

Gigantisch probleem

“Dit is echt een gigantisch probleem, want hiermee gaat veel talent uit grote groepen in de maatschappij verloren,” zei Van Damme. “Jammer is dat en ook slecht.” Slecht, omdat de arbeidsmarkt en de sociale veranderingen van de komende decennia duidelijk wijzen op de behoefte en kansen voor meer hogeropgeleiden. “Segregatie in deze zin maakt dus dat grote risico’s lopen, economisch en sociaal.”

De jeugd uit de ‘middenklasse’ is volgens Van Damme inmiddels “wel afgeroomd.” Ook demografisch gezien zit daar noch relatief, noch absoluut nog ruimte voor expansie en ‘widening participation’. Bij de andere doelgroepen slaagt het HO er niet of te weinig in meer talenten te laten instromen, doorstromen en slagen. Bij deze emancipatoire en arbeidsmarktrelevante kwaliteit schieten HBO en WO dus tekort.

Kwaliteit, maar…

Kwalitatief hoeft ons land zich niet te schamen voor zijn onderwijs, onderstreept Van Damme. Wie alle serieuze rankings en analyses bij elkaar neemt kan zien dat de kwaliteit goed is. “Vlaanderen evolueert zich duidelijk positief in de rankings en Nederland is één van de sterkste groeiers in de rankings wereldwijd van HO-kwaliteit.” Bij de skillsmeting van jongvolwassenen zitten beide landen bovenin de top wereldwijd. 

Toch is het beeld er ook een van tekorten op de arbeidsmarkt aan goede mensen bij allerlei sectoren. Dat is een zorg voor het HO, een tekort aan kwaliteit van de uitstroom, maar ook een vraag die het arbeidsmarkt en sociaal beleid zich moeten aantrekken, vindt de OECD-topman.

De nieuwe voorzitter van de Onderwijsraad preludeerde in gesprek met ScienceGuide al op de aandachtspunten  van de OECD-review: de positie van leraren, hun salarisverhoudingen ten opzichte van andere professionals en publieke dienaren en de  versplinterde toestroomroutes naar het beroepsonderwijs, de arbeidsmarkt en HBO en WO.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK