De ongemakkelijke waarheid

Nieuws | de redactie
18 november 2015 | Het bevorderen van studiesucces is geen kwestie van “aan één of twee draadjes trekken”, zegt Windesheim-voorzitter Albert Cornelissen. Maatwerk leveren voor studenten lijkt de route. "Je ziet per opleiding heel verschillende dilemma’s."

Het landelijk HBO-congres Studiesucces 2.0 vond plaats op Windesheim. Albert Cornelissen verwelkomde onder meer Jet Bussemaker, Thom de Graaf en Ron Bormans op het podium. In Zwolle werden alle aspecten rond de bevordering van studiesucces besproken en al in de ochtend kwam naar voren hoe complex de materie is.

Ron Bormans legde hij zijn verhaal nogmaals de ongemakkelijke waarheid op tafel die hij aan het begin van het studiejaar in Rotterdam naar voren bracht. “Onze diplomafeestjes zijn wit,” klonk het ook in Zwolle, refererend aan de hoge uitval van allochtone jongeren in het Rotterdamse HBO dat sterk correleert met een moeizame doorstroom van MBO-studenten in het hoger onderwijs.

Diploma’s tellen

“Toegankelijkheid van het hoger onderwijs is tellen hoeveel mensen bij ons een diploma halen, niet hoeveel er binnenkomen,” stelde Bormans die benadrukte dat de verbeterslag daartoe in de klas begint. Terwijl de rendementscijfers van havisten in Rotterdam verbeterden, zag Bormans de cijfers van MBO-doorstromers stagneren. En de Rotterdamse collegevoorzitter had daar wel een verklaring voor.

“We zijn de afgelopen jaren gaan academiseren, en terecht, want we hebben op onze kop gehad als hogescholen,” stelt Bormans. De stappen die het HBO heeft gezet hebben tot een grote kwaliteitsverbetering geleverd, maar tegelijkertijd wringt daar dan meteen de schoen. Het is wat Thom de Graaf – ook op bezoek in Windesheim – al benoemde als het trilemma bij onderwijskwaliteit in het HBO.

Dat trilemma vraagt zich af of tegelijker de lat omhoog kan, het rendement omhoog én de uitval omlaag. Ook hier lijkt maatwerk een weg. De voorman van de Vereniging Hogescholen benadrukte het succes van de Associate Degree-programma’s die MBO’ers met werkervaring versneld een nieuwe wettelijke HBO-graad bieden.

Blijven steken

Die differentiatie, waarbij ook het stimuleren van LevenLangLeren en de meester-gezel-route als voorbeelden voorbij kwamen, is het maatwerk waar met name Bussemaker op hamert. Dat neemt niet weg dat in het HBO nog te veel mensen blijven steken. Op Windesheim werd dan ook door de HBO-bestuurders op tafel gelegd of meer ruimte voor selectiviteit geen mogelijkheden zou kunnen bieden, maar daar wilde de minister niet aan. “Ik hecht zeer aan de toegankelijkheid van het stelsel. Dit doet me teveel denken aan selectie aan de poort.”

Bussemaker stelde dan ook dat kwaliteit van onderwijs “zo goed is als de docent voor de klas” en wilde juist daar naar oplossingen zoeken. Ook Bormans stelde dat de discussie over de doorstroom en uitval er één was die voor gevoerd moet worden in de docentenkamer. “Ik wil iedereen uitnodigen en de steun geven om de doordenking van ons onderwijs vorm te geven.”

De problemen waar de Hogeschool Rotterdam zich voor ziet geplaatst, lijken wellicht toch wel wat specifiek die voor een grootstedelijke en  Randstedelijke hogeschool, maar in de discussies op Windesheim werd duidelijk dat die vraagstukken veel breder actueel en relevant zijn in het HBO. Pijnpunten rond de toegankelijkheid en het studiesucces zijn kwesties die zich op vele plaatsen en op verschillende manieren manifesteren, maar altijd vragen om oplossingen in de klas.

Eigen perikelen vergen maatwerk

Ook gastheer van het congres, Albert Cornelissen, gaf in gesprek met ScienceGuide aan hoe verschillend die problematiek zich per opleiding al manifesteert en waarom maatwerk daar de oplossing voor is. “Als je bijvoorbeeld kijkt naar de lerarenopleidingen, zie je dat door de grote tekorten scholen proberen stagiaires aan zich te binden via kleine aanstellingen. Als die mensen dat gaan doen, worden ze automatisch langstudeerders.”

Een ander voorbeeld ziet hij bij de sociaal agogische opleidingen zoals SPH. Cornelissen ontmoet er relatief veel studenten met psychische problemen die in het derde jaar tijdens de stage daarmee geconfronteerd worden. “Je kunt zoiets als een gegeven nemen en hopen dat ze niet uitvallen, maar als hogeschool heb je een verantwoordelijkheid om daar in het onderwijs eerder aandacht voor te hebben, bijvoorbeeld met het vak ervaringsdeskundigheid.”

Een duwtje

Windesheim is daarom al vrij ver met het aanbieden van flexibel onderwijs voor studenten met een functiebeperking. “Dat kan alleen met flexibel onderwijs en maatwerk.” Maatwerk dat als het aan Cornelissen ligt niet alleen voor studenten met een functiebeperking leidend zou moeten zijn. “Je ziet soms studenten die op de harde technische inhoud soms echt HBO+ zijn, maar op de communicatieve vakken nog een duwtje kunnen gebruiken. Dat soort zaken moet je faciliteren, voor iedereen.”

Uiteindelijk lijkt het daarbij te gaan om het meekrijgen van iedereen die begint aan het HBO-opleiding in Nederland. Ron Bormans vertelde over een voorbeeld van één van zijn docenten. Deze sprak over drie Marokkaanse jongeren die achter in de klas zaten en bij voorbaat niet de indruk wekten echt aan de slag te willen. Geef je die als docent op, of stap je op ze af en ga je echt met ze aan de slag? “Het gaat uiteindelijk om mechanismen in de klas die er voor de zorgen dat studiesucces perikelen zich oplossen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK