Lange adem in klimaatonderzoek

Nieuws | de redactie
22 oktober 2015 | Vraagsturing en korte termijn denken schaden het klimaatonderzoek. Daarvoor waarschuwt prof.dr.ir. Herman Russchenberg, directeur van het TU Delft Climate Institute. “De overheid zou er goed aan doen zich juist te committeren aan langdurige monitoring-projecten op het gebied van klimaat.”

In zijn betoog legt Russchenberg de nadruk op inhoudelijke nuancering en een duurzame beleidsstrategie om klimaatonderzoek op niveau en voor de lange termijn vruchtbaar te doen zijn.
U leest zijn pleidooi hieronder.

Leren omgaan met onzekerheid

“Goed wetenschappelijk klimaatonderzoek is een zaak van de lange adem. Klimaatverandering is nou eenmaal een proces dat zich niet van de ene maand op de andere manifesteert maar over decennia.  De gevolgen ervan kunnen groot zijn, ook voor ons land: zeespiegelstijging en extreme regenbuien, meer hittegolven en verslechterde luchtkwalitieit  

Belangrijk in de klimaatdiscussie is het begrip ‘klimaatgevoeligheid’: hoe veel wordt de aarde warmer als de hoeveelheid CO2 wordt verdubbeld? Het IPCC geeft hiervoor een bandbreedte van ongeveer 1,5 tot 4,5 graden. De onzekerheid is dus groot. Klimaatsceptici gaan uit van de laagste of zelfs een nog lagere waarde, terwijl activisten eerder de hoogste waarde nemen.

Allebei is niet verantwoord, maar een goed klimaatbeleid moet wel met de onzekerheid om kunnen gaan. Hiervoor moeten we, met behulp van betrouwbare metingen van het klimaatsysteem, de vinger aan de pols houden om het het beleid aan te kunnen passen als dat nodig is. Het is daarom cruciaal dat we de veranderingen in het klimaat als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen nauwkeurig en structureel in kaart blijven brengen, niet alleen op mondiale schaal maar ook regionaal.

Liefst direct tastbaar

De huidige politieke tendensen zijn echter duidelijk. Ten eerste worden er steeds vaker resultaten op korte termijn verwacht. Wetenschappelijke inspanningen moeten het liefst direct tastbaar resultaat opleveren. Een tweede trend is vraagsturing: wetenschappelijk onderzoek moet zich richten op het snel oplossen van concrete maatschappelijke problemen. Dat betekent dat er minder ruimte is voor fundamenteel en langdurig klimaatonderzoek. Onder Rutte I werd bijvoorbeeld het budget voor onderzoek van het KNMI, waaronder dat naar klimaatverandering, al flink gekort.

Concreet staat de financiering van de klimaatmetingen bij het CESAR-klimaatobservatorium in Cabauw al ter discussie. Hier worden belangrijke klimaatparameters gemeten, die een dieper inzicht geven in het verloop van de klimaatverandering en de onderliggende processen. Die gegevens zijn onmisbaar om bijvoorbeeld onze emissieboekhouding te controleren, of de grote onzekerheden rondom de klimaatgevoeligheid te verkleinen.

Dit is niet duurzaam

Waar de ons omringende landen juist meetmasten bijplaatsen, denkt de Nederlandse overheid dat de berekening van de uitstoot afdoende is om te voldoen aan de internationale verplichtingen. Daarmee wordt het niet alleen onmogelijk om de eigen bijdrage aan het terugdringen van de uitstoot inzichtelijk te maken, er zijn vaak ook grote verschillen tussen berekende en werkelijke uitstoot. De overheid erkent het wel nut van zulke metingen, maar de financiering is alleen rond te krijgen als de betrokken kennisinstellingen geld lenen van diezelfde overheid. Dit is niet duurzaam.

Klimaatmetingen moeten juist voor de lange termijn gegarandeerd zijn.  De overheid zou er goed aan doen zich juist te committeren aan langdurige monitoring-projecten op het gebied van klimaat, zoals metingen van broeikasgassen, fijnstof, wolken en neerslag, wind, temperatuur, of straling. Dit mede gezien het feit dat Nederland extra gevoelig is voor de gevolgen van klimaatverandering. Bovendien is zulke data van groot belang voor de economie, denk aan voedingsindustrie, windparken en zonne-energie, en zal zulke meetinfrastructuur de innovatieslagkracht in Nederland vergroten. Hoe dan ook, is het korten op langetermijn klimaatmonitoring een typisch geval van penny wise, pound foolish.”

Prof.dr.ir. Herman Russchenberg is hoogleraar Atmospheric Remote Sensing
aan de TU Delft en directeur van het TU Delft Climate Institute.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK