Natuurkundige is altijd in transit

Nieuws | de redactie
18 november 2015 | “Een ding is zeker: als je echt door wilt in de wetenschap moet je er elke dag vol voor gaan, is het half doen geen keuze.” Sander Breur kruipt uit zijn diepe gat in de bergen boven Rome en denkt na over ‘dark matter’ in het heelal en samenwerken met 20 instituten uit vele landen aan “de grootste kans die materie te vinden.”

Vanaf het vliegveld in Rome kijk ik terug op twee geslaagde weken werken in Italië aan ons experiment. We hebben XENON100 draaiende kunnen houden en hard gewerkt om de inauguratie van XENON1T mogelijk te maken. Op de vraag of wij daadwerkelijk al in het komend jaar ‘donkere materie’ gaan vinden moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik weet het gewoon niet.

Maar als donkere materie inderdaad uit deeltjes bestaat, dan werken wij hier wel aan het leidende experiment ter wereld dat de grootste kans heeft die te vinden. Hopelijk zie ik de dag nog dat de Yuri’s van deze aarde het overnemen en zij dan weer gaan uitvinden hoe deze deeltjes werken in grotere getallen.

BreurDing

Het koelen van de xenon flessen met vloeibaar stikstof. Duizenden kilo’s xenon komen van over de hele wereld gevlogen, want zo’n 10% van de wereldwijde xenonproductie is nodig om onze detector volledig te vullen

Wat helpt vorsen? Contact.

Binnen onze internationale coalitie van ongeveer 20 instituten en zo’n 140 mensen is het belangrijk elkaar ook in persoon te zien en te spreken. Dat elk van ons meerdere keren per jaar een shift moet draaien om ons experiment draaiende te houden draagt daar goed aan bij. De twee shifters die rouleren hebben de verantwoordelijkheid altijd binnen 30 minuten ondergronds te zijn als er wat mis gaat.

Hoe belangrijk dat is heb ik deze weken mogen ervaren. Wanneer zoiets bijna helemaal misgaat voelt het toch altijd naast wetenschappelijk falen ook als persoonlijk falen.

De werkdagen op shift beginnen tussen 9 en 10 na een goed kop Italiaanse cappuccino en eindigen meestal rond half 8 ’s avonds. De reden daarvoor is simpel. Pas rond 8 uur serveren de restaurants eten en dan kun je het best dus gewoon maar doorwerken tot die tijd. Een goed deel van ons werk is het doen van analyse achter de computer, waarbij we veel code en mooie plotjes produceren. Hieronder een van mijn plotjes om een voorbeeld te geven, wel zonder nu twee pagina’s uitleg te geven. Beschouw het voor nu op ScienceGuide maar als een kunstvorm.

GrafiekBreur

Plot van gesimuleerde posities in x,y van hoge energetische deeltjes die een botsing hebben gemaakt met een xenon deeltje in onze detector.

Groot én klein genoeg

Het andere deel bestaat uit het ontwerpen en bouwen van de detector en alle systemen die hem draaiende houden. Dat vind ik het mooiste aan de omvang van onze coalitie: zij is groot genoeg om toonaangevend te zijn en klein genoeg om alle onderdelen te begrijpen.

De vraag die altijd overblijft na zulk werk is: ‘wat wil je er later mee doen?’ Persoonlijk vind ik het werk fantastisch, elke dag voelt als een nieuwe uitdaging. Maar als je door wilt gaan in de natuurkunde zal je na vier jaar PhD minimaal één postdoc van 1 tot 3 jaar moeten doen. Daarna meestal nog eentje en beide dan wel in een ander buitenland. Je bent altijd in transit, fysiek en wetenschappelijk.

Na die 2 tot 6 jaar dat je als een soort nomade van land naar land bent gereisd en steeds alles hebt achtergelaten, is er nog steeds een kleine kans dat je echte die vaste positie krijgt. Lukt dat niet, dan ben je er net achter gekomen dat je al meteen na je PhD het bedrijfsleven in had moeten gaan. Een ding is zeker: als je echt door wilt in de wetenschap moet je er elke dag vol voor gaan, is het half doen geen keuze.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK